30 413
Regels betreffende pensioenen (Pensioenwet)

nr. 115
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 oktober 2008

Bijgaand treft u een afschrift aan van mijn brief, mede namens de ministers van Justitie en van Financien, van heden aan de International Accounting Standards Board (IASB) over het discussiepaper van de IASB «Preliminary Views on Amendments to IAS 19 Employee Benefits» (de verslaggevingsregels voor pensioenen van beursgenoteerde ondernemingen).1

Met de toezending van deze brief aan u geef ik uitvoering aan de toezegging in de antwoorden van 4 juni jl op uw vragen van 14 mei jl. (Kamerstukken II, 2007/08, Aanhangsel 2623).

In deze brief wordt geconcludeerd dat de voorstellen in dit discussiepaper belangrijke aanpassingen zijn die niet moeten plaatsvinden voordat een fundamentele herbeoordeling van de verslaggeving over pensioenen heeft plaatsgehad. Voorts wordt erop gewezen dat de huidige verslaggevingssregels geen rekening houden met de prudentiele eisen die voor pensioenfondsen gelden en die zijn gebaseerd op Richtlijn 2003/41/EG. Tenslotte wordt gewezen op het gevaar dat verslaggevingsregels ondernemers dwingen af te zien van het dragen van welke vorm van risico dan ook. Dat staat haaks op de Europese doelstellingen die met het oog op de vergrijzing en de dalende beroepsbevolking zijn gemaakt over adequate en financiele gezonde oudedagsvoorzieningen.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. P. H. Donner


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven