30 354
Samenvoeging van de gemeenten Bergschenhoek, Berkel en Rodenrijs en Bleiswijk

nr. 31
MEMORIE VAN TOELICHTING

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt/uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat (artikel 25a, vierde lid, onderdeel b, van de Wet op de Raad van State).

1. Inleiding

Dit wetsvoorstel voorziet in de gemeentelijke herindeling van de gemeenten Bergschenhoek, Berkel en Rodenrijs en Bleiswijk. Het betreft hier een vrijwillige samenvoeging van de drie gemeenten. Gedeputeerde staten van Zuid-Holland hebben een positieve zienswijze op het voorstel gegeven. Het voorstel tot herindeling is getoetst aan en in overeenstemming bevonden met het herindelingsbeleid van het kabinet.

1.1 Historie en herindelingsprocedure

De drie gemeenten Bergschenhoek, Berkel en Rodenrijs en Bleiswijk hebben de procedure zoals beschreven in de Wet algemene regels herindeling (Wet arhi) gevolgd. Het betreft hier een wijziging van de gemeentelijke indeling, zoals bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van de Wet arhi.

In 2001 is in de gemeenten Bergschenhoek, Berkel en Rodenrijs en Bleiswijk een discussie op gang gekomen over de bestuurlijke toekomst van de gemeenten. De drie gemeenteraden van Bleiswijk, Bergschenhoek en Berkel en Rodenrijs hebben medio 2001 besloten een nader onderzoek in te stellen naar de mogelijkheid van een vrijwillige herindeling. Om hun eigen standpunt te bepalen hebben de gemeenteraden gezamenlijk besloten te laten onderzoeken wat de voors en tegens van een gemeentelijke herindeling voor de drie gemeenten zijn. Tevens zijn in hetzelfde onderzoek verschillende varianten voor de bestuurlijke toekomst van de drie betrokken gemeenten uitgewerkt. Per variant geeft het onderzoek een overzicht van de effecten daarvan aan op zaken zoals het grondgebied, de bestuurlijke en ambtelijke organisatie en de positie in de regio. Op deze manier zijn de gevolgen en effecten van de verschillende varianten inzichtelijk gemaakt. De variant waarbij de drie gemeenten samengaan tot één nieuwe gemeente blijkt op alle aspecten het beste op de toekomstige ontwikkelingen te kunnen anticiperen.

Mede naar aanleiding van dit onderzoek lag in februari 2004 een eerste herindelingsontwerp ter gezamenlijke vaststelling voor bij de drie afzonderlijke gemeenten. De gemeenteraad van de gemeente Bleiswijk heeft toen niet met het herindelingsontwerp ingestemd, de andere twee gemeenten hebben het ontwerp indertijd al aanvaard. Voor de gemeenteraad van Bleiswijk speelden bij haar afwijzing de resultaten van een draagvlakmeting aan de hand van een extern uitgevoerde telefonische enquête onder de bevolking van Bleiswijk een belangrijke rol.

Na een korte tussenfase in het proces is besloten toch weer met elkaar in gesprek te gaan over een gezamenlijke bestuurlijke toekomst. De provincie Zuid-Holland heeft zich daar ook steeds voor ingezet. Een visiegroep met vertegenwoordiging uit de drie gemeenten heeft februari 2005 een nota uitgebracht waarin onder meer de door de Bleiswijkse burgers beleefde knelpunten nader zijn uitgewerkt.

Juni 2005 lag een tweede versie van het herindelingsontwerp bij de drie gemeenteraden voor ter gezamenlijke goedkeuring. Alle drie de gemeenteraden hebben het herindelingsontwerp toen aangenomen.

Het herindelingsontwerp is vervolgens toegezonden aan gedeputeerde staten van Zuid-Holland. Gedeputeerde staten hebben in hun zienswijze bij brief van 19 juli 2005 positief gereageerd op het herindelingsvoorstel.

1.2 Rijksbeleid

De gemeenten Bergschenhoek, Berkel en Rodenrijs en Bleiswijk hebben in het herindelingsadvies systematisch aan de beoordelingscriteria van het beleidskader aandacht geschonken. Ik ben het met de gemeenten en de provincie eens dat dit herindelingsvoorstel goed past binnen de criteria van het kabinet. Het voorstel voldoet zowel aan het bestuurskracht als aan het draagvlak criterium zoals verwoord in het Beleidskader gemeentelijke herindeling. Voor zover relevant wordt dat elders in deze memorie nader uitgewerkt.

2. Inhoud van het wetsvoorstel

2.1 De nieuwe gemeente

De nieuwe gemeente zal na samenvoeging van de drie huidige gemeenten een inwonertal van bijna 45 000 kennen. De prognose voor de gemeente is dat deze in 2015 een inwonertal van 72 500 zal hebben. Deze groei wordt verklaard door de omvangrijke woningbouwlocaties, die op dit moment in ontwikkeling zijn.

Met deze herindeling wordt een robuuste bestuurskrachtige gemeente gevormd die in staat is de grote ontwikkelopgaven, op het gebied van woningbouw, de aanleg van bedrijventerreinen en realisatie van recreatieve gebieden en infrastructuur, waar de gemeente voor staat, goed aan te kunnen.

Tevens ontstaat met de samenvoeging van de drie gemeenten een nieuwe gemeente die in samenwerking en overleg in regionaal en stadsgewestelijk verband een stevige bestuurlijke partner is, en adequaat invulling kan geven aan haar regionale verantwoordelijkheden.

2.2 Grensbeloop van de gemeente

De nieuwe gemeente grenst aan de gemeenten Zevenhuizen-Moerkapelle, Rotterdam, Pijnacker-Nootdorp, Rijnwoude en Zoetermeer. Van de buurgemeenten heeft alleen de gemeente Zoetermeer gebruik gemaakt van de uitnodiging van de fusiegemeenten tot bestuurlijk overleg over het herindelings-ontwerp. Het gemeentebestuur van Zoetermeer heeft onder andere van deze gelegenheid gebruik gemaakt om de buitengrens van de nieuwe gemeente ter discussie te stellen. De gemeenten Bergschenhoek, Berkel en Rodenrijs en Bleiswijk hebben de wens om in deze vrijwillige herindeling de buitengrenzen niet ter discussie te stellen. Gedeputeerde staten van Zuid-Holland hebben deze wens van de gemeenten gerespecteerd. Zoetermeer heeft gedeputeerde staten en de gemeenten verzocht te overwegen het gehele gedeelte van Bleiswijk dat ten noorden van de A12 ligt aan Zoetermeer toe te voegen. Het gaat daarbij om een gebiedsdeel dat ongeveer een kwart van de totale oppervlakte van Bleiswijk bestrijkt.

Het westelijk deel van dit gebied betreft een bedrijventerrein in ontwikkeling, Prisma. Dit gebied grenst aan reeds ontwikkeld bedrijventerrein op Zoetermeers grondgebied. In één van de beoordelingscriteria van het beleidskader wordt gesteld dat een noodzakelijke beantwoording van ruimtelijke knelpunten aanleiding kan zijn tot een grenscorrectie. Het kabinet geeft in het beleidskader tevens aan dat dergelijke vraagstukken bij voorkeur door middel van intergemeentelijke samenwerking worden opgelost. Voor de ontwikkeling van het hier bedoelde bedrijventerrein zijn de gemeenten Zoetermeer en Bleiswijk in die geest ook een intergemeentelijk samenwerkingsverband aangegaan. Ik zie dan ook geen reden hier een grenscorrectie voor te stellen.

Het oostelijke deel van het betreffende gebied betreft een groene zone. In interregionale en provinciale structuurvisies wordt het gebied ook overwegend groene functies toegekend, die aansluiten bij vergelijkbare functies in de rest van de nieuwe gemeente. De groenstructuur langs de gehele Rotte, tot aan de gemeente Rotterdam, kan juist worden beschouwd als verbindend en structurerend element van de nieuwe gemeente. Ook hier ontbreken op grond van het kabinetsbeleid redenen om een grenscorrectie voor te stellen.

3. Financiële aspecten

Bij de voorbereiding van het herindelingsadvies hebben Gedeputeerde Staten uitvoerig aandacht besteed aan de financiële gevolgen van het voorstel voor de nieuwe gemeente. Één van de huidige betrokken gemeenten (Bergschenhoek) staat sinds 2005 onder preventief toezicht van de Provincie Zuid-Holland. Op dit moment moet uitvoering worden gegeven aan de noodzakelijke hersteloperaties. De ontwikkelingen ter zake dienen te worden afgewacht. Wanneer de verbeteringen zich in Bergschenhoek voordoen, zoals op basis van de huidige inzichten wordt verwacht, concludeert de Provincie Zuid-Holland dat de financiële levensvatbaarheid van de nieuw te vormen gemeente voldoende is verzekerd. Op grond van de verstrekte gegevens deel ik deze conclusie van de Provincie Zuid-Holland.

De algemene uitkering aan de nieuwe gemeente zal volgens de meest recente inzichten circa € 0,5 miljoen lager zijn dan de som van de algemene uitkeringen, die de samenstellende gemeenten in 2007 zonder samenvoeging zouden ontvangen. Dit bedrag is het resultaat van het saldo van negatieve effecten bij de maatstaven «vast bedrag voor iedere gemeente» en de «schaalfactoren sociale dienst» en positieve effecten bij de maatstaven lokaal- en regionaal klantenpotentieel. Een deel van deze structurele verlaging kan worden opgevangen door de te verwachten vermindering van de bestuurskosten (minder raadsleden, burgemeesters en wethouders, secretarissen). Voor het overige zal de nieuwe gemeente dit nadeel kunnen afdekken door het realiseren van synergievoordelen.

De nieuwe gemeente zal bij herindeling per 1 januari 2007 een uitkering ontvangen op grond van de maatstaf herindeling van circa € 6,2 miljoen. Dit bedrag wordt gespreid over de eerste vier jaren na de herindeling betaald, waarbij in het eerste jaar 40% en in de drie volgende jaren telkens 20% tot betaling komt.

4. Overige aspecten

4.1 Datum van herindeling

Op verzoek van de drie gemeenten is het streven van het kabinet er op gericht, dat deze herindeling zijn beslag kan krijgen op 1 januari 2007. Om deze datum van 1 januari 2007 te halen is het van belang dat de wet uiterlijk begin september 2006 door beide Kamers is aanvaard.

4.2 Verkiezingen

Herindelingverkiezingen in de nieuwe gemeente zullen plaatsvinden in november of december 2006, mits het streven naar herindeling per 1 januari 2007 gerealiseerd kan worden. Op grond van dit voorstel is de huidige gemeente Berkel en Rodenrijs verantwoordelijk voor de voorbereidingen van de gemeenteraadsverkiezingen in de nieuwe gemeente.

Reguliere gemeenteraadsverkiezingen vinden in maart 2006 plaats. Het zou een onwenselijke situatie opleveren wanneer in de betrokken gemeenten twee maal in een jaar gemeenteraadsverkiezingen zouden plaatsvinden. Daarom heeft het kabinet besloten gelijktijdig met dit voorstel een voorstel in te dienen op grond waarvan de zittingsduur van de drie gemeenteraden wordt verlengd tot 1-1-2007 en aldus de reguliere verkiezingen van maart 2006 voor die gemeenteraden vervallen.

4.3 Naamgeving van de nieuwe gemeente

De gemeenten hechten aan de naam 3B-hoek als werknaam voor de nieuwe gemeente. In het wetsvoorstel is daarom gekozen is voor de naam 3B-hoek. De naam is inmiddels gangbaar in de volksmond en wordt bijvoorbeeld geregeld gebruikt door samenwerkende maatschappelijke organisaties en in het bedrijfsleven. Uiteindelijk is het de verantwoordelijkheid van de nieuwe gemeente om de definitieve nieuwe naam vast te stellen

Bijlage bij de memorie van toelichting: herindelingsadvies en zienswijze gedeputeerde staten1

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. W. Remkes


XNoot
1

I.v.m. toevoeging noot.

XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven