Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum indiening |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2005-2006 | 30354 nr. 5 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum indiening |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2005-2006 | 30354 nr. 5 |
Ontvangen 28 maart 2006
1. Het herindelingsproces; draagvlak, vrijwilligheid en inspraak
Met genoegen bied ik u hierbij de nota naar aanleiding van het verslag aan in verband met het wetsvoorstel tot samenvoeging van de gemeenten Bergschenhoek, Berkel en Rodenrijs en Bleiswijk. De leden van de CDA-fractie, de PvdA-fractie, de ChristenUnie-fractie en de SGP-fractie hadden met belangstelling kennis genomen van het wetsvoorstel. De leden van de VVD-fractie hadden met belangstelling en instemming kennis genomen van het wetsvoorstel.
Zoals de leden van de fractie van het CDA terecht opmerkten, getuigt de structuur van het gebied van de gemeenten Bergschenhoek, Berkel en Rodenrijs en Bleiswijk van een stevige interne samenhang voor de nieuw te vormen gemeente. Men is, ondanks het afhaken van de gemeente Bleiswijk in eerdere instantie, toch doorgegaan met het proces van herindeling. Dit leidde ertoe dat medio 2005 het herindelingsontwerp door alle gemeenteraden is goedgekeurd. De gemeente Bleiswijk haakte eerst af omdat de raad het draagvlak te beperkt achtte. De leden van de CDA-fractie vroegen hoe de uitkomst van die en eventuele andere metingen naar draagvlak voor de herindeling onder de bevolking van de drie gemeenten, waar de raad zijn opvatting op baseerde, luidden. Ook de leden van de fractie van de SGP merkten op dat het draagvlak onder de burgers van de gemeente Bleiswijk zodanig was dat de gemeenteraad op grond daarvan aanvankelijk niet instemde met de voorgenomen samenvoeging. Zij informeerden naar de knelpunten en oplossingen die hiervoor zijn gevonden, en wat het draagvlak onder de Bleiswijkse bevolking is na de «korte tussenfase» in het proces.
Volgens de draagvlakmeting in 2001 onder de 532 geraadpleegde inwoners van de gemeente Bleiswijk was 70% tegen de fusie en 17% voor. Op basis van deze telefonische enquête heeft de gemeenteraad van Bleiswijk in 2001 het herindelingsontwerp in eerste instantie verworpen. Het provinciebestuur van Zuid-Holland heeft vervolgens laten onderzoeken of continuering van het herindelingsproces toch nog mogelijk was. Dit resulteerde in het rapport «De balans opgemaakt», waarin de drie gemeenten werd geadviseerd opnieuw met elkaar in gesprek te gaan. Vervolgens is een intergemeentelijke visiegroep ingesteld met deelnemers uit alle drie de gemeenten. Tevens is een nader financieel onderzoek naar het financiële perspectief van de 3B-gemeenten ingesteld.
De intergemeentelijke visiegroep heeft de knelpunten die uit de extern uitgevoerde enquête onder de Bleiswijkse bevolking naar voren waren gekomen, toegelicht en uitgewerkt in het visiedocument «In de kernen gezond», gepubliceerd in februari 2005. Het rapport richtte zich met name op de punten «economische en ruimtelijke ambities van de nieuwe gemeente», de huisvesting van het nieuwe gemeentebestuur en het ambtelijk apparaat en de «financiën van de nieuwe gemeente». In dit rapport werd antwoord gegeven op kritische vragen van de bevolking en materiaal verschaft aan de gemeenteraad van Bleiswijk op grond waarvan de raad zijn beslissing heeft willen heroverwegen. Dit visiedocument is vervolgens gepubliceerd in een bewonerskrant die huis-aan-huis verspreid is. Tevens is er in Bleiswijk een tweetal interactieve hoorzittingen gehouden om de burger te informeren.
Mede op basis van de uitkomsten van die hoorzittingen waarbij gesproken is over de kernpunten financiën, voorzieningen, bestuurskracht en de relatie inwoners-bestuur, heeft de gemeenteraad van Bleiswijk uiteindelijk op 30 juni 2005 alsnog ingestemd met het herindelingsontwerp.
Ook vroegen de leden van de fractie van het CDA om nader in te gaan op de inspraakreacties.
Er zijn zes inspraakreacties op het concept-herindelingsontwerp binnengekomen. Deze reacties waren van de colleges van burgemeester en wethouders van Zoetermeer, van Pijnacker-Nootdorp en van Zevenhuizen-Moerkapelle, van de dagelijkse besturen van het stadsgewest Haaglanden en van de stadsregio Rotterdam en van een inwoner uit Berkel en Rodenrijs.
Het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer onderschreef dat met deze herindeling noodzakelijke stappen gezet worden om de toekomstige gemeente vitaal, veilig, sociaal en leefbaar te houden. Gesteund door het stadsgewest Haaglanden, heeft het college tevens in haar reactie verzocht om te overwegen de noordelijke gemeentegrens dusdanig te bepalen dat het gedeelte van de huidige gemeente Bleiswijk ten noorden van de A12 toegevoegd wordt aan de gemeente Zoetermeer.
Het college van burgemeester en wethouders van Pijnacker-Nootdorp heeft met belangstelling kennis genomen van het concept-herindelingsontwerp. Dit college deelde mee van mening te zijn dat bij herindeling de grenzen van de betrokken gemeenten moeten worden gerespecteerd, tenzij in goed overleg tot andere gemeentegrenzen wordt gekomen. Het college van burgemeester en wethouders van Zevenhuizen-Moerkapelle heeft met belangstelling kennis genomen van het concept-herindelingsontwerp en van het uitgangspunt om de buitengrenzen onverkort te handhaven. Het dagelijks bestuur van het stadsgewest Haaglanden was verheugd over het voornemen tot herindeling van de gemeenten Bergschenhoek, Berkel en Rodenrijs en Bleiswijk, maar steunde tevens het voorstel van de gemeente Zoetermeer om de noordelijke grens dusdanig te bepalen dat het gedeelte van de huidige gemeente Bleiswijk ten noorden van de A12 toegevoegd wordt aan de gemeente Zoetermeer. De stadsregio Rotterdam juichte de herindeling eveneens toe en was van mening dat de buitengrenzen van de nieuwe gemeente gelijk moeten zijn aan de grenzen van de huidige gemeenten. Tot slot heeft een inwoner van de gemeente Berkel en Rodenrijs gebruik gemaakt van de gelegenheid te reageren op het concept-herindelingsontwerp, niet zozeer met opmerkingen over het voorstel, maar met een vijftal vragen over de praktische gevolgen van een dergelijke herindeling. Deze inwoner is inmiddels beantwoord.
De leden van de SGP-fractie hebben vastgesteld dat de voorgenomen herindeling is ontstaan op basis van vrijwilligheid. Zij vroegen derhalve in hoeverre er voor de betrokken gemeenten in het contact met de regio en het provinciebestuur ook alle ruimte is geweest om vrijwillig te kiezen voor zelfstandigheid.
In februari 2004 lag een eerste herindelingsontwerp bij de drie gemeenten voor, ter gezamenlijke afstemming. De gemeenteraad van Bleiswijk heeft er toen voor gekozen om in eerste instantie niet in te stemmen met dit herindelingsontwerp. Na een korte tussenfase in het proces hebben de drie gemeenten toch besloten het gesprek over hun gezamenlijke bestuurlijke toekomst voort te zetten. Het provinciebestuur van Zuid-Holland heeft zich daar ook steeds voor ingezet. In juni 2005 hebben alledrie de gemeenteraden alsnog het voorliggende herindelingsontwerp aangenomen.
2. De buitengrenzen van de nieuwe gemeente
De leden van de CDA-fractie vroegen aandacht voor het feit dat buurgemeente Zoetermeer, die in reactie op het herindelingsontwerp heeft aangegeven geen moeite met de herindeling te hebben, maar wel heeft verzocht om het deel van de nieuwe gemeente dat gelegen is ten noorden van de A12, toe te voegen aan de reeds ontwikkelde en nog te ontwikkelen bedrijventerreinen op Zoetermeers grondgebied. Zij vroegen op welke wijze voorkomen wordt dat deze herindeling en ruimteclaims leiden tot economische en ruimtelijke versnippering in plaats van tot synergie in de regio. Ook de leden van de SGP-fractie hebben geconstateerd dat er discussie is ontstaan over het grensverloop met de gemeente Zoetermeer. Zij vonden het niet wenselijk dat een discussie over het grensbeloop na een herindeling blijft voortbestaan. Zij vroegen daarom of de bestaande intergemeentelijke samenwerking naar tevredenheid verloopt.
De samenvoeging van de gemeenten Bergschenhoek, Berkel en Rodenrijs en Bleiswijk zal lokaal binnen de nieuwe gemeente juist leiden tot een betere afstemming van de planning, uitvoering en uitgifte van (woning)bouw en bedrijfsterreinen. Ook op regionaal niveau, zowel naar de Rotterdamse regio als naar Haaglanden, zal de afstemming vanuit één gemeentelijk apparaat en bestuur efficiënter plaatsvinden dan vanuit drie gemeentebesturen.
De gemeente Zoetermeer heeft mij laten weten dat er bestuurlijk overleg plaatsvindt tussen enerzijds vertegenwoordigers uit Bleiswijk, Bergschenhoek en Berkel en Rodenrijs en anderzijds vertegenwoordigers uit Zoetermeer om te komen tot een gezamenlijke visie op de inrichting van het betrokken gebied in de omgeving van de A12.
Over het bedrijventerrein Prisma, deels gelegen in de gemeente Bleiswijk en deels in Zoetermeer, hebben de leden van de CDA-fractie enkele vragen gesteld.
Het provinciebestuur van Zuid-Holland heeft mij, naar aanleiding van de vraag of de regering bekend is met de geprognosticeerde financiële exploitatie van bedrijventerrein Prisma, laten weten dat deze sluitend is. Een jaar geleden heeft wel de vrees bestaan dat er grote tekorten zouden kunnen ontstaan. Door vergroting van de hoeveelheid uitgeefbaar terrein en afspraken van het Bedrijvenschap Prisma met projectontwikkelaars over bijdragen aan voorzieningen voor algemeen nut, is de dreiging van het tekort opgeheven.
Voorts informeerden de leden van de CDA-fractie in hoeverre de huidige moeizame ontwikkeling van Prisma een sta-in-de-weg is voor een goede economische ontwikkeling van de nieuwe gemeente en de regio, en of er al plannen liggen om de ontwikkeling voortvarend ter hand te nemen.
De ontwikkeling van Prisma heeft lange tijd weinig voortgang gehad. De oorzaken hiervan zijn intussen weggenomen, zodat naar verwachting in 2006 de eerste bedrijven zich op dit bedrijventerrein zullen vestigen. Het is overigens nooit zo geweest, dat de ontwikkeling van Prisma voor de nieuwe gemeente meer problemen zou opleveren, dan voor de huidige gemeente Bleiswijk.
De leden van de fractie van de Christen-Unie merkten op dat het naamgevingsproces van de nieuwe gemeente nog niet is afgerond. Zij vroegen of de regering zicht heeft op dit proces en of er voldoende ondernomen wordt om te voorkomen dat er een «gemeente zonder naam» ontstaat.
Het verheugt mij mede te kunnen delen dat er inmiddels door de drie huidige gemeentebesturen samen een nieuwe gemeentenaam is gekozen: Lansingerland. Onder de inwoners van de gemeenten Bergschenhoek, Berkel en Rodenrijs en Bleiswijk is in januari 2006 een prijsvraag gehouden om een nieuwe gemeentenaam te kiezen. Uit deze exercitie is de naam Lansingerland naar voren gekomen. Alle drie de gemeenteraden hebben middels een raadsbesluit ingestemd met de naam Lansingerland. Derhalve dien ik bij deze nota een nota van wijziging in, die ertoe strekt de werknaam 3B-hoek te wijzigen in de nieuwe naam Lansingerland.
