30 418
Wijziging van de Kieswet, houdende verlaging van de voorkeurdrempel voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer

nr. 7
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 21 juni 2006

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Er wordt een artikel IA toegevoegd, luidende:

ARTIKEL IA

A

Indien het bij koninklijke boodschap van 6 september 2005 ingediende voorstel van wet houdende regeling van de tijdelijke vervanging van leden van de Tweede Kamer en Eerste Kamer der Staten-Generaal, de provinciale staten en de gemeenteraden wegens zwangerschap en bevalling of ziekte (Kamerstukken II 2005/06, 30 229), tot wet is verheven en in werking treedt of is getreden op het tijdstip waarop deze wet in werking treedt, wordt deze wet als volgt gewijzigd:

Artikel I, onderdeel C komt te luiden:

C

In het vijfde lid (nieuw) wordt «de plaatsvervanging» vervangen door: «de opvolging» en vervalt de zinsnede «niet 25% van de kiesdeler, maar».

B

Indien het bij koninklijke boodschap van 6 september 2005 ingediende voorstel van wet houdende regeling van de tijdelijke vervanging van leden van de Tweede Kamer en Eerste Kamer der Staten-Generaal, de provinciale staten en de gemeenteraden wegens zwangerschap en bevalling of ziekte (Kamerstukken II 2005/06, 30 229), tot wet is verheven en in werking treedt nadat deze wet in werking is getreden, komt het tweede lid van artikel I, onderdeel C, van die wet te luiden:

2. In het vierde en vijfde lid wordt «de plaatsvervanging» vervangen door: de opvolging.

Toelichting

In het voorstel van wet houdende regeling van de tijdelijke vervanging van leden van de Tweede Kamer en Eerste Kamer der Staten-Generaal, de provinciale staten en de gemeenteraden wegens zwangerschap en bevalling of ziekte wordt het begrip plaatsvervanging uit de Kieswet gewijzigd in het begrip opvolging. Dit is nodig omdat plaatsvervanging voortaan duidt op een tijdelijke vervanging van een lid en opvolging op de permanente vervanging. In het voorstel van wet tot verlaging van de voorkeurdrempel voor de verkiezing van de leden van de Tweede Kamer wordt in artikel W 1 een nieuw lid geïntroduceerd, dat nog uitgaat van de bestaande terminologie, namelijk plaatsvervanging. Mochten beide voorstellen worden aangenomen, dan moet een regeling worden getroffen om ervoor te zorgen dat de gebruikte terminologie consistent blijft.

De Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties,

A. Pechtold

Naar boven