30 335
Verslagen van de commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven

nr. 84
VERSLAG OVER HET ADRES1 VAN DE BESLOTEN VENNOOTSCHAP B. TE K.2 BETREFFENDE EEN AFDRACHTVERMINDERING VOOR SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK

Vastgesteld 26 oktober 2006

De commissie3, gezien de door de minister van Financiën verstrekte inlichtingen,

overwegende,

dat adressante zich erover beklaagt dat de minister heeft geweigerd om op grond van de hardheidsclausule ex artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen goed te keuren dat aan haar opgelegde naheffingaanslagen in de loonbelasting over de jaren 2000 en 2001 ambtshalve worden verminderd tot nihil, dan wel dat alleen de aanslag over 2000 wordt verminderd tot nihil,

dat adressante in december 1999, respectievelijk in december 2000 een zogenoemde verklaring «speur- en ontwikkelingswerk» heeft aangevraagd, terwijl zij in december 1999 haar s. en o.-activiteiten heeft overgedragen aan een nieuwe vennootschap, zodat haar claim op s. en o.-aftrek achteraf ten onrechte bleek te zijn gedaan, op grond waarvan de naheffingsaanslagen zijn opgelegd,

dat adressante aanvoert dat de aan haar verleende verklaringen s. en o.-afdrachtvermindering 2000 en 2001 moeten worden geacht te zijn overgedragen aan de nieuwe vennootschap, hoewel zij erkent dat de nieuwe vennootschap voor wat het jaar 2001 betreft zelfstandig een aanvraag afdrachtvermindering had kunnen indienen,

dat strikt genomen, dat wil zeggen ingevolge de wet, een overdracht van een s. en o.-afdrachtvermindering aan een andere onderneming niet mogelijk is, maar dat het staand hardheidsclausulebeleid is, op grond van een aanbeveling van een werkgroep stroomlijning uitvoering wet bevordering speuren ontwikkelingswerk, om een dergelijke overdracht toe te staan indien de onderneming, waaraan een verklaring is verleend, in zijn geheel wordt ingebracht in een andere onderneming,

dat overigens het voornemen bestaat om dit hardheidsclausulebeleid op korte termijn in wetgeving om te zetten,

dat adressante slechts een deel van haar activiteiten heeft ingebracht in de andere vennootschap,

dat, aangezien per geval moet worden beoordeeld wat een onderneming ontwikkelt en wat daar innovatief aan is, het echter begrijpelijk is welke beperking in het staande hardheidsclausulebeleid ligt besloten,

dat, voorzover adressante aanvoert dat in andere, met haar vergelijkbare gevallen wél overdracht van de verklaring is toegestaan, van dergelijke gevallen tot dusver niet is gebleken,

dat de minister derhalve terecht geen toepassing heeft gegeven aan de hardheidsclausule;

van oordeel,

dat niet is gebleken dat ten aanzien van adressante een onjuist fiscaal beleid is gevoerd,

stelt de Kamer voor ten aanzien van dit adres over te gaan tot de orde van de dag.

De voorzitter van de commissie,

Mosterd

De griffier van de commissie,

Van Dijk


XNoot
1

Dit adres en de stukken welke de commissie bij haar onderzoek ten dienste hebben gestaan, liggen op het commissiesecretariaat Verzoekschriften, Lange Poten 4, Den Haag, ter inzage van de leden.

XNoot
2

Naam en adres van verzoeker zijn de commissie bekend.

XNoot
3

De commissie bestaat uit de leden: De Wit (SP), Tichelaar (PvdA), Van Gent (GL), Van der Staaij (SGP), Mosterd (CDA), (voorzitter), Van Fessem (CDA), Dubbelboer (PvdA) en Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD) en de plaatsvervangende leden Azough (Groen Links), Van Beek (VVD), Slob (Christen Unie), Van Vroonhoven-Kok (CDA), Vietsch (CDA), Varela (LPF) en Van Miltenburg (VVD).

Naar boven