30 409
Voorstel van wet van de leden Waalkens en Snijder-Hazelhoff tot wijziging van de Flora- en faunawet in verband met het verbod op de handel in producten van zadelrobben en klapmutsen

nr. 20
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 juni 2007

Naar aanleiding van het verzoek van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) van 30 mei 2007 om nadere informatie over de verdere planning inzake het verbod op de handel in producten van zadelrobben, klapmutsen en Kaapse pelsrobben (07-LNV-B-042), kan ik u het volgende melden.

In verband met uw vraag over het advies van de Raad van State kan ik u berichten dat de Raad inmiddels advies heeft uitgebracht. Gelet hierop streef ik er naar om de algemene maatregel van bestuur nog voor het zomerreces te publiceren in het Staatsblad en, in het kader van de in artikel 103 van de Flora- en faunawet voorziene nahangprocedure, aan de Eerste en Tweede Kamer te zenden. Inwerkingtreding kan ingevolge artikel 103 pas plaatsvinden acht weken na publicatie in het Staatsblad.

De handel in Kaapse pelsrobben is gereguleerd via CITES-regelgeving en onder voorwaarden mogelijk. Om te komen tot een volledig verbod op de import, handel en bezit van producten van Kaapse pelsrobben wordt op dit moment een algemene maatregel van bestuur voorbereid. Naast het doorlopen van de gebruikelijke procedurele stappen (behandeling in de ministerraad, advisering door de Raad van State en vaststelling en publicatie in het Staatsblad), zullen de maatregelen, vanwege het handelsbelemmerende karakter daarvan, genotificeerd worden aan de Europese Commissie en aan de Wereld Handelsorganisatie. Deze procedure neemt enkele maanden in beslag. Gelet op het bovenstaande verwacht ik dat een en ander voor het einde van dit jaar zal kunnen worden afgerond.

De minister van landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg

Naar boven