30 318
Aanpassing van en verbeteringen in diverse wetten in verband met de invoering van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen alsmede enkele andere correcties (Aanpassingsen verzamelwet Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen)

nr. 7
VERSLAG

Vastgesteld 25 oktober 2005

De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen. Onder het voorbehoud dat te hierin gestelde vragen en gemaakte opmerkingen voldoende zullen zijn beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel genoegzaam voorbereid.

1. ALGEMEEN

De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling en enige verbazing kennisgenomen van de Aanpassings- en verzamelwet Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen. Deze verbazing betreft naast inhoudelijke punten vooral ook de omvang (20 pagina's wijzigingen). Kennelijk is de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (hierna; WIA) eerder dit jaar toch wat minder doordacht aan het parlement gezonden dan de regering wenselijk acht. Ook deze aanpassings- en verzamelwet lijkt in grote haast te zijn opgesteld; voor correctie van slecht lopende zinnen in de memorie van toelichting is bijvoorbeeld weinig tijd uitgetrokken.

De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het voorstel voor de Aanpassings- en verzamelwet Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen. Zij zien graag nog enige verheldering over een aantal punten uit de artikelsgewijze toelichting.

2. COMMENTAAR OP DE TOETSEN

De leden van de PvdA-fