30 344
Wijziging van de Wet op de jeugdzorg alsmede wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering

nr. 4
NADER RAPPORT1

Hieronder is opgenomen het nader rapport d.d. 28 oktober 2005, aangeboden aan de Koningin door de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, mede namens de minister van Justitie.

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw Kabinet van 24 augustus 2005, no. 05.003021, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 8 september 2005, nr. W13.05.0383/III, bied ik U hierbij aan.

Het geeft de Raad van State geen aanleiding tot het maken van inhoudelijke opmerkingen.

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om een tweetal wijzigingen in het wetsvoorstel aan te brengen. Allereerst is een nieuw onderdeel B opgenomen dat voorziet in een aanpassing die nodig is in verband met de Zorgverzekeringswet. Verder is de inwerkingtreding van onderdeel E aangepast in die zin dat de inwerkingtreding van dat onderdeel zal geschieden op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. De toelichting is in verband hiermee eveneens aangepast.

De redactionele opmerkingen van de Raad zijn verwerkt.

Ik moge U, mede namens de Minister van Justitie, verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

C. I. J. M. Ross-van Dorp


XNoot
1

De oorspronkelijke tekst van het voorstel van wet en van de memorie van toelichting zoals voorgelegd aan de Raad van State is ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven