30 368
«Gratis» openbaar vervoer

nr. 8
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 augustus 2007

De vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat heeft bij brief van 4 juli 2007 (07-VW-B-051) gevraagd om een overzicht van alle huidige en toekomstige proeven met gratis openbaar vervoer, en de monitoring en evaluatie die daarbij zal gaan plaatsvinden. Ik wil aan dat verzoek met deze brief graag voldoen.

De huidige proeven met gratis of goedkoop OV zijn in drie categorieën in te delen, namelijk.

1. de proef met gratis OV voor ouderen van 65 jaar en ouder in de daluren;

2. de proef met gratis of goedkoper OV voor forenzen met het oog op filevermindering;

3. de aanbieding van gratis of goedkoper OV bij groot onderhoud aan het wegennet. Over de eerste twee groepen heb ik u in mijn brieven van 5 en 18 juni 20071 reeds in algemene zin geïnformeerd. Ik zal u in het onderstaande nader toelichten hoe de monitoring en evaluatie bij elk van deze groepen van experimenten plaatsvindt.

1. Gratis openbaar vervoer voor ouderen van 65 jaar en ouder

In alle vier de regio’s wordt op vergelijkbare wijze onderzoek gedaan, zowel voor, tijdens als na de periode van gratis openbaar vervoer. De monitoring omvat onderzoek naar:

a. de mate waarin door gratis OV sociaal isolement en eenzaamheid onder ouderen kan worden tegengegaan.

Hiertoe wordt door middel van mondelinge of schriftelijke enquêtes en/of een groepsdiscussie nagegaan hoe sterk de eenzaamheidsbeleving is, en welke rol vervoer daarbij speelt.

b. de vraag in hoeverre bestaande capaciteit van vervoermiddelen toereikend is.

Dit wordt gemonitord door inzetopgaven van materieel, meting van de bezettingsgraad (tellingen) en enquêtes over het gebruik van het OV onder de deelnemers.

c. de effecten op het gebruik van de regiotaxi of collectief vraagafhankelijk vervoer.

Hierbij zal, indien mogelijk, onderzocht worden met behulp van ritgegevens van taxivervoerders, groepsdiscussies en enquêtes onder deelnemers.

d. mogelijke effecten op gebruik van de (eigen) auto. Dit geschiedt met behulp van enquêtes of groepsdiscussies.

2. Gratis openbaar vervoer voor forenzen

Het ministerie van Verkeer en Waterstaat heeft decentrale overheden gevraagd te komen met experimenten met gratis of goedkoper openbaar vervoer op structurele fileknelpunten. Deze experimenten vinden plaats in het kader van het Programma FileProof. De doelen van de experimenten zijn:

• laten zien dat het openbaar vervoer een volwaardig alternatief kan zijn op filegevoelige trajecten door forenzen op een makkelijke manier kennis te laten maken met het openbaar vervoer.

• in de praktijk nagaan in hoeverre het OV er in de spits daadwerkelijk voor kan zorgen dat de stedelijke bereikbaarheid wordt vergroot en de top van de files wordt afgevlakt.

Na een eerste experiment in de Stadsregio Rotterdam tussen Krimpen a/d IJssel en Capelle a/d IJssel, is er een zogenaamde uitvraag voor experimenten in een tweede tranche gedaan. Deze experimenten vinden allen plaats in de tweede helft van 2007. Het gaat vooralsnog om de volgende experimenten:

ProvincieTitel/TrajectFileknelpunt
LimburgDit is het Pas/GOV Maastricht RandwyckKnooppunt Geusselt, met terugslag op A79 en A2
OverijsselForenzenvervoer Oosterenk–ZwolleAansluiting A35 en N35 met de A28
GelderlandTransferium ValleilijnKnooppunt Hoevelaken (A1/A28)
StadsregioTitel/TrajectFileknelpunt
SR UtrechtZorg voor UStedelijk en regionaal netwerk Utrecht
SR EindhovenGOV corridor N69N69: Lommel/Neerpelt–Eindhoven
SR TwenteGoedkoop OV naar EnschedeInvalswegen Enschede (richting Haaksbergen, Oldenzaal, Hengelo, Losser)
SR AmsterdamNieuwkomerkaart WaterlandA7 Hoorn–Zaandam, A8 Zaanstad–Amsterdam, A10, N235 Purmerend–Amsterdam, N247 Hoorn–Amsterdam
SR Arnhem–NijmegenTransferpunt Ovatonde; WaalsprinterA325 (Pr. Mauritssingel) Ressen–Nijmegen

De experimenten in deze tweede tranche worden in principe alle op vergelijkbare wijze gemonitord en geëvalueerd. Elke aanvragende decentrale overheid stelt daartoe een monitoringsplan op. Ten grondslag aan dit plan ligt het zogenaamde monitoringskader van Rijkswaterstaat. Hierin wordt bindend aangeven op welke wijze de gegevens verzameld moeten worden. Er wordt voor, tijdens en na het experiment gemeten. Er zijn vier hoofd-onderzoeksdoelstellingen geformuleerd:

a. De keuzemotieven die bepalen onder welke voorwaarden de autoforens bereid is om de overstap te maken naar het OV.

Hiertoe zal het gedrag en de mening van de deelnemers over het aanbod voor, tijdens en na het experiment onderzocht worden. Door middel van enquêtes onder (alle) deelnemers wordt antwoord gegeven op vragen ten aanzien van onder meer de kwaliteit en tevredenheid, reisgedrag en plaats van herkomst en bestemming. Ook niet-deelnemers worden in het onderzoek betrokken.

b. De invloed van de «prijs» bij het maken van deze keuze (prijs versus kwaliteitsaspecten als reistijd en comfort).

Dit wordt eveneens onderzocht door middel van de onder a. genoemde enquêtes.

c. De effecten op de weg in termen van de bereikbaarheid van de steden en afvlakking van de top van de files.

Dit zal worden onderzocht door middel van zowel kwantitatief (verkeersintensiteitsmetingen) als kwalitatief onderzoek. De verkeersintensiteitsmetingen dienen voor, tijdens en na afloop van het experiment plaats te vinden. Naast de verkeersintensiteitsmetingen dient er via enquêtes inzicht verkregen te worden in het reisgedrag van de deelnemers en de eventuele veranderingen daarin (voor, tijdens en na).

d. De aard en omvang van de potentiële OV-markt en de benodigde extra vervoercapaciteit.

Hiertoe zullen ov-reizigers geteld worden. De te hanteren methode daarvoor is niet dwingend voorgeschreven. Het ligt voor de hand om gebruik te maken van de tellingen die door vervoerders worden verricht. Er zal een vergelijking gemaakt worden van de situatie voorafgaand aan, tijdens en na het experiment. Hiervoor zullen de benodigde voor-, tijdens- en nametingen verricht worden. Met behulp van de nameting kan worden vastgesteld hoe groot een eventueel duurzaam effect is. De eerder genoemde te verzamelen gegevens, gekoppeld aan de telgegevens geven een inschatting van de potentiële ov-markt.

3. Gratis of goedkoper openbaar vervoer bij groot onderhoud

Rijkswaterstaat biedt soms bij groot onderhoud een vorm van «gratis» of goedkoper openbaar vervoer aan reizigers aan.

Medio 2008 is een evaluatie hiervan beoogd. Over de onderzoeksmethode zijn nog geen concrete keuzes gemaakt.

De staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J. C. Huizinga-Heringa


XNoot
1

Vergaderjaar 2006–2007, Kamerstuk 30 368, nr. 7 en Kamerstuk 30 800 XII, nr. 74.

Naar boven