nr. 17
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN
MILIEUBEHEER
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 december 2007
Met deze brief wil ik u op de hoogte brengen van het feit dat ik op 4 december
2007 een convenant heb afgesloten met Yara Sluiskil en de provincie Zeeland
om een structurele bijdrage te leveren aan het verminderen en uiteindelijk
beëindigen van het zeetransport van ammoniak door Yara en daarmee van
het verminderen van de risico’s over de Westerschelde.
Een samenvatting van het convenant is bij deze brief gevoegd1.
Yara investeert 300 miljoen euro in een nieuwe ureumfabriek in Sluiskil
waardoor het transport van ammoniak per zeeschip langs Vlissingen aanzienlijk
wordt gereduceerd. Hierdoor wordt bijna tweederde minder ammoniak per zeeschip
getransporteerd ten opzichte van de huidige situatie (dan 185 000 ton
t.o.v. 550 000 ton nu). Wat betekent dat er één zeetransport
per drie weken over de Westerschelde vaart in plaats van iedere week. Yara
streeft ernaar om het transport van ammoniak over de Westerschelde binnen
acht jaar geheel te beëindigen.
Op grond van de circulaire schadevergoedingen bij toepassing van artikel
15.20 van de Wet milieubeheer is Yara gerechtigd tot een vergoeding voor de
schade en kosten ten gevolge van de gedeeltelijke intrekking van de vergunning
Wet milieubeheer door bevoegd gezag. De totale vermogensschade en incidentele
bedrijfsschade is door de Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken (SAOZ) vastgesteld
op € 13 120 000. Ik keer deze schade rechtstreeks uit
als voorschot aan Yara Sluiskil.
Yara Sluiskil zal jaarlijks een schriftelijke rapportage uitbrengen over
de voortgang van de uitvoering van de verplichtingen in het convenant. Ik
zal u informeren over deze voortgang in de jaarlijkse voortgangsrapportage
Externe Veiligheid.
Met de ondertekening van het convenant wordt invulling gegeven aan één
van de maatregelen uit het kabinetsstandpunt Ketenstudies (TK 27 801,
nr. 26, 22 december 2004). Dit Kabinetsstandpunt Ketenstudies is
op 22 december 2004 vastgesteld in de Ministerraad. Het kabinet
heeft haar standpunt op 23 maart 2005 voorgelegd aan u in een algemeen
overleg.
De Ketenstudies ammoniak, chloor en LPG hebben de gehele keten van productie,
opslag, transport, distributie en gebruik van deze stoffen en de risico’s
daarbij voor de omgeving in beeld gebracht. De Ketenstudies beoogde structurele
oplossingen te vinden voor zowel bestaande veiligheidsknelpunten als knelpunten
die voortvloeien uit gewenste ruimtelijke ontwikkelingen. Het kabinetsstandpunt
Ketenstudies benoemt de maatregelen die uiteindelijk zijn geselecteerd op
basis van een maatschappelijke kosten- en batenanalyse.
De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
J. M. Cramer