30 402
Wijziging van de Mediawet in verband met additionele bezuinigingen op de rijksomroepbijdrage, verbeteringen in de financiële verslaglegging en de naamswijziging van het Bedrijfsfonds voor de pers

nr. 14
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 juni 2006

De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft mij op 14 juni 2006 tijdens het debat over het wetsvoorstel met additionele bezuinigingen op de rijksomroepbijdrage, verbeteringen in de financiële verslaglegging en de naamswijziging van het Bedrijfsfonds voor de pers, verzocht nadere informatie te verschaffen over de financiële situatie van de publieke omroep.

Zoals ik u tijdens het debat heb aangegeven, beschik ik op dit moment nog niet over voldoende solide informatie om voor het jaar 2007 en de volgende jaren een goed beeld te kunnen geven van de financiële situatie van de publieke omroep. In de Mediabegroting 2006 heb ik naar aanleiding van de verslechterde financiële prognoses toegezegd dat ik een aantal onderzoeken laat doen naar de reclameontwikkeling in de digitale toekomst en de alternatieve financieringsbronnen, waaronder de mogelijkheden tot samenwerking met derden voor de publieke omroep en de ruimte die er is voor nieuwe verdienmogelijkheden. Deze mogelijkheden ondersteun ik voor zover de wet dit toestaat.

U zult deze onderzoeken ontvangen na het zomerreces en ruim voor de Mediabegroting 2007.

Wel kan ik op dit moment een nadere toelichting geven op de factoren die van invloed zijn op de financiële situatie van publieke omroep en de verschillende oorzaken van het nog nader vast te stellen mogelijk tekort. Er wordt nog hard gewerkt aan oplossingen en de situatie kan zich dus nog ten positieve keren.

Samenstelling beschikbare jaarbudget voor de publieke omroep

Het jaarbudget van de publieke omroep is opgebouwd uit een drietal substantiële financiële bronnen: De rijksomroepbijdrage (1) en de reclameontvangsten (2) die jaarlijks via de Mediabegroting worden toegekend aan de publieke omroep. Daarnaast zetten omroepen een eigen bijdrage in (3) die afhankelijk is van de ontwikkeling van de inkomsten uit nevenactiviteiten van de omroepverenigingen zelf en de inzet van hun programmareserves. Deze eigen bijdrage valt buiten de rijksbijdrage. Hieronder schetst ik de situatie wat betreft de drie financiële bronnen.

1. Rijksomroepbijdrage

De door het kabinet Balkenende I en II opgelegde bezuinigingen op de Mediabegroting van € 64 miljoen structureel, zijn vanaf 2007 volledig doorvertaald in het budget van de landelijke publieke omroep. U heeft hierover onlangs van mij een brief ontvangen als reactie op de motie Atsma/Bakker1. De publieke omroep heeft deze bezuinigingen met efficiencymaatregelen ingevuld die zich vertalen in een evenredige kostendaling. De additionele bezuiniging van € 11 miljoen kan via een kostenbesparing op analoge distributie worden gerealiseerd.

2. Reclameontvangsten

De reclameontvangsten bedroegen tot en met 2004 gemiddeld € 200–€ 220 miljoen per jaar. Reclameontvangsten fluctueren met het economisch klimaat en zijn afhankelijk van de relatieve marktpositie die de publieke omroep heeft ten opzichte van de andere omroepen. In de periode 2004–2006 is de prognose van de Ster inkomsten tot twee keer toe neerwaarts bijgesteld. Voor 2006 en verdere jaren blijven de reclame ontvangsten bij ongewijzigd beleid onder druk staan. Met de invoering van een nieuw programmeringsmodel kunnen de reclameontvangsten weer gaan stijgen met circa € 22 miljoen per jaar.

Tabel: Prognose van de reclame-inkomsten Ster*

 20052006200720082009
Verwachte STER inkomsten (Mediabegroting)179174174174174
Bijgesteld op basis van programmeringsmodel00222222
Eerdere prognose STER inkomsten (Rijksbegroting)209225217231226
Saldo– 30– 51– 21– 35– 30

* Bron Mediabegrotingsbrief 2006

3. Eigen bijdrage van de omroepen

De eigen bijdrage van de omroepen vormt een kleiner aandeel van het jaarbudget van de publieke omroep, maar is toch een belangrijke bijdrage in de financiering van de jaarlijkse programmering. De netto-opbrengsten uit nevenactiviteiten van de omroepen zorgden de afgelopen jaren voor een financiële bijdrage van € 70 tot € 80 miljoen per jaar. Voor de jaren 2006 en verder worden lagere opbrengsten verwacht en wordt de eigen bijdrage ingeschat op € 30 á € 35 miljoen.

