nr. 3
MEMORIE VAN TOELICHTING
I. ALGEMEEN
1. Inleiding
Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het
zonder meer instemmend luidt/uitsluitend opmerkingen van redactionele aard
bevat (artikel 25a, vierde lid, onderdeel b, van de Wet op de Raad van State)Dit
wetsvoorstel betreft een voorstel tot wijziging van wetsvoorstel 28 873
houdende de uitbreiding van de niet-aftrekbaarheid van kosten en lasten die
verband houden met omkoping (hierna: steekpenningen). Het onderhavige voorstel
is aangekondigd tijdens de plenaire behandeling van laatstgenoemd wetsvoorstel
in de Eerste Kamer op 6 september 2005. In afwachting hiervan is de plenaire
behandeling van het wetsvoorstel aangehouden.
2. Inhoud
Het voorstel beoogt een wijziging te brengen in de rechtspositie van de
belastingplichtige ingeval het vermoeden bestaat dat bepaalde kosten steekpenningen
betreffen, terwijl de belastingplichtige terzake niet door een Nederlandse
strafrechter bij onherroepelijke uitspraak is veroordeeld, of met hem een
schikking is getroffen. Het bij de Eerste Kamer aangehouden wetsvoorstel 28 873
houdt op dit punt in dat aftrek reeds geweigerd kan worden indien aannemelijk is dat de kosten bestaan uit steekpenningen.
Tijdens de plenaire behandeling is vanuit de Eerste Kamer aangegeven dat de
uitsluiting van aftrek tot evidente gevallen beperkt zou moeten blijven, namelijk
indien blijkt dat de kosten steekpenningen betreffen.
Tijdens de behandeling is deze wijziging toegezegd. Het onderhavige voorstel
geeft hieraan uitvoering.
3. Budgettaire- en uitvoeringsaspecten
Met betrekking tot de belastingopbrengsten, de uitvoeringslasten en de
administratieve lasten worden geen gevolgen van betekenis verwacht.
ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING
Artikel I (artikel I van het wetsvoorstel 28 873
houdende de uitbreiding van de niet-aftrekbaarheid van kosten en lasten die
verband houden met omkoping)
In artikel 3.14, eerste lid, onderdeel h, van de Wet inkomstenbelasting
2001 wordt thans bepaald dat kosten en lasten die verband houden met giften,
beloften en diensten niet in aftrek komen bij de bepaling van de winst, indien
blijkt dat sprake is van een strafbaar feit als bedoeld in artikel 126, eerste
lid, 177, 177a, 328 ter, tweede lid of 328quater, tweede lid van het
Wetboek van Strafrecht.
Artikel II (inwerkingtredingbepaling)
Het wetsvoorstel voorziet in inwerkingtreding met ingang van hetzelfde
tijdstip als de inwerkingtreding van het bij koninklijke boodschap van 13 mei
2003 ingediende voorstel van wet (Uitbreiding van de niet-aftrekbaarheid van
kosten en lasten die verband houden met omkoping) (28 873). De uitbreiding
geldt aldus voor kosten die zijn gemaakt na het in werking treden van deze
wet en lasten die na dat tijdstip zijn opgekomen.
De Staatssecretaris van Financiën,
J. G. Wijn