30 419
Uitvoering van richtlijn nr. 2004/25/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 21 april 2004 betreffende het openbaar overnamebod

nr. 10
AMENDEMENT VAN HET LID BLOK

Ontvangen 23 augustus 2006

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel B, wordt in artikel 6b, eerste lid, onderdeel c, «twee jaar» vervangen door: zes maanden.

Toelichting

Een stichting die beschermingspreferente aandelen verkrijgt in het geval van een vijandig overnamebod op de doelvennootschap wordt op grond van artikel 6b, lid 1, onderdeel c, Wte 1995 vrijgesteld van de plicht een openbaar bod uit te brengen op alle aandelen van de doelvennootschap wanneer deze stichting (a) onafhankelijk is en (b) de aandelen voor een periode van niet langer dan twee jaar mag houden. De termijn van twee jaar wordt te lang bevonden. Deze termijn is langer dan die in het in 1997 ingediende (en inmiddels ingetrokken) wetsvoorstel doorbreking beschermingsconstructies (kamerstukken 25 732), waarin was geregeld dat een persoon die ten minste 70 procent van het oorspronkelijke kapitaal verschaft na ten minste een jaar via de rechter beschermingsconstructies kan (laten) ontmantelen. Bij de bepaling van de 70 procent tellen beschermingspreferente aandelen niet mee. Daarbij komt dat na inwerkingtreding van onderhavig wetsvoorstel Bijlage X van het Fondsenreglement van Euronext Amsterdam wordt geschrapt, waardoor een aandeelhouder van een vennootschap die (een optie op) beschermingspreferente aandelen heeft uitgegeven, in een ongunstigere positie komt te verkeren. Het amendement strekt er toe de maximale termijn waarin beschermingspreferente aandelen mogen uitstaan om als stichting niet verplicht te worden tot het uitbrengen van een openbaar bod op alle aandelen van de doelvennootschap te beperken tot zes maanden. Deze termijn van zes maanden sluit goed aan bij «best practices» in de markt (o.a. Aegon en Numico).

Blok

Naar boven