nr. 7
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 juni 2007
Met deze brief wil ik u informeren over de experimenten met gratis OV
die binnenkort zullen worden gestart.
Op 5 september 2006 heeft de Kamer een motie1 aangenomen waarin de regering werd opgeroepen «te bevorderen
dat nog dit najaar wordt gestart met minimaal twee experimenten «gratis-
of substantieel goedkoper openbaar vervoer en daarvoor in cofinanciering met
bereidwillige decentrale overheden de nodige middelen vrij te maken».
In het Coalitieakkoord is ook een passage aan experimenten met tariefdifferentiatie
in het stads- en streekvervoer gewijd2. Ik sta
daar positief tegenover en wil zowel aan de motie als aan de passage in het
Coalitieakkoord invulling geven.
Experimenten met gratis OV voor ouderen (65+)
Aan regio’s is (via hun koepelorganisaties) gevraagd om experiment-voorstellen
in te dienen: één voorstel in een overwegend landelijke omgeving
en één in een sterk stedelijke omgeving.
Het moest daarbij gaan om experimenten met gratis OV voor ouderen (van
65+) in de daluren. Verkeer en Waterstaat draagt maximaal 50% aan de
projecten bij. Hiermee is een bedrag van € 1,5 miljoen gemoeid.
Op onze vraag kwamen tien voorstellen voor experimenten binnen.
Gelet op het belang dat ik hecht aan experimenten met gratis OV heb ik
ervoor gekozen om geen twee maar vier experimenten te gaan doen: twee in een
landelijke omgeving en twee in een sterk stedelijke omgeving. Momenteel vinden
de gesprekken plaats met de gemeente Heerlen, als trekker voor een voorstel
voor de zogenaamde Parkstad Limburg, en met de Provincie Noord-Holland, die
voor Noord-Holland-Noord een voorstel heeft ingediend (beide voorstellen in
landelijke omgeving). De twee geselecteerde voorstellen in een sterk stedelijke
omgeving zijn de Gemeente Rotterdam (bus, tram en metro) en de gemeente Nijmegen
met omliggende dorpen. Naar ik hoop zullen deze vier experimenten voldoendeinformatie opleveren om betrouwbare conclusies te kunnen trekken over
gratis OV voor deze specifieke doelgroep van de ouderen. Het is overigens
opvallend dat, hoewel de provincies en stadsregio’s de vervoersautoriteiten
zijn, met name de gemeenten, met uitzondering van de provincie Noord-Holland,
de enthousiaste trekkers van de voorstellen zijn. Dit is vooral te verklaren
vanuit het feit dat het ouderenbeleid (waaronder de bestrijding van eenzaamheid)
primair een gemeentelijk beleidsterrein is.
Bij het onderzoek zal de nadruk liggen op de volgende aspekten:
1. de mate waarin door gratis OV sociaal isolement en eenzaamheid onder
ouderen kan worden worden tegengegaan;
2. de vraag in hoeverre kan worden volstaan met het vullen van lege stoelen
in bus, tram en metro, of dat extra capaciteit moet worden ingezet;
3. de effecten op het gebruik van de regiotaxi of collectief vraagafhankelijk
vervoer;
4. de mogelijke effecten op het gebruik van de eigen auto (indien aanwezig).
Momenteel worden in de 4 geselecteerde regio’s zogenaamde nul-metingen
voorbereid en gehouden. Het is de bedoeling dat de proef met het eigenlijke
gratis vervoer in drie regio’s per 1 juni en in Rotterdam per 1 juli
begint. Rotterdam start later vanwege de koppeling met de introductie van
de chipkaart voor deze groep ouderen. De periode vrij reizen in de daluren
varieert tussen de 4 en 7 maanden. Per 31 december 2007 stopt de medefinanciering
van het rijk en zal de eindevaluatie plaatsvinden.
In het voorjaar van 2008 zullen de resultaten van de evaluatie beschikbaar
komen. Ik hoop u daarover dan spoedig te kunnen informeren.
De staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,
J. C. Huizinga-Heringa