nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat er grond bestaat een voorstel
in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot het
opnemen van de rechtstreekse verkiezing van de burgemeester;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Er bestaat grond het hierna in de artikelen II, III, IV en V omschreven
voorstel tot verandering in de Grondwet in overweging te nemen.
ARTIKEL II
Artikel 131 komt te luiden:
Artikel 131
De commissaris van de Koning wordt bij koninklijk besluit benoemd.
ARTIKEL III
Na artikel 131 wordt een artikel ingevoegd, dat luidt:
Artikel 131a
1. De burgemeester wordt rechtstreeks gekozen door de ingezeten Nederlanders
van de gemeente die voldoen aan de vereisten die gelden voor de verkiezing
van de gemeenteraad. Voor het burgemeesterschap gelden dezelfde
vereisten, met dien verstande dat volgens bij of krachtens de wet te stellen
regels ontheffing kan worden verleend van het vereiste van ingezetenschap.
2. De wet kan het recht de burgemeester te kiezen toekennen aan ingezetenen
die geen Nederlander zijn, mits zij ten minste voldoen aan de vereisten die
gelden voor ingezetenen die tevens Nederlander zijn.
3. De artikelen 53, tweede lid, en 59 zijn van toepassing.
ARTIKEL IV
Na additioneel artikel I van de Grondwet wordt een artikel ingevoegd,
dat luidt:
ARTIKEL II
Artikel 131 van de Grondwet naar de tekst van 1983 blijft van kracht tot
de datum waarop de wet die de rechtstreekse verkiezing van de burgemeester
regelt, in werking treedt.
ARTIKEL V
Na additioneel artikel II van de Grondwet wordt een artikel ingevoegd,
dat luidt:
ARTIKEL III
Artikel 131a blijft buiten toepassing tot de datum waarop de wet die de
rechtstreekse verkiezing van de burgemeester regelt, in werking treedt.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,
De Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties,
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,