nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de zittingsduur
van de raden van de gemeenten Obdam en Wester-Koggenland in verband met de
voorgenomen gemeentelijke herindeling van deze gemeenten te verlengen, teneinde
te voorkomen dat in deze gemeenten in een kort tijdsbestek mogelijk tweemaal
gemeenteraadsverkiezingen moeten worden gehouden;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
Artikel 1
1. De verkiezing van de leden van de raden van de gemeenten Obdam en Wester-Koggenland,
waarvoor de kandidaatstelling op 23 januari 2006 zou plaatsvinden, blijft
achterwege.
2. De zittingsduur van de op 6 maart 2002 gekozen raden van de gemeenten
Obdam en Wester-Koggenland wordt verlengd tot 1 januari 2007.
Artikel 2
1. Indien het bij koninklijke boodschap van 7 november 2005 ingediende
voorstel van wet tot samenvoeging van de gemeenten Obdam en Wester-Koggenland
(Kamerstukken II 2005/06, 30 348, nr. 2) op 15 september 2006 niet
tot wet is verheven en in werking getreden, vindt de kandidaatstelling voor
de verkiezing van de leden van de raden van de gemeenten Obdam en Wester-Koggenland
plaats op 10 oktober 2006.
2. In het geval, bedoeld in het eerste lid, gelden in afwijking van de
artikelen G 1, G 2 en G 4 van de Kieswet voor de verkiezing van de leden van
de raden van de gemeenten Obdam en Wester-Koggenland de volgende tijdstippen:
a. de in de artikelen G 1, achtste lid, en G 2, achtste lid, van de Kieswet bedoelde kennisgeving, voorafgaande aan de kandidaatstelling voor de
verkiezing van de gemeenteraad, vindt plaats op 25 september 2006;
b. verzoeken tot registratie van aanduidingen van politieke groeperingen
voor de verkiezing van de raad, ingediend na 25 september 2006, blijven
voor de verkiezing van 22 november 2006 buiten behandeling;
c. de beslissing van het centraal stembureau, bedoeld in artikel G 4,
tweede lid, van de Kieswet, vindt uiterlijk plaats op 28 september 2006.
3. De ingevolge het eerste lid gekozen gemeenteraadsleden treden tegelijk
af met de leden van de gemeenteraden waarvoor de verkiezingen op 7 maart
2006 hebben plaatsgevonden.
Artikel 3
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,