30 358
Gemeentelijke herindeling van een aantal gemeenten in het westelijk deel van Midden-Limburg

nr. 5
VERSLAG

Vastgesteld 21 februari 2006

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen. Onder het voorbehoud dat de regering de gestelde vragen tijdig en genoegzaam zal hebben beantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.

Inhoudsopgave blz.

1. Inleiding 2

2. Totstandkoming advies 2

2.1. Herindelingsbeleid kabinet 2

2.2. Algemeen herindelingsbeleid provincie Limburg 3

2.3. Voorgeschiedenis 4

2.4. Standpuntbepaling 4

3. Inhoud van het wetsvoorstel 5

3.1. De nieuwe gemeente Heythuysen 5

3.2. De nieuwe gemeente Maasbracht 5

3.3. Regionale samenwerking 6

1. Inleiding

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van het onderhavige wetsvoorstel.

De leden van de fractie van de PvdA hebben met zorg kennisgenomen van de voorgenomen wetsvoorstellen herindeling Midden-Limburg en hebben een aantal vragen over de gedane voorstellen.

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel met betrekking tot de gemeentelijke herindeling van een aantal gemeenten in het westelijk deel van Midden-Limburg. Alvorens zij tot een definitief standpunt komen willen zij graag eerst enkele algemene opmerkingen maken en de regering diverse vragen stellen.

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de herindelingsvoorstellen om de gemeenten Heythuysen en Maasbracht te vormen.

2. Totstandkoming van het advies

2.1. Herindelingsbeleid kabinet

De leden van de CDA-fractie hebben met genoegen geconstateerd, dat de verschillende gemeentelijke fusies in Midden-Limburg in drie onderscheiden wetsvoorstellen worden behandeld.

Deze leden constateren dat er sprake is van een breed draagvlak. Zij lezen dat er 280 reacties op de plannen van GS zijn binnengekomen waarvan er 20 afkomstig waren van bewoners van de betrokken gemeenten. Zij vragen waar de overige 260 reacties vandaan komen.

Ook constateren zij dat er sprake is van een herindeling van onderop, met dien verstande dat het herindelingsproces van onderop gestart is en door interventie van de provincie uiteindelijk geresulteerd heeft in het onderhavige wetsvoorstel. De gemeente Roggel en Neer spreekt naar aanleiding van het proces van een niet-vrijwillige herindeling. De leden van de CDA-fractie vragen de regering in te gaan op het proces dat tot dit herindelingsvoorstel heeft geleid en op de rol die de provincie daarin heeft gespeeld. Kan ook in Roggel en Neer van voldoende draagvlak worden gesproken?

De leden van de PvdA-fractie vragen de regering waarom zij heeft besloten de herindelingvoorstellen Midden-Limburg in drie wetsvoorstellen te verdelen. Dit vragen zij ook omdat zij willen horen wat nu de integrale toekomstvisie is van de regering voor deze regio, wat betreft de sociaal-economische situatie, de bestuurskracht van de gemeenten en de krachtige positie van de centrumgemeenten, te weten Weert en Roermond. Kan de regering hier een visie op geven? Kan de regering vervolgens aangeven of deze herindelingvoorstellen, die tot robuuste gemeenten moeten leiden, een oplossing bieden voor de problematiek in die regio en dan niet alleen binnen de landsgrenzen, maar zeker ook in de dynamiek van de grensgebieden van Duitsland en België.

De regering heeft de gemeenten Weert, Nederweert en Echt-Susteren buiten het wetsvoorstel gehouden. De leden van de PvdA-fractie willen graag weten hoe de regering de positie ziet van deze gemeenten in het kader van de economische kracht Midden-Limburg. Hoe ziet de regering de positie van Weert als centrumstad t.o.v. de nieuw te vormen gemeente?

De gemeente Hunsel maakt nu met name gebruik van de voorzieningen in Weert, wat zijn de gevolgen van deze herindeling voor Weert als Hunsel opgaat in de nieuwe gemeente? Ziet de regering kansen voor een herindeling Weert-Nederweert? Heeft de regering overwogen Hunsel bij Weert te betrekken gezien de oriëntatie van Hunsel op Weert? Waarom heeft de regering hier niet voor gekozen, zo vragen deze leden.

De leden van de PvdA-fractie vragen argumenten waarom deze herindeling past in het Beleidskader herindeling. Zij willen graag heel concreet van de regering vernemen hoe deze oordeelt over de duurzaamheid, mede gezien de omvang van de nieuwe gemeenten. Ook willen de leden nader inzicht in de weging m.b.t. het criterium regionale samenhang, gezien het feit dat Weert buiten de herindeling is gehouden. Hoe ziet de regering dan de relatie stad–platteland? Wat betekent deze herindeling voor de positie en bestuurskracht van de centrumgemeente Weert?

De leden van de VVD-fractie constateren, dat de provincie Limburg één herindelingsvoorstel voor het hele gebied Midden-Limburg heeft vastgesteld. Tot hun verbazing heeft de regering, anders dan gebruikelijk, de Tweede Kamer drie wetsvoorstellen voorgelegd in plaats van één wetsvoorstel. Zij vragen waarom de regering niet voor één wetsvoorstel voor het gehele gebied heeft gekozen. Deze aanpak maakt het voor de Tweede Kamer aanzienlijk ingewikkelder om haar medewetgevende taak goed uit te oefenen. Gaarne krijgen zij daarop een reactie van de regering.

Het is voor deze leden ook belangrijk te weten welke gemeenten nu deel uitmaken van de voorliggende herindelingsvoorstellen voor het gebied Midden-Limburg. In de Memorie van Toelichting wordt gemeld, dat de provincie Limburg een herindelingsprocedure voor de hele regio Midden-Limburg heeft gevoerd, inclusief de gemeenten Weert en Nederweert. Met deze gemeenten is ook (open) overleg gevoerd als bedoeld in de wet-Arhi. Beide gemeenten worden weliswaar niet opgeheven, maar de vraag van de leden van de VVD-fractie is of en in hoeverre deze gemeenten nu daadwerkelijk onderdeel hebben uitgemaakt van de gehele Arhi-procedure. Dat is hun niet geheel duidelijk. Ook zijn beide gemeenten bij het vervolgtraject betrokken geweest. Zo hebben beide gemeenten hun opvattingen gegeven, zowel schriftelijk als mondeling, in de richting van de Tweede Kamer. Anders gezegd: als de regering had gekozen voor de normaal gehanteerde werkwijze met één integraal wetsvoorstel zouden beide gemeenten dan onderdeel hebben uitgemaakt van de plankaart? Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie een nadere toelichting met betrekking tot de doorlopen Arhi-procedure voor het gebied Midden-Limburg en de positie van de gemeenten Weert en Nederweert daarbij.

De leden van de SP-fractie hebben veel reacties gekregen van de bestuurders en volksvertegenwoordiging in deze gebieden en weinig van de bevolking zelf. Kan de regering aangeven welke peilingen er onder de bevolking zijn geweest en welk draagvlak die hebben aangetoond?

Deze leden zijn bereid herindelingen te steunen die veel lokaal draagvlak hebben. In gevallen waar dit niet zo is, zien deze leden de meerwaarde van herindelingen niet in. Vaak horen zij klachten van afnemende dienstverlening, stijgende lasten, dure nieuwe gemeentehuizen. Over economische voordelen en betere samenwerking tussen gemeenten of over schaalvoordelen bij «gedwongen herindelingen» horen zij veel minder. Zij verzoeken de regering het draagvlak voor deze herindeling nader te motiveren.

2.2. Algemeen herindelingsbeleid provincie Limburg

De leden van de fractie van de PvdA vragen zich af op welke wijze de provincie de gestelde criteria heeft gehanteerd. Er wordt gesproken over regionale bestuurlijke samenhang, maar gezien de drie losse voorstellen zijn de leden van mening dat samenhang ontbreekt. Kan de regering nader inzicht geven in de wegingen van de provincie? Kan de regering aangeven waarom gekozen is voor plattelandsgemeenten en niet voor versterking van de centrumgemeenten? De leden van de fractie van de PvdA willen exact in kaart gebracht zien wat deze herindelingsvoorstellen concreet betekenen voor de positie van de centrumsteden Weert en Roermond wat betreft het gebruik van voorzieningen, de economische positie, sociale problematiek, woningbouwfaciliteiten etc.. Is de regering het met hen eens dat door deze herindeling de positie van de centrumgemeenten wordt verzwakt?

2.3. Voorgeschiedenis

De leden van de fractie van de PvdA willen graag exact weten hoe de provincie zich heeft opgesteld ten opzichte van de bezwaren van de centrumgemeenten m.b.t. deze herindeling. Wat is de opstelling van de regering hierin?

2.4. Standpuntbepaling

Het voorstel spreekt over de barrière van de Maas. De leden van de PvdA-fractie vragen waarom bij de indeling Linne, c.q. Maasbracht ten oosten van de Maas, bij de nieuwe gemeente is gevoegd. Waarom zijn deze gebieden niet bij Roermond gevoegd, gezien de oriëntaties op Roermond? Hoe ziet de regering in dat licht de positie van Roermond als centrumgemeente? Wordt met dit voorstel geen afbreuk gedaan aan de positie van Roermond als centrumstad? Hoe ziet de regering de relatie tussen centrumstad en ommeland in het licht van deze kennelijke oriëntatie op het platteland, zo vragen deze leden.

De leden van de VVD-fractie merken op, dat uit de bezoeken, de brieven en de hoorzitting blijkt dat het voor Midden-Limburg niet eenvoudig is zich te handhaven in het economisch krachtenveld. De rol voor de gemeenten Weert en Roermond is daarbij van groot belang. Al eerder in de geschiedenis, bij discussies over herindelingen, is aandacht gevraagd voor de trekkersrol van beide gemeenten. Zo werd op 12 juni 1990 in de Tweede Kamer de motie-Castricum (TK 21 226 nr. 17) met brede steun aanvaard. De motie constateerde reeds toen dat de positie van de gemeente Roermond in de toenmalige herindelingsvoorstellen voor Midden-Limburg onvoldoende werd versterkt. Wat is er sindsdien gedaan om voor deze constatering een oplossing te bieden, zo vragen de leden van de VVD-fractie.

Ook nu weer komt, met name de gemeente Roermond, er in de voorstellen bekaaid af, zo wordt wel beweerd. Kan de regering uiteenzetten wat de behoeften van de gemeenten Weert en Roermond zijn om hun rol in de toekomst te kunnen blijven spelen? Hoe is het gesteld met het draagvlak voor regionale voorzieningen en de mogelijkheden om zich binnen de huidige grenzen verder te ontwikkelen als het gaat om woningbouw en bedrijfsvestigingen? Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie daarop een reactie van de regering. Daarnaast willen deze leden graag weten wat de opvattingen van de regering zijn ten aanzien van de krachtsverhoudingen in het gehele gebied, als naast de gemeenten Roermond en Weert een beperkt aantal grote randgemeenten ontstaan zonder dat de gemeenten Roermond en Weert in gelijke mate meegroeien.

Uit alle informatie, schriftelijk en mondeling, is de leden van de VVD-fractie gebleken dat de herindeling in Midden-Limburg wel erg totstandkomt met de rug naar het stedelijk gebied toe. Zelfs de samenvoeging van de gemeenten Roermond en Swalmen willen een aantal insprekers weer ongedaan maken. Wat vindt de regering van deze beweging?

Het gemeentebestuur van Roermond heeft de Tweede Kamer laten weten dat het de voorkeur geeft aan een samenvoeging van de gemeenten Roermond, Swalmen, Roerdalen en Ambt Montfort. Wat vindt de regering van deze variant? Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie van de regering.

Is de regering het met deze leden eens dat de beide trekkers voor het gehele gebied van groot belang zijn? Is de regering met hen van opvatting dat als het goed gaat met Roermond en Weert dat daarmee het gehele gebied is gediend? Maar ook omgekeerd, dat als het slecht gaat met Roermond en Weert, omdat zij onvoldoende in staat zijn hun rol waar te maken, dat dat uiteindelijk zeer negatief voor het gehele gebied uitwerkt?

3. Inhoud van het wetsvoorstel.

3.1. Heythuysen

De leden van de PvdA-fractie vragen waar de regering haar oordeel op baseert dat er sprake is van een goede en logische samenhang in de nieuwe gemeente Heythuysen. Kan de regering dit met argumenten adstrueren? Kan zij precies aangeven welke oriëntaties er binnen deze vier gemeenten zijn? Wie maakt waar gebruik van welke voorzieningen, wie werkt waar? Hoe verhoudt zich de vorming van deze nieuwe gemeente tot de opdracht in het provinciale streekplan?

De leden van de VVD-fractie stellen vast dat de gemeente Weert pleit voor samenvoeging met de gemeente Hunsel. De zone langs de autoweg naar Maastricht wordt zeer wezenlijk geacht voor verdere ontwikkeling. Daarnaast is een aantal onderdelen van die gemeente historisch al zeer lang met Weert verbonden. Ook in de intergemeentelijke samenwerking behoort Hunsel van oudsher tot de sterk met Weert verbonden gemeenten. Wat vindt de regering van deze opvatting, zo vragen deze leden. De gemeente Weert ziet het liefst een nieuwe gemeente totstandkomen, bestaande uit de huidige gemeenten Weert, Nederweert en Hunsel. De leden van de VVD-fractie vernemen graag de opvatting van de regering hierover. Voorts vragen zij of de regering van mening is dat ook een gemeente, bestaande uit de huidige gemeenten Haelen, Heythuysen, Roggel en Neer, voldoende draagkracht heeft. Deze leden hebben nog geen enkele mening ten aanzien van bovenstaande wensen van de gemeente Weert. Zij willen pas een standpunt innemen wanneer ook de opvattingen van de regering hierover bekend zijn.

3.2. Maasbracht

De leden van de PvdA-fractie vragen waar de regering haar oordeel op baseert dat er sprake is van een goede en logische samenhang binnen deze nieuw te vormen gemeente. Kan de regering dit met argumenten onderbouwen? Kan de regering precies aangeven welke oriëntaties er zijn binnen deze drie gemeenten? Wie maakt waar gebruik van welke voorzieningen, wie werkt waar? Waarom handhaaft de regering de Maas niet als grens, terwijl ervaringen met herindelingen leren dat rivieren en snelwegen natuurlijke grenzen zijn in het «nieuwe» landschap?

De leden van de VVD-fractie vernemen graag van de regering waarom zij heeft gekozen voor twee gemeenten in het middengebied tussen Weert en Roermond. Wil de regering nog eens uitgebreid ingaan op alle overwegingen en mogelijke alternatieven?

Is het logisch dat Thorn en Heel bij Maasbracht worden gevoegd of zou het ook denkbaar zijn dat deze gemeenten zich aansluiten bij de groene gemeente Heythuysen? Wat heeft in deze voorstellen de doorslag gegeven?

Acht de regering het mogelijk dat er een goed samenhangende gemeente ontstaat daar waar in het voorstel de nieuwe gemeente Maasbracht geheel door de Maas wordt doorsneden en er ook grote verschillen zijn met bijvoorbeeld de historische gemeente Thorn? Heeft de regering ook overwogen om de rivier als gemeentegrens te nemen en herindelingsoplossingen te zoeken ten westen en ten oosten van de Maas? Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie daarop een reactie van de regering.

3.3. Regionale samenwerking

De leden van de CDA-fractie vragen de regering in te gaan op de bereidheid van de nieuwe gemeenten Maasbracht en Heythuysen om regionale opgaven aan te pakken. Hoe krijgt dit vorm en hoe kunnen zij bijdragen aan de versterking van de centrumfunctie van Roermond, zo vragen deze leden.

De leden van de PvdA-fractie vragen of de regering op de hoogte is van de stand van zaken m.b.t. de uitvoering van de motie samenwerking regio-Roermond? Waarom is de regering van mening dat flankerend beleid noodzakelijk is? Geeft de regering hierbij niet aan dat de herindeling op zich onvoldoende antwoord geeft op de regionale problematiek? Is een herindeling immers niet juist bedoeld om structureel de problematiek op te lossen van gebrekkige bestuurskracht en samenhang? De leden vragen ook wat de consequenties zijn als de motie niet of onvoldoende wordt uitgevoerd? Voorts vragen zij hoe het flankerend beleid zich verhoudt tot de inspanningen van de regering om de bestuurlijke drukte terug te dringen.

De leden van de SP-fractie vinden dat gemeenten problemen uit de regio, zoals de verdeling van sociale woningbouw en de opname van verschillende economische klassen, uitdrukkelijk moeten zien als een probleem dat niet enkel aan centrumgemeenten mag worden overgelaten. Anderzijds kan het niet zo zijn dat grote gemeenten «landjepik» spelen bij omringende gemeenten. Zij vragen de regering in hoeverre de gemeenten in de nieuwe vorm «gelijkwaardig» blijven of dat één gemeente sterk haar stempel op de anderen zal drukken terwijl deze andere gemeenten verschillende opvattingen over hun ontwikkeling hebben.

De voorzitter van de commissie,

Noorman-den Uyl

Adjunct-griffier van de commissie,

Hendrickx


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Kalsbeek (PvdA), Van Heemst (PvdA), Noorman-den Uyl (PvdA), voorzitter, Vos (GL), Van Beek (VVD), ondervoorzitter, Van der Staaij (SGP), Luchtenveld (VVD), Wilders (Groep Wilders), De Pater-van der Meer (CDA), Duyvendak (GL), Spies (CDA), Eerdmans (LPF), Sterk (CDA), Van der Ham (D66), Algra (CDA), Haverkamp (CDA), Van Fessem (CDA), Smilde (CDA), Straub (PvdA), Nawijn (Groep Nawijn), Boelhouwer (PvdA), Dubbelboer (PvdA), Van Schijndel (VVD), Irrgang (SP), Meijer (PvdA), Vacature (algemeen) en Vacature (SP).

Plv. leden: De Vries (PvdA), Dijsselbloem (PvdA), Fierens (PvdA), Halsema (GL), Weekers (VVD), Slob (CU), Hirsi Ali (VVD), Szabó (VVD), Rambocus (CDA), Van Gent (GL), Çörüz (CDA), Van As (LPF), Van Haersma Buma (CDA), Koşer Kaya (D66), Eski (CDA), Knops (CDA), Van Bochove (CDA), Van Hijum (CDA), Hamer (PvdA), Hermans (LPF), Leerdam, MFA (PvdA), Wolfsen (PvdA), Van der Sande (VVD), Kant (SP), Balemans (VVD), Vacature (PvdA) en De Wit (SP).

Naar boven