nr. 10
NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 10 augustus 2006
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
I
In artikel I, onderdeel G, wordt in het vierde lid van artikel 7 de zinsnede: «De
weefselinstelling die lichaamsmateriaal als bedoeld in het eerste lid op Nederlands
grondgebied brengt» vervangen door: Een ieder die lichaamsmateriaal
op Nederlands grondgebied brengt.
II
In artikel I, onderdeel J, wordt aan artikel 9, derde lid, een zin toegevoegd,
luidende:
Een erkenning voor het in ontvangst nemen van lichaamsmateriaal met het
oog op implantatie in de zin van de Wet op de orgaandonatie wordt geweigerd
indien een doelmatige voorziening in de behoefte aan lichaamsmateriaal niet
is gebaat bij verlening van de erkenning dan wel een doelmatige samenwerking
met andere orgaanbanken en met orgaancentra niet is verzekerd.
Toelichting
De aanpassing van het voorgestelde artikel I, onderdeel G houdt verband
met de wens om in het kader van de donorwerving op grond van de Wet op de
orgaandonatie te zorgen voor een optimale afstemming door het orgaancentrum.
Met de wijziging wordt al het lichaamsmateriaal voor implantatie in de zin
van de Wet op de orgaandonatie onder de meldingsplicht gebracht, en niet alleen
het lichaamsmateriaal dat geen andere bewerking heeft ondergaan dan gericht
op de bewaring ervan. Daarnaast wordt de meldingsplicht uitgebreid tot een
ieder die lichaamsmateriaal op Nederlands grondgebied brengt met het oog op
implantatie in de zin van de Wet op de orgaandonatie, in plaats van deze meldingsplicht
te beperken tot weefselinstellingen. Door de meldingsplicht uit te breiden,
kan een optimale afstemming en werving met betrekking tot orgaandonatie
blijven plaatsvinden door het orgaancentrum. Dit voorkomt onnodige uitname
van organen.
De aanpassing van het voorgestelde artikel I, onderdeel J, dient ertoe
om het bepaalde in artikel 9, tweede lid, onder b, van de Wet veiligheid en
kwaliteit lichaamsmateriaal niet te doen vervallen. Bij de implementatie van
de richtlijn, waarvan het bepaalde in artikel 9, tweede lid, onder b, overigens
geen onderdeel uitmaakt, is dit criterium in het voorstel abusievelijk komen
te vervallen. Met dit wijzigingsvoorstel wordt dat ongedaan gemaakt.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
J. F. Hoogervorst