nr. 17
AMENDEMENT VAN HET LID JOLDERSMA
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel I, onderdeel BB, wordt artikel 7.51 als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid, onderdeel b, komt te luiden:
b. als gevolg van in het vijfde lid genoemde of door het instellingsbestuur
vastgestelde bijzondere omstandigheden studievertraging heeft opgelopen of
naar verwachting zal oplopen,.
2. In het tweede lid, onderdeel c, wordt na «uitlooprechten»
ingevoegd: , over leer- en uitlooprechten beschikt maar die in verband met
de aanwezigheid van een bijzondere omstandigheid niet aanwendt.
3. Toegevoegd wordt een nieuw lid, luidende:
4. De bijzondere omstandigheden die bij de toepassing van het tweede
lid, onderdeel b, in aanmerking worden genomen, zijn in elk geval:
a. het lidmaatschap van het bestuur van een studentenorganisatie
van enige omvang met volledige rechtsbevoegdheid,
b. activiteiten op bestuurlijk of maatschappelijk gebied die naar
het oordeel van het instellingsbestuur mede in het belang zijn van de instelling
of van het onderwijs dat de student volgt,
c. ziekte of zwangerschap,
d. een lichamelijke, zintuiglijke of andere functiestoornis, en
e. bijzondere familieomstandigheden.
Toelichting
Dit amendement wil bevorderen dat studenten zich bestuurlijk en maatschappelijk
verdienstelijk blijven inzetten. Het maakt het daarom mogelijk om vanuit het
profileringsfonds van de instelling studenten die zich bestuurlijk en maatschappelijk
verdienstelijk maken tussentijds te compenseren in plaats van achteraf. Deze
studenten hoeven geen leerrechten en uitlooprechten in te zetten. Tevens beoogt
dit amendement de bijzondere omstandigheden waaronder studenten
onder het profileringsfonds vallen nader aan te duiden, zodat de genoemde
omstandigheden er in ieder geval onder vallen.
Joldersma