30 376
Samenvoeging van de gemeenten Medemblik, Noorder-Koggenland en Wognum

nr. 4
VERSLAG

Vastgesteld 20 december 2005

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen.

Onder het voorbehoud dat de regering de gestelde vragen tijdig en genoegzaam zal hebben beantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.

Inhoudsopgave blz.

1.Inleiding1
2.Totstandkoming van het herindelingsadvies, voorgeschiedenis en regionale problematiek 2
3.De provincie Noord-Holland3
4.De positie van de gemeente Hoorn 3
5.De positie van de gemeente Wieringermeer 4
6.Financiële aspecten5

1. Inleiding

De leden van de CDA fractie laten weten kennis te hebben genomen van het voorliggende wetsvoorstel.

De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel tot samenvoeging van de gemeenten Medemblik, Noorder-Koggenland en Wognum. Zij hebben eveneens kennis genomen van het draagvlak in de gemeenteraden en de inspanningen die de gemeenten zich hebben getroost overleg te voeren met de inwoners. Bij deze leden leven een aantal vragen.

Ook de leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het wetsvoorstel. Alvorens een standpunt in te nemen, willen zij graag een aantal opmerkingen maken en de regering een aantal vragen voorleggen.

De leden van de SP-fractie hebben kennis genomen van het wetsvoorstel. Deze leden blijven het vreemd vinden dat de inbreng van de burgers vande gemeenten niet serieus genomen wordt. Zij bepleiten een verplicht referendum onder de bevolking bij een herindelingswet. Het resultaat kan aangehecht worden aan het wetsvoorstel voor de fusie. Dit doet recht aan het Handvest voor lokale autonomie en de regel uit de wet Algemene regels herindeling (Arhi) dat het draagvlak voor een herindeling een belangrijke factor is bij herindeling.

De leden van de SGP-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het voorliggende wetsvoorstel. Zij stellen vast dat het gaat om een samenvoeging die van onderop is geïnitieerd, waarmee voldaan wordt aan het hoofdcriterium van het beleidskader inzake gemeentelijke herindeling.

2. Totstandkoming van het herindelingsadvies, voorgeschiedenis en regionale problematiek

Voor de leden van de CDA-fractie maakt dit voorstel deel uit van een grotere heroriëntatie op werkwijze en functioneren van de onderscheiden gemeenten in de regio West-Friesland. Reeds enige jaren wordt er gesproken over vrijwillige herindeling die ertoe leidt dat er bestuurskrachtige gemeenten ontstaan die de opgaven voor het gebied en haar inwoners voor een lange periode goed zullen kunnen behartigen.

De structuur van het gebied getuigt volgens deze leden van een stevige interne samenhang van de nieuwe gemeente. Gezien de positieve opstelling van de 3 gemeenteraden en GS én vanwege het feit dat er gedurende de periode dat het herindelingsontwerp ter visie heeft gelegen maar 2 inspraakreacties zijn ontvangen blijkt dat er breed draagvlak bestaat voor deze herindeling van onderop binnen de gemeenten.

De leden van de PvdA-fractie merken op dat de gemeenten eerder getracht hebben Wervershoof en Opmeer bij deze herindeling te betrekken. Deze poging is op niets uitgelopen. Zij vragen de regering een toelichting te geven op deze poging en de overwegingen die daarbij een rol hebben gespeeld.

De nieuwe gemeente zal 26 000 inwoners tellen. Hoe beoordeelt de regering deze omvang in relatie tot de ambitie van de nieuwe gemeente? Is de regering van oordeel dat dan sprake is van een duurzame herindeling?

Zij ontvangen ook graag een toelichting op de rol die de provincie hierbij heeft gespeeld. Is deze rol pro-actief en regisserend van aard geweest of heeft de provincie een meer afwachtende rol gespeeld?

Het is de leden van de VVD-fractie onduidelijk wat de samenhang is tussen de diverse voorstellen tot herindeling van West-Friesland. Ook betreuren zij het dat de regering niet met één integraal herindelingsplan naar de Kamer komt. Kan de regering hen nader informeren over het integrale beeld van dit gebied? Wat zijn de plannen met de gemeente Opmeer en de gemeente Wervershoof?

Met zorg zien de leden van de VVD-fractie dat ook na de nu voorliggende wetsvoorstellen er nog steeds een aantal zeer kleine gemeenten in de regio West-Friesland over blijven. Hoe ziet de regering de toekomst van deze gemeenten? Hoe beperkend is deze situatie op de gehele regio en met name ook op de bestuurlijke mogelijkheden van de gemeenten die thans worden samengevoegd? Hoe groot is de kans, zo vragen de leden van de VVD-fractie, dat er binnen enkele jaren wederom herindelingen moeten plaatsvinden omdat zal blijken dat de nu voorliggende voorstellen voor de gehele West-Friese regio onvoldoende zullen blijken te zijn? Fusieprocessen zijn ingrijpende processen waaraan vele nadelen verbonden zijn. Toch zijn ze vaak noodzakelijk om voor de burgers ook op langere termijn een kwalitatief goed bestuur mogelijk te maken. Acht de regering de nu voorliggende voorstellen voldoende toekomst bestendig, zo vragen de leden van de VVD-fractie nadrukkelijk.

De leden van de SGP-fractie vragen of vaststaat dat met de nieuwe gemeente ook voor de langere termijn een duurzame bestuurlijke eenheid wordt gecreëerd. Zij vragen in dat kader ook een integrale schets te geven van de bestuurlijke verhoudingen en ontwikkelingen in de regio en de plaats die de nieuw te vormen gemeente daarin inneemt.

3. De provincie Noord-Holland

Naar aanleiding van de reacties en discussie in de hoorzitting die de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op 7 december jl. heeft belegd, constateren de leden van de CDA-fractie dat er door de provincie een herindelingadvies is afgegeven dat, behoudens bij de betrokken gemeenten die gaan herindelen, stuit op bezwaar van de gemeente Hoorn. Waarom is hiervan in het wetsvoorstel geen melding gemaakt? Graag vernemen deze leden de reactie van de regering.

De leden van de PvdA-fractie vragen welke opvatting de regering heeft over de regierol van de provincie in dit voorstel tot herindeling. Hoe verhoudt zich de rolopvatting van de provincie tot het adagium: «van onderop»?

De leden van de VVD-fractie kunnen zich niet aan de indruk onttrekken dat de provincie Noord-Holland ernstig tekort is geschoten in zijn regievoerende rol in het kader van de wet Arhi. Als gemeenten het niet eens worden over een herindeling, en dat is vaak heel begrijpelijk, dan is er juist de noodzaak dat de provincie een sterkere bestuurlijke rol speelt. In andere provincies zijn daar zeer goede voorbeelden van te vinden. De leden van de VVD-fractie betreuren het zeer dat de provincie Noord-Holland tussentijds de handdoek in de ring heeft gegooid en niet de bestuurskracht heeft voor de gehele regio met één samenhangend plan te komen.

4. De positie van de gemeente Hoorn

De leden van de CDA-fractie brengen naar voren dat tijdens de genoemde hoorzitting door de burgemeester van Hoorn is gemeld dat Hoorn wél problemen heeft met de samenvoeging van Medemblik, Noorder-Koggenland en Wognum vanwege het feit dat deze de ruimtelijke mogelijkheden van Hoorn voor de nabije toekomst zou gaan beperken. In tegenstelling tot eerdere schriftelijke toezeggingen (25 juli 2000) van de gemeente Wognum, maakt een grenscorrectie van ca. 100 ha (Westfrisia-Noord) nu geen onderdeel meer uit van het wetsvoorstel. Daardoor heeft Hoorn geen enkele ruimte voor bedrijvigheid meer, aldus de burgemeester van Hoorn. Is dit bij de regering bekend en wat is haar reactie daarop?

Is de regering het eens met de stelling van de burgemeester van de gemeente Hoorn dat herindelen in dit geval pas aan de orde zou behoren te zijn nadat de ruimtelijke vraagstukken zijn opgelost?

De regering stelt dat de herindeling goed past binnen de regionale ontwikkelingen. Waar is dit oordeel van de regering op gebaseerd, zo vragen de leden van de PvdA-fractie. Zij voegen op dit punt de volgende vragen toe. Is de regering op de hoogte van de situatie van Hoorn, dat geen enkele uitbreidingsmogelijkheid meer heeft en daarom economisch sterk in de problemen raakt (van plaats 50 naar plaats 150 wat betreft vestigingsklimaat)? Is het de regering bekend dat er hierdoor sprake is van een terugloop van de werkgelegenheid? Is de regering bekend met de ontwikkeling t.a.v. de woningbouw en het regionale bedrijventerrein? Zo ja, kan de regering dan een toelichting geven op het proces in de regio, het lopende overleg tussen de gemeenten en op de gerezen meningsverschillen tussen gemeenten en provincie? Kan de regering dit per onderdeel doen, zowel t.a.v. de inhoud van de planologische ontwikkelingen, als t.a.v. het te lopen proces in de herindeling? Is de regering van mening, zoals de leden van de fractie van de PvdA, dat er samenhang dient te zijn tussen de ruimtelijke ontwikkelingen en de planologische ontwikkelingen? Is de regering op de hoogte van de grenscorrectievoorstellen van de gemeente Hoorn? Zo ja, waarom heeft de regering er in dit wetsvoorstel geen enkele aandacht aan besteedt? Hoe ziet de regering, ook in de tijd, deze voorstellen? Is de regering op de hoogte van het rapport opgesteld door Jan Baas, burgemeester van Enkhuizen over deze problematiek?

De leden van de VVD-fractie vragen hoe de opvatting van GS van Noord-Holland, dat de herindeling in West-Friesland (beide voorstellen) geheel los moet worden gezien van de ruimtebehoefte voor bedrijfsterreinen en woningbouw van de gemeente Hoorn, zich verhoudt tot punt 1 van het beleidskader gemeentelijke herindeling.

Ook de discussie over de noodzaak van een grenscorrectie ten behoeve van de gemeente Hoorn is naar de mening van de aan het woord zijnde leden nog onvoldoende gevoerd. Wat is de opvatting van de regering ten aanzien van dit onderwerp, zo vragen zij. Van de gemeenten Noord-Koggemerland en Wognum hebben zij niet de indruk gekregen dat deze zullen meewerken aan een vrijwillige grenscorrectie. Waarom denkt de regering dat de nieuwe gemeente Medemblik daar anders over zal denken? Acht de regering de wens van de gemeente Hoorn legitiem, zo vragen de leden van de VVD-fractie.

De leden van de SP-fractie wijzen op het slepende conflict over het bedrijventerrein in de omgeving van Hoorn, waarvoor deze gemeente geen ruimte zou hebben. Er is meningsver-schil over de noodzaak van dit bedrijventerrein. Deze leden verzoeken de regering kennis te nemen van de verschillende opvattingen en haar oordeel te geven over de thans ontstane situatie.

De leden van de SGP-fractie stellen vast dat er nog discussies lopen over mogelijke grenswijzigingen met de gemeenten Hoorn en Wieringermeer, zodat respectievelijk de gemeente Hoorn en de kern Medemblik de nodige uitbreiding kunnen realiseren. Zij begrepen dat de provincie deze punten los wil zien van het herindelingstraject. Wat is de opvatting van de regering daarover, zo vragen deze leden. Zij zijn van mening dat bij een herindeling een integrale visie op het gebied aan de orde moet zijn en dat alle discussies rondom de grenzen van de te vormen gemeente bij gelegenheid van de herindeling afgehandeld moeten worden. Deelt de regering deze visie? Zij vragen daarom of kan worden gegarandeerd dat de bedoelde discussies over de grens tussen de gemeenten Hoorn en Wieringermeer binnen afzienbare tijd kunnen worden afgerond, zodat na de beoogde samenvoeging geen «losse einden» overblijven.

5. De positie van de gemeente Wieringermeer

Over de ruimte die de nieuwe gemeente voor de toekomst heeft merken de leden van de CDA-fractie het volgende op. In het wetsvoorstel geeft de regering aan dat naar aanleiding van een verzoek van één van de drie fusiegemeenten (Medemblik) om een grenscorrectie met buurgemeente Wieringermeer, «het provinciebestuur in zijn zienswijze op het herindelings-advies aangekondigd heeft zich hierover te buigen nadat de wetgever zich heeft uitgesproken over onderhavig fusievoorstel.»

Deze leden ontvangen graag een reactie van de regering op het, huns inziens opmerkelijke feit, dat de provincie enerzijds de nieuwe gemeente klaar acht voor de nieuwe opgaven en tegelijkertijd, nog voordat het wetsvoorstel in behandeling wordt genomen, aankondigt dat men na de behandeling van het wetsvoorstel een grenscorrectie van ca 450 ha met Wieringermeer gaat regelen. Gedeputeerde Moens van de provincie Noord-Holland heeft deze handelswijze nogmaals bevestigd in de hoorzitting die de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op 7 december 2005 heeft belegd. Waarom is dit vraagstuk niet vóór indienen van het wetsvoorstel opgelost zodat er een integrale en afgewogen voorstel ligt, zo vragen deze leden. Wat is de opvatting van de gemeente Wieringermeer over deze door Wognum en provincie gewenste grenscorrectie? Heeft de provincie hierin naar het oordeel van de regering wel voldoende initiatief genomen?

De leden van de PvdA-fractie vragen hoe de regering staat tegenover de gewenste grenscorrectie met Wieringermeer. Hoe beoordeelt de regering het tijdspad dat nu doorlopen wordt, namelijk om de besluitvorming in deze uit te stellen tot na de lokale verkiezingen? Wat verwacht de regering in deze van de provincie?

De leden van de VVD-fractie vragen of de regering bekend is met de nadrukkelijke wens van de gemeente Medemblik dat de herindeling zou moeten worden gevolgd door een grenscor-rectie met de gemeente Wieringermeer, waarbij aan de nieuw te vormen gemeente Medemblik nog 400 à 450 ha grondgebied zou moeten worden toegevoegd? Hoe beoordeelt de regering deze wens van de gemeente Medemblik? Indien de regering deze wens positief beoordeelt, acht zij het dan juist dat dit volgtijdelijk plaatsvindt? Welke garantie kan de minister geven dat dat dan ook zal gebeuren? Opnieuw kunnen de leden van de VVD-fractie zich niet aan de indruk onttrekken dat er bestuurlijk te weinig regie is gevoerd.

6. Financiële aspecten

De leden van de CDA-fractie achten het van belang dat er na de herindeling een gemeente ontstaat die klaar is voor de opgave die haar de komende jaren te wachten staat én die een financieel gezond meerjarenperspectief kent. Op basis van onderzoek is de provincie tot het oordeel gekomen dat de financiële positie van de huidige gemeenten redelijk is en dat de nieuwe gemeente levensvatbaar is. Deze conclusie wordt gedeeld door de regering. Deze leden vragen of de maatregelen, die door de gemeenten getroffen worden, voldoende zijn om te kunnen stellen dat de financiële toekomst perspectiefvol is.

De leden van de PvdA-fractie vragen de regering een exactere toelichting te geven op de opmerking over de financiële positie. Deze wordt redelijk genoemd. Wat is het criterium voor redelijk? De regering gaat er van uit dat de herindeling zal leiden tot financiële schaalvoordelen. Waar baseert de regering haar mening op en kan zij dit aan de hand van voorbeelden uit andere herindelingen staven? Deze leden verwijzen hierbij naar de enorme lastenverzwaring in de gemeente Berkelland (Achterhoek). Die gemeente zal juist door de herindeling haar inwoners zwaarder gaan belasten.

De voorzitter van de commissie,

Noorman-den Uyl

Adjunct-griffier van de commissie,

Hendrickx


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Kalsbeek (PvdA), Van Heemst (PvdA), Noorman-den Uyl (PvdA), Voorzitter, Vos (GL), Van Beek (VVD), Ondervoorzitter, Van der Staaij (SGP), Luchtenveld (VVD), Wilders (Groep Wilders), De Pater-van der Meer (CDA), Duyvendak (GL), Spies (CDA), Eerdmans (LPF), Sterk (CDA), Van der Ham (D66), Haverkamp (CDA), Van Fessem (CDA), Smilde (CDA), Straub (PvdA), Nawijn (Groep Nawijn), Boelhouwer (PvdA), Dubbelboer (PvdA), Van Hijum (CDA), Van Schijndel (VVD), Irrgang (SP), Vacature (algemeen), Vacature (algemeen) en Vacature (SP).

Plv. leden: De Vries (PvdA), Dijsselbloem (PvdA), Fierens (PvdA), Halsema (GL), Weekers (VVD), Slob (CU), Hirsi Ali (VVD), Szabó (VVD), Rambocus (CDA), Van Gent (GL), Çörüz (CDA), Van As (LPF), Van Haersma Buma (CDA), Koşer Kaya (D66), Knops (CDA), Van Bochove (CDA), Algra (CDA), Hamer (PvdA), Hermans (LPF), Leerdam (PvdA), Wolfsen (PvdA), Eski (CDA), Van der Sande (VVD), Kant (SP), Balemans (VVD), Vacature (PvdA) en De Wit (SP).

Naar boven