30 406
Wijziging van de Wet op het primair onderwijs en de Wet medezeggenschap onderwijs 1992 in verband met overblijven in het basisonderwijs

nr. 16
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 april 2006

Aanstaande dinsdag 25 april is de stemming over het wetsvoorstel betreffende de tussenschoolse opvang en de ingediende amendementen.

Mevrouw Hamer heeft een nieuw amendement (nr. 15) ingediend ter vervanging van haar eerdere amendement nr. 14. Dit amendement is mede ondertekend door mevrouw Lambrechts, mevrouw Vergeer en de heer Jungbluth.

Ik geef u langs deze weg mijn reactie op dit gewijzigde amendement.

Met dit gewijzigde amendement worden nadere regels gesteld ten aanzien van de kwaliteit van de tussenschoolse opvang.

Zoals ik ook ten aanzien van het eerdere amendement heb aangeven vind ik het niet nodig in de wet dergelijke regels op te nemen omdat ik van mening ben dat schoolbesturen en ouders hierover heel goed zelf afspraken kunnen maken. Uit het amendement spreekt geen vertrouwen dat deze partijen dit met elkaar kunnen regelen. Bovendien leidt het weer tot extra, en in mijn ogen overbodige, regels. Het amendement past wat mij betreft ook niet in de lijn van het debat dat we hierover met elkaar gevoerd hebben.

Daarnaast is het begrip overblijfaanpak dat gebruikt wordt in het amendement niet gedefinieerd in de WPO, het is daarmee onhelder wat precies onder deze term moet worden verstaan. Om die reden is het ook voor de inspectie onhelder waarop zij precies toezicht moeten houden.

Alles overziend ontraad ik het gewijzigde amendement.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M. J. A. van der Hoeven

Naar boven