4. De financiële positie van de nieuwe gemeente
De leden van de CDA fractie vroegen zich af op basis van welke informatie de regering nu al kan concluderen dat de financiële levensvatbaarheid van de nieuwe gemeente voldoende is verzekerd, gezien het feit dat de gemeente Bergschenhoek sinds 2005 onder preventief toezicht staat. Ook de leden van de SGP-fractie vroegen zich af wat er gebeurt als de verwachte verbeteringen zich onverhoopt niet voordoen bij de gemeente Bergschenhoek, of er dan een risico bestaat dat er bij aanvang van de fusie geen sprake zal zijn van een levensvatbare gemeente, en welke gevolgen dit voor het onderhavige wetsvoorstel zou kunnen hebben? Tot slot vroegen deze leden zich af wanneer hierover definitieve duidelijkheid bestaat.
In de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel heb ik de conclusie van het provinciebestuur van Zuid-Holland gedeeld dat de levensvatbaarheid van de nieuw te vormen gemeente voldoende is verzekerd wanneer de verbeteringen in Bergschenhoek zich zouden voordoen zoals op dat moment verwacht. Er werd op dat moment uitvoering gegeven aan noodzakelijke hersteloperaties. Inmiddels zijn deze in de begroting voor 2006 gerealiseerd, en staat de gemeente Bergschenhoek niet meer onder preventief toezicht op basis van haar begroting. De drie betrokken gemeenten staan zoals gebruikelijk bij herindelingen nog wel onder preventief Arhi-toezicht. Op grond van deze ontwikkelingen blijf ik de conclusie van het provinciebestuur van Zuid-Holland delen dat de financiële levensvatbaarheid van de nieuw te vormen gemeente voldoende is verzekerd. Het risico op een niet levensvatbare gemeente is op dit punt niet meer aanwezig.
De leden van de CDA-fractie vroegen zich voorts af of het weerstandsvermogen van de huidige VINEX-gemeenten Bergschenhoek en Berkel en Rodenrijs, gezien het hoge risicoprofiel van de VINEX-taakstelling, voldoende is voor de nieuwe gemeente en vroegen zich tevens af of deze herindeling tot een extra lastenverzwaring voor de burgers van de nieuwe gemeente zal leiden.
De reserves in Berkel en Rodenrijs en Bergschenhoek zijn toereikend voor de afdekking van de risico’s van de grondexploitatie. Beide gemeenten hoeven hiervoor geen beroep te doen op hun algemene reserve. Als gevolg van de samenvoeging hoeft de omvang van de totale lokale lastendruk van de burgers van de drie fuserende gemeenten niet aangepast te worden. De samenvoeging zal wel tot een harmonisatie leiden van de verschillende tarieven van de lokale lasten van de drie fuserende gemeenten. Naar verwachting zullen de tarieven in de gemeente die op dit moment relatief laag zijn ten opzichte van de overige fusiegemeenten stijgen, en omgekeerd. De tarieven van de lokale heffingen worden vastgesteld door de nieuwe gemeenteraad waarbij ik vertrouw op de zorgvuldigheid van de nieuwe gemeente.
Ook vroegen de leden van de CDA-fractie zich af of al duidelijk is wat de nieuwe gemeente voornemens is te gaan doen met de frictiegelden van € 6,2 miljoen en of hier al een plan voor ligt. Tot slot vroegen deze leden zich af of dit bedrag toereikend zal zijn om de kosten van de herindeling en eventuele nieuwe huisvesting te dekken.
Waaraan de middelen uit de maatstaf herindeling van het gemeentefonds besteed gaan worden is aan de raad van de nieuw te vormen gemeente. In hoeverre hier al voorstellen voor zijn gemaakt door de betrokken gemeenten is mij niet bekend. De hoogte van de maatstaf herindeling is enkele jaren geleden onderzocht door de Raad voor de financiële verhoudingen (Rfv) aan de hand van een aantal herindelingen in Overijssel. De Rfv concludeerde dat de maatstaf in deze gevallen in voldoende mate tegemoet kwam aan de met herindeling gemoeide kosten.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-30354-5.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.