30 388
Eergerelateerd geweld

nr. 14
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN JUSTITIE EN VOOR WONEN, WIJKEN EN INTEGRATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 maart 2007

Tijdens het VAO eergerelateerd geweld op 8 maart jl. heeft het lid Sterk een motie (Tweede Kamer 2006–2007, 30 388, nr. 13) ingediend die zij aanhoudt in afwachting van het antwoord op drie vragen:

1. Gaan de twee pilots voor de opvang van minderjarige slachtoffers van eergerelateerd geweld op 1 april van start?

2. Is de opvang in deze pilots ook beschikbaar voor slachtoffers in de leeftijd 18 tot 23 jaar indien zij begeleiding als minderjarige nodig hebben?

3. Is er sprake van 24-uurs opvang in deze pilots?

Met deze brief willen wij – mede namens de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport – deze vragen beantwoorden.

Zoals in het algemeen overleg met uw commissie voor integratie op 8 februari jl. door de toenmalige minister voor Integratie, Jeugdbescherming, Preventie en Reclassering is aangegeven, kennen deze pilots een tweeledig doel. In de eerste plaats moeten zij op korte termijn passende hulpverlening en opvangplaatsen bieden voor de groep van minderjarige slachtoffers voor wie thans geen adequate opvang mogelijk is. In de tweede plaats moeten zij een structurele bijdrage leveren aan het oplossen van de bestuurlijke knelpunten die nu een adequate opvang in de weg staan. Zoals bekend en besproken in het algemeen overleg kampen instellingen van vrouwenopvang bij de opvang van minderjarigen met verschillende problemen met betrekking tot de financiering van deze opvang. Dat betekent dat in de pilots door alle bestuurlijke en hulpverlenende instanties moet worden samengewerkt om binnen de nieuwe opvang deze – veelal bestuurlijke – problemen in kaart te brengen en op te lossen. Zoals ook in het algemeen overleg is toegezegd, zullen de pilots in ieder geval in de opstartfase in 2007 worden gefinancierd vanuit het programmabudget eergerelateerd geweld. Dit gebeurt door middel van een projectsubsidie.

Op dit moment worden voorstellen vanuit o.a. de instellingen voor vrouwenopvang in Friesland en Tilburg voorbereid. Deze houden rekening met de volgende componenten: participatie van provincie, gemeente en hulpverleningsinstanties en een goed financieel beeld dat voldoet aan de wettelijke regeling voor het verlenen van subsidies. Het programma eergerelateerd geweld verleent hierbij alle mogelijke steun. Tegelijkertijd worden de voorbereidingen getroffen voor de opvangplaatsen. Dit vergt uiteraard bestuurlijke en organisatorische werkzaamheden. De voorbereidingen voor beide pilots zijn in volle gang en de intentie bij alle deelnemers is om zo snel mogelijk met de pilots te beginnen. De doelstelling is om op 1 april de opzet van de pilots met alle partners rond te hebben zodat de instellingen de nodige voorbereidingen starten en de opvangplaatsen beschikbaar krijgen. Naar verwachting zal de pilot in Friesland op 1 april a.s. daadwerkelijk van start gaan met acht opvangplaatsen. Voor de pilot in Tilburg zal eind maart het plan van aanpak gereed zijn. In dat plan van aanpak zal de instelling voor vrouwenopvang ook duidelijkheid verschaffen over het aantal opvangplekken en de termijn waarop daadwerkelijk opvang beschikbaar is. Over de stand van zaken wordt u in de eerstvolgende rapportage van het programma eergerelateerd geweld, die is voorzien voor mei 2007, nader geïnformeerd. Wij tekenen daarbij aan dat belangrijk is dat de pilots op een goede wijze van start kunnen gaan en de instellingen voor vrouwenopvang alle voorbereidingen hebben kunnen treffen. Over de opzet van de twee pilots wordt u nader geïnformeerd in de eerstvolgende rapportage van het programma eergerelateerd geweld. Dan zal ook ingegaan worden op de financiering van de pilots. Zoals door de Minister voor Integratie, Jeugdbescherming, Preventie en Reclassering in het algemeen overleg met uw commissie voor integratie op 8 februari jl. is aangegeven, kan thans alleen de opstartfase van de pilots vanuit het budget voor het programma eergerelateerd geweld worden gefinancierd.

In de pilots kunnen – in lijn met de bestaande regelingen voor jeugdzorg en indien hiervoor een indicatie is – ook slachtoffers in de leeftijd van 18 tot 23 jaar worden opgevangen en behandeld. Het ligt in de bedoeling hier ruimharig mee om te gaan: slachtoffers in deze leeftijdscategorie zullen in plaats van in de reguliere vrouwenopvang in de pilot worden opgevangen indien zij – gezien hun situatie – jeugdhulpverlening behoeven. Met de jeugdhulpverlening worden in de pilots voorts afspraken gemaakt over het aanbod van hulpverlening aan deze groep. Daarnaast worden in de pilots de eventuele bestuurlijke knelpunten met deze groep eveneens aan het licht gebracht.

Bij de opvang van deze groep in de pilots is sprake van 24-uurs opvang.

Met deze antwoorden menen wij dat de genoemde motie van het lid Sterk de inrichting van de pilots voor de opvang van minderjarige slachtoffers ondersteunt.

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

De Minister voor Wonen, Wijken en Integratie,

C. P. Vogelaar

Naar boven