nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is dat het aantal
stemmen dat nodig is om bij voorkeur te worden gekozen tot lid van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal wordt verlaagd;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Kieswet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel P 15 komt te luiden:
Artikel P 15
1. Bij een verkiezing van de leden van de Tweede Kamer zijn in de
volgorde van de aantallen op hen uitgebrachte stemmen gekozen die kandidaten
die op de gezamenlijke lijsten waarop zij voorkomen, een aantal stemmen hebben
verkregen, groter dan 12,5% van de kiesdeler, voor zover aan de lijstengroep,
het niet van een lijstengroep uitmakend stel gelijkluidende lijsten of de
op zichzelf staande lijst voldoende zetels zijn toegewezen. Indien aantallen
gelijk zijn, beslist zo nodig het lot.
2. Bij een verkiezing van de leden van provinciale staten of van
de gemeenteraad waarbij het aantal bij de verkiezing te verdelen zetels negentien
of meer bedraagt, wordt bij de toepassing van het eerste lid 25% van
de kiesdeler in aanmerking genomen.
3. Indien het aantal bij de verkiezing te verdelen zetels minder
dan negentien bedraagt, wordt bij de toepassing van het eerste lid de helft
van de kiesdeler in aanmerking genomen.
B
Artikel P 19, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. Na «verkregen,» wordt ingevoegd: groter dan 12,5%
van de kiesdeler,.
2. De zinsnede «, eerste onderscheidenlijk tweede lid»
vervalt.
C
Artikel W 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het derde lid wordt «groter dan 25% van de kiesdeler»
vervangen door: groter dan 12,5% van de kiesdeler.
2. Onder vernummering van het vierde tot en met zesde lid in vijfde
tot en met zevende lid, wordt een lid ingevoegd dat luidt:
4. Indien het de plaatsvervanging betreft van een lid van provinciale
staten of van een gemeenteraad met negentien of meer zetels, wordt bij de
toepassing van het derde lid 25% van de kiesdeler in aanmerking genomen.
3. In het vijfde lid (nieuw) vervalt de zinsnede «niet 25%
van de kiesdeler, maar».
D
Artikel Y 23a wordt als volgt gewijzigd:
1. Na «P 15» wordt ingevoegd: , eerste lid,.
2. «25% van de kiesdeler» wordt vervangen door:
12,5% van de kiesdeler.
E
In artikel Y 27 wordt «25% van de kiesdeler» vervangen
door: 12,5% van de kiesdeler.
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties,