30 425
Wijziging van de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer, de Wet vergoedingen leden Eerste Kamer, de Wet schadeloosstelling, uitkering en pensioen leden Europees Parlement, de Provinciewet en de Gemeentewet in verband met de openbaarmaking van nevenfuncties en inkomsten uit nevenfuncties

nr. 2
VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is dat de leden van de Tweede Kamer, de leden van het Europees Parlement, de commissarissen van de Koning, de gedeputeerden, de burgemeesters en de wethouders hun nevenfuncties en de daaraan verbonden inkomsten openbaar maken en dat leden van de Eerste Kamer hun nevenfuncties openbaar maken;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 4 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 5

1. De kamerleden maken hun nevenfuncties en de inkomsten uit hun nevenfuncties openbaar. Zij leggen uiterlijk op 1 april na het kalenderjaar waarin de nevenfuncties zijn vervuld en de inkomsten zijn genoten een opgave ter inzage bij de griffie van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

2. Onder inkomsten wordt verstaan: loon in de zin van artikel 9 van de Wet op de loonbelasting 1964, verminderd met de eindheffingsbestanddelen bedoeld in artikel 31 van die wet.

B

Artikel 7, eerste en tweede lid, komt te luiden:

1. De kamerleden ontvangen naar keuze een Openbaar Vervoer-jaarkaart, geldig voor reizen in de eerste klas van de N.V. Nederlandse Spoorwegen, of een compensatie voor de reiskosten in het woon-werkverkeer overeenkomend met de tegemoetkoming voor het rijkspersoneel van kosten van woon-werkverkeer, niet zijnde kosten van openbaar vervoer.

2. Voorts ontvangen de kamerleden ter vergoeding van de reiskosten buiten het woon-werkverkeer een bedrag gelijk aan de op grond van de Wet op de loonbelasting 1964 maximale belastingvrije vergoeding voor autokosten op basis van 17 500 kilometer per jaar, vermeerderd met € 0,10 per kilometer.

C

Paragraaf 5 vervalt.

ARTIKEL II

De Wet vergoedingen leden Eerste Kamer wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 3 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 3a

De kamerleden maken hun nevenfuncties openbaar door terinzagelegging van een opgave bij de griffie van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

B

In artikel 17, eerste lid, wordt de punt aan het eind van de zin vervangen door een komma en de zinsnede toegevoegd: vermeerderd met € 0,10 per kilometer.

ARTIKEL III

De Wet schadeloosstelling, uitkering en pensioen leden Europees Parlement wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 6 komt te luiden:

Artikel 6

1. De leden van het Europese Parlement maken hun nevenfuncties en de inkomsten uit hun nevenfuncties openbaar. Zij leggen uiterlijk op 1 april na het kalenderjaar waarin de nevenfuncties zijn vervuld en de inkomsten zijn genoten een opgave ter inzage bij de griffie van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

2. Onder inkomsten wordt verstaan: loon in de zin van artikel 9 van de Wet op de loonbelasting 1964, verminderd met de eindheffingsbestanddelen bedoeld in artikel 31 van die wet.

ARTIKEL IV

De Provinciewet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 40b wordt als volgt gewijzigd:

1. Het derde lid komt als volgt te luiden:

3. Een gedeputeerde maakt zijn nevenfuncties openbaar. Openbaarmaking geschiedt door terinzagelegging op het provinciehuis.

2. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:

4. Een gedeputeerde maakt tevens de inkomsten uit nevenfuncties openbaar. Openbaarmaking geschiedt door terinzagelegging op het provinciehuis uiterlijk op 1 april na het kalenderjaar waarin de inkomsten zijn genoten.

5. Onder inkomsten wordt verstaan: loon in de zin van artikel 9 van de Wet op de loonbelasting 1964, verminderd met de eindheffingsbestanddelen bedoeld in artikel 31 van die wet.

B

Artikel 66 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het derde lid komt als volgt te luiden:

3. De commissaris maakt nevenfuncties, anders dan uit hoofde van zijn ambt van commissaris, en de inkomsten uit die functies openbaar.

Openbaarmaking geschiedt door terinzagelegging op het provinciehuis uiterlijk op 1 april na het kalenderjaar waarin de inkomsten zijn genoten.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

4. Onder inkomsten wordt verstaan: loon in de zin van artikel 9 van de Wet op de loonbelasting 1964, verminderd met de eindheffingsbestanddelen bedoeld in artikel 31 van die wet.

ARTIKEL V

De Gemeentewet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 41b wordt als volgt gewijzigd:

1. Het derde lid komt als volgt te luiden:

3. Een wethouder maakt zijn nevenfuncties openbaar. Openbaarmaking geschiedt door terinzagelegging op het gemeentehuis.

2. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:

4. Een wethouder in een gemeente met meer dan 18 000 inwoners maakt tevens de inkomsten uit nevenfuncties openbaar. Openbaarmaking geschiedt door terinzagelegging op het gemeentehuis uiterlijk op 1 april na het kalenderjaar waarin de inkomsten zijn genoten.

5. Onder inkomsten wordt verstaan: loon in de zin van artikel 9 van de Wet op de loonbelasting 1964, verminderd met de eindheffingsbestanddelen bedoeld in artikel 31 van die wet.

B

Artikel 67 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het derde lid komt als volgt te luiden:

3. De burgemeester maakt nevenfuncties, anders dan uit hoofde van zijn burgemeestersambt, en de inkomsten uit die functies openbaar. Openbaarmaking geschiedt door terinzagelegging op het gemeentehuis uiterlijk op 1 april na het kalenderjaar waarin de inkomsten zijn genoten.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

4. Onder inkomsten wordt verstaan: loon in de zin van artikel 9 van de Wet op de loonbelasting 1964, verminderd met de eindheffingsbestanddelen bedoeld in artikel 31 van die wet.

ARTIKEL VI

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst, met dien verstande dat artikel I, onderdeel B, en artikel II, onderdeel B, terugwerken tot en met 1 januari 2004.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Naar boven