Tabel: Eigen bijdrage omroepen*

 2002200320042005200620072008
Programmageboden eigen bijdrage34293212868
Netto resultaat nevenactiviteiten37485430262526
Netto resultaat verenigingsactiviteit6101111
Totaal eigen bijdrage77788643353235

* Bron Meerjarenbegroting Publieke Omroep

De raad van bestuur Publieke Omroep heeft als reactie op het totaal van de financiële problematiek, aanvullende bezuinigingen in de programmering aangekondigd, zoals verlenging van de zomerprogrammering en meer herhalingen. Er worden ook extra bezuinigingen op NOS-RTV, radio en PO bestuur genoemd, totaal voor een bedrag van € 32,5 miljoen in 2007. Een eventueel resterend tekort komt ten laste van de budgetten van de A-omroepen.

Staatssteun

De beschikking van de Commissie in de Staatssteunzaak zal naar verwachting een dezer dagen openbaar worden gemaakt. Dan zal duidelijk worden of en wat de financiële consequenties zijn.

Incidentele factoren die van invloed zijn op het budget publieke omroep

Het Fonds Omroepreserve (FOR) en de programmareserves van de publieke omroepen hebben in de afgelopen jaren de fluctuaties in de inkomsten opgevangen. Met ingang van 2005 en 2006 is dit niet meer mogelijk. De FOR is leeg en de programmareserves zijn tot een minimumniveau gedaald.

Voor de jaren 2006, 2007 en 2008 kunnen incidentele meevallers en/of tegenvallers het budget van de publieke omroep beïnvloeden. De dividenduitkering van de NOS vanwege de verkoop van Nozema en incidentele reclame opbrengsten (vanwege uitbreiding zendtijd van 6,5 naar 10%) hebben positieve effecten. Reorganisatiekosten van de publieke omroep kunnen het budget negatief beïnvloeden.

Amendement Örgü/Van Dam

Tot slot wil ik in deze brief ingaan op het amendement Örgü/Van Dam (stuk nr. 12)

Tijdens het debat heb ik de Kamer dringend verzocht het onderwerp van aanpassing van de reclameregels niet en passant in het kader van onderhavig wetsvoorstel mee te nemen, omdat dit onderwerp een eigen zorgvuldige en samenhangende beoordeling vergt. Ik heb toegezegd na de zomer de Kamer een brief te sturen waarin het onderwerp van reclame in de volle breedte aan de orde komt. Daarin zal ik ook reageren op het onderzoek van het Commissariaat voor de Media naar de mogelijkheden om de huidige regels aan te passen teneinde een gelijk speelveld te creëren voor commerciële omroepen die onder de Nederlandse jurisdictie vallen en commerciële omroepen die onder buitenlandse jurisdictie vallen. Zoals in de reactie op het WRR advies Focus op Functies is aangegeven zal op basis van de uitkomsten van het onderzoek bekeken worden welke dereguleringsmaatregelen genomen zullen worden om een meer gelijk speelveld voor commerciële omroepen te creëren. Om bovengenoemde redenen ontraad ik het amendement. Ik geef u in overweging dit thema te betrekken in de bespreking van de eerdergenoemde onderzoeken en de kabinetsreactie op het WRR rapport.

Conclusie

Het doel van deze brief is om nadere financiële informatie te geven over de factoren die van invloed zijn op de financiële situatie van de publieke omroep. Op een mogelijk financieel tekort kan en wil ik niet vooruitlopen, omdat er hard gewerkt wordt aan oplossingen en de situatie zich nog ten positieve kan keren. Bij de Mediabegroting 2007 zal de balans worden opgemaakt.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M. C. van der Laan

Bijlagen liggen ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

– Mediabegrotingsbrief 2006. (30 300 VIII, nr. 59)

– Reactie op de motie Atsma/Bakker over realisatie bezuinigingen publieke omroep.(30 300 VIII, nr. 229)

– Overzicht van de realisatie van de Sterontvangsten over de periode 1995 tot 2005 en de prognoses voor de komende jaren.

– Nieuwsbrief van de Raad van Bestuur Publieke Omroep van 30 november 2005.

– Ontwikkeling Fonds Omroepreserve periode 1999 tot en met 2006.


XNoot
1

Kamerstuk 30 300 VIII, nr. 229.

Naar boven