nr. 8
NOTA VAN WIJZIGING
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel I wordt als volgt gewijzigd:
Voor onderdeel A wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
A0
In artikel 3, vierde lid, wordt «het sociaal-fiscaal nummer, bedoeld
in artikel 47b van de Algemene wet inzake rijksbelastingen» vervangen
door: het burgerservicenummer, bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Wet
algemene bepalingen burgerservicenummer.
B
Artikel III komt te luiden:
Artikel III
1. Deze rijkswet treedt met uitzondering van artikel I, onderdeel
Aa, in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het
Staatsblad waarin zij wordt geplaatst en vervalt vijf jaar na het tijdstip
van inwerkingtreding.
2. Artikel I, onderdeel Aa, treedt in werking op het tijdstip waarop
artikel 1 van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer in werking treedt.
Indien het Staatsblad waarin deze rijkswet wordt geplaatst, wordt uitgegeven
na het tijdstip waarop artikel 1 van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer
in werking is getreden, treedt artikel I, onderdeel Aa, in werking met ingang
van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze rijkswet
wordt geplaatst, en werkt dit artikel terug tot en met het tijdstip waarop
artikel 1 van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer in werking is
getreden.
Toelichting
Bij Koninklijke boodschap van 22 september 2005 is het voorstel van
wet houdende algemene bepalingen betreffende de toekenning, het beheer en
het gebruik van het burgerservicenummer (Wet algemene bepalingen burgerservicenummer)
(Kamerstukken II 2005/06, 30 312, nr. 1) aan de Tweede Kamer gezonden.
Met dit voorstel wordt een algemeen persoonsnummer geïntroduceerd ter
verbetering van de communicatie tussen burgers en overheid en de vergroting
van de efficiency van de overheid. Het persoonsnummer kan tevens worden gebruikt
door daartoe aangewezen organisaties die niet tot de overheid behoren. Het
reeds bestaande sociaal-fiscaalnummer wordt met dit doel omgezet in een burgerservicenummer.
Als gevolg van de omzetting van het sociaal-fiscaalnummer in het burgerservicenummer
is een grote hoeveelheid aanpassingswetgeving nodig. Deze aanpassingwetgeving
is opgenomen in een voorstel van wet houdende aanpassing van enige wetten
in verband met de invoering van het burgerservicenummer (Aanpassingswet burgerservicenummer)
dat binnenkort aan de Tweede Kamer zal worden gezonden.
De omzetting van het sociaal-fiscaalnummer in het burgerservicenummer
noopt tevens tot wijziging van artikel 3, vierde lid, van de Paspoortwet.
De wijziging van dat artikel kan niet worden opgenomen in de hierboven genoemde
Aanpassingswet, omdat de Paspoortwet gewijzigd dient te worden bij rijkswet.
Uit oogpunt van doelmatigheid wordt deze wijziging als nota van wijziging
toegevoegd aan het thans aanhangig voorstel tot wijziging van de Paspoortwet.
Artikel 3, vierde lid, heeft overigens geen betekenis voor ingezetenen van
de Nederlandse Antillen en Aruba.
In artikel 3, vierde lid, van de Paspoortwet is bepaald dat op nader door
de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan te wijzen reisdocumenten
die worden verstrekt aan Nederlanders die als ingezetene zijn ingeschreven
in de basisadministratie persoonsgegevens van een gemeente het sociaal-fiscaalnummer
wordt vermeld. Voorgesteld wordt om in artikel 3, vierde lid, van de Paspoortwet
te bepalen dat voortaan het burgerservicenummer wordt vermeld.
Op de reisdocumenten wordt het sociaal-fiscaalnummer vermeld onder de
aanduiding persoonsnummer. Uit het voorgestelde artikel 23, eerste lid, van
de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer volgt dat sociaal-fiscale nummers
die zijn toegekend aan personen die zijn ingeschreven in de gemeentelijke
basisadministratie personen (GBA) van rechtswege worden omgezet in burgerservicenummers.
Dat betekent dat reisdocumenten die zijn verstrekt voorafgaand aan de inwerkingtreding
van het voorgestelde artikel 22, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen
burgerservicenummer en waarop een sociaal-fiscaalnummer is opgenomen, na de
inwerkingtreding van genoemd artikel 22 feitelijk reeds het burgerservicenummer
bevatten. Om deze reden kan aan de voorgestelde wijziging van de Paspoortwet
onmiddellijke werking worden verleend en is afgezien van een overgangsbepaling.
In artikel III is bepaald dat de inwerkingtreding van de wijziging van
artikel 3, vierde lid, van de Paspoortwet is gekoppeld aan de inwerkingtreding
van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer.
Met de voorgestelde wijziging zijn geen administratieve lasten voor burgers
of bedrijven gemoeid.
De Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties,
A. Pechtold