30 391 VI
Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2005 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

nr. 3
VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 14 december 2005

De vaste commissie voor Justitie1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.

Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie,

De Pater-van der Meer

De griffier van de commissie,

Coenen

1

Zijn de inzichten en aanpassingen die zijn ontstaan in de tweede supplementaire begroting 2005 meegenomen in de begroting van 2006? Zo ja hoe, zo neen waarom niet?

Indien tijdig voor Prinsjesdag bekend, is de eventuele meerjarige doorwerking van inzichten en aanpassingen in de 2e suppletore begroting 2005 opgenomen in de begroting 2006 (Vermoedelijke Uitkomsten 2005). In de 2e suppletore begroting worden de mutaties met betrekking tot de Vermoedelijke Uitkomsten 2005 voor zover betrekking hebbend op het jaar 2005 herhaald.

2

Kan de regering in de gevallen waarin op de post «overig» een bedrag vermeld is dat groter is dan € 5 miljoen aangeven waaruit deze bedragen bestaan?

De post «overig» in het overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties bevat geen mutaties groter dan € 5 miljoen, behoudens mutaties van zuiver technische aard zoals de loon- en prijsbijstelling 2005.

3

Waarom gebruikt het Ministerie van Justitie een drempelbedrag voor het uitleggen van mutaties van € 5 miljoen, terwijl bij andere ministeries dit bedrag anders is, kan tevens worden uitgelegd waarom dat niet gelijk dient te zijn bij elk ministerie?

Justitie streeft er naar om in de suppletore begrotingen de nadruk te leggen op majeure, beleidsmatig relevante uitvoeringsmutaties. Het loslaten van een ondergrens zou een explosieve toename van de omvang van de begrotingsstukken tot gevolg hebben, hetgeen conflicteert met het uitgangspunt van handzame en toegankelijke begrotingsstukken.

Wij kunnen geen antwoord geven op de vraag naar de ongelijkheid van de drempelbedragen bij de diverse ministeries. De beweegredenen van andere ministers om de door hen gehanteerde ondergrens te hanteren zijn ons onbekend.

4

Vanwege een tegenvaller zijn de gerechtskosten met € 22 miljoen gestegen. Hoe kan de kostenstijging worden toebedeeld naar volumeontwikkeling, prijsontwikkeling en verandering in de aard van zaken?

De verdeling in de kosten als bedoeld in uw vraag wordt niet bijgehouden. Wel kan ik u meedelen dat er in 2005 geen prijsbijstellingen zijn geweest in het Besluit tarieven in strafzaken 2003.

Waar het om gaat is de verwachting dat de realisatie 2005 op gerechtskosten in strafzaken de begroting 2005 met ongeveer € 22 miljoen te boven zal gaan. Voor 2005 was er rond € 65 mln. begroot, terwijl in het jaar daarvoor (2004) uiteindelijk een uitputting van € 93,9 is gerealiseerd.

Overigens laat de verwachtte uitputting voor het eerst sinds jaren, als gevolg van beheersmaatregelen bij het OM en de nieuwe circulaire over de afbakening tussen politie- en justitiekosten, een daling zien t.o.v. het voorgaande jaar.

5

Kan de zinsnede over de tegenvaller bij gerechtskosten nl. dat bij die tegenvaller «de nodige voorzichtigheid betracht dient te worden» erop duiden dat dit bijvoorbeeld een verdubbeling van de tegenvaller betekent of nog meer? Aan welke orde van bedragen moet worden gedacht bij de Slotwet?

In de vervolgtekst is aangegeven dat er op dit moment signalen zijn dat de telecomproviders (massaal) een beroep doen op de uitzonderingsclausule waarbij zij onderbouwd en voorzien van een accountantsverklaring de in hun ogen werkelijke kosten in rekening kunnen brengen danwel de rekeningen niet indienen in afwachting van een uitspraak over de geldigheid van de tapregeling. Indien dit laatste het geval is, zal de tegenvaller zich wellicht in het geheel niet voordoen in 2005, maar mogelijk wel in 2006. Bij Slotwet zal hierover duidelijkheid bestaan.

6

Wat zijn de gevolgen van een negatieve uitspraak over de geldigheid van de tapregeling? Wordt er voorzien in een maatregel om de eventuele negatieve gevolgen weg te nemen?

Deze zaak is nog onder de rechter. We willen hierop niet vooruitlopen en wachten de uitslag af.

7

Wat is de reden van de lagere uitstroom uit de opvang van het COA met als gevolg een tegenvaller van ongeveer 22 miljoen euro? Heeft deze tegenvaller te maken met de achterstand van gemeenten bij de huisvesting van vluchtelingen? Of is er een andere reden? Zo ja, welke?

De meerkosten van de opvang hebben betrekking op een lagere uitstroom van ca. 2000 personen. Hiervan heeft het grootste deel betrekking op de huisvesting van statushouders en heeft het restant betrekking op het al dan niet gedwongen vertrek van uitgeprocedeerde personen.

8

Wat is de oorzaak van het lager aantal WAHV-sancties dan geraamd? Hoeveel lager is dit aantal? Is het correct dat er voor het begrotingsjaar 2006 niet wordt uitgegaan wordt van een daling van de ontvangsten uit boeten en transacties?

Bij Najaarsnota is aangegeven dat de ontvangsten voor 2005 uit hoofde van Boetes & Transacties lager zullen zijn dan het bedrag dat als kader in de Voorjaarsnota is opgenomen. Dit wordt verklaard doordat het aantal aan weggebruikers opgelegde WAHV-sancties met 800 000 achterblijft. Het aantal WAHV-sancties is afhankelijk van het gedrag van weggebruikers en laat zich lastig voorspellen. Over de eventuele meerjarige consequenties van de ontwikkeling van het aantal WAHV-sancies zal u bij Voorjaarsnota 2006 worden geïnformeerd op basis van de meest actuele inzichten.

9

Wat is de oorzaak van de tegenvallende opbrengst boeten en transacties? Is er minder gehandhaafd of zijn er minder overtredingen begaan?

Voor het antwoord wordt verwezen naar het antwoord bij vraag 8.

10

Zijn de kosten van de krimpoperatie van het COA minder hoog dan twee jaar geleden geraamd? Wat is de uitkomst?

Circa 2 jaar geleden werd voor de periode 2005 t/m 2007 uitgegaan van een prognose van € 91,0 mln. Thans is dit voor de periode 2005 t/m 2007 € 67,8 mln.

11

Waarom gaf het eigen vermogen van de Raad voor de Rechtspraak aanleiding tot een aanvulling van € 7,5 mln? Zou deze aanvulling ook zijn geschiedt zonder dat er sprake was geweest van onderuitputting van de Rechtspraak?

Per 1 januari 2005 zijn de Raad voor de rechtspraak en de gerechten overgegaan op een baten-lastenadministratie, dit mede in verband met de invoering van de prestatiegerichte bekostiging.

Binnen een baten-lastenadministratie vervult het eigen vermogen de functie van een buffer voor eventuele bedrijfsrisico’s die expliciet bij de dienst zijn neergelegd. Deze buffer is gemaximeerd op 5% van de omzet. Bij de bekostigingsafspraken zoals deze met de Raad zijn gemaakt en zijn vastgelegd in het besluit financiering rechtspraak zijn tevens afspraken gemaakt over de initiële vulling van deze reserve. Meer specifiek is afgesproken dat het Ministerie van Justitie in 2005 een storting van € 7,5 mln. doet in het eigen vermogen. Daarnaast is afgesproken dat de Raad voor de rechtspraak uit een eventuele onderuitputting bij de Raad en de gerechten in 2004 nog eens maximaal € 7,5 mag toevoegen aan het eigen vermogen. Aangezien de totale onderuitputting van Raad en gerechten in 2004 groter was dan 7,5 mln. is het mogelijk geweest de maximale 7,5 mln. vrij te maken voor het eigen vermogen. Daarmee wordt in 2005 in totaal € 15 mln. gestort in het eigen vermogen van de Raad (circa 2% van de exploitatie).

12

Waaruit bestaat de mutatie van € 12,944 miljoen op beleidsartikel DJI-gevangeniswezen-regulier (13.4.1)?

De mutatie betreft de som van een aantal van kaderverhogende enverlagende mutaties van per saldo € 12 944 miljoen negatief. De grootste en belangrijkste mutatie betreft de overboeking van € 24,2 mln. ten behoeve van de realisatie van extra TBS-plaatsen vanwege de passantenproblematiek. Deze mutatie wordt toegelicht in het hoofdstuk 2.1, Overzicht belangrijkste suppletore uitgavenmutaties 2005. Daarnaast betreft het een bijdrage uit HGIS in de kosten van de cellen t.b.v. het Joegoslavië-tribunaal (circa € 1,3 mln.). Voor het overige gaat het om mutaties van technische aard, zoals loon- en prijsbijstelling en mutaties samenhangend met de arbeidsvoorwaarden in de sector Rijk.

13

Kan de regering bij de toelichting bij beleidsartikel 14 jeugd aangeven waarom bij DJI-jeugd sprake is van een daling van € 7 041 miljoen en waarom de ontvangsten met 5,720 zijn gedaald?

Ten aanzien van de uitgaven bij DJI-Jeugd gaat het om een aantal kaderverhogende en -verlagende mutaties van per saldo € 7 miljoen negatief. De grootste en belangrijkste mutatie betreft de overboeking van € 12 mln. ten behoeve van VWS in het kader van optimalisatie zorgaanbod jeugdigen met ernstige gedragsproblemen. Deze mutatie wordt toegelicht in het hoofdstuk 2.1, Overzicht belangrijkste suppletore uitgavenmutaties 2005. Voor het overige gaat het om mutaties van technische aard zoals loon- en prijsbijstelling.

Ten aanzien van de ontvangsten kan aanvullend op de reeds opgenomen toelichting in de 2e suppletore begroting (pagina 10) worden gemeld dat er bij de Raad voor de Kinderbescherming in het kader van detacheringen en USZO (uitvoeringsinstelling sociale zekerheid voor overheid) een ontvangstenmeevaller is opgetreden waardoor de tegenvaller bij de ontvangsten per saldo uitkomt op € 5,720 miljoen.


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van de Camp (CDA), De Vries (PvdA), Van Heemst (PvdA), Vos (GL), Rouvoet (CU), De Wit (SP), Albayrak (PvdA), Luchtenveld (VVD), Wilders (Groep Wilders), Weekers (VVD), De Pater-van der Meer (CDA), Voorzitter, Çörüz (CDA), Verbeet (PvdA), Ondervoorzitter, Wolfsen (PvdA), De Vries (CDA), Van Haersma Buma (CDA), Eerdmans (LPF), Van Vroonhoven-Kok (CDA), Varela (LPF), Van Fessem (CDA), Straub (PvdA), Nawijn (Groep Nawijn), Van der Laan (D66), Visser (VVD), Azough (GL), Van Egerschot (VVD), Vacature (PvdA) en Vacature (SP).

Plv. leden: Jonker (CDA), Dijsselbloem (PvdA), Timmer (PvdA), Halsema (GL), Van der Staaij (SGP), Van Velzen (SP), Tjon-A-Ten (PvdA), Van Baalen (VVD), Blok (VVD), Hirsi Ali (VVD), Aasted Madsen-van Stiphout (CDA), Jager (CDA), Van Heteren (PvdA), Arib (PvdA), Buijs (CDA), Sterk (CDA), Kraneveldt (LPF), Joldersma (CDA), Van As (LPF), Ormel (CDA), Van Dijken (PvdA), Lambrechts (D66), Van Schijndel (VVD), Karimi (GL), Örgü (VVD), Kalsbeek (PvdA) en Vergeer (SP).

Naar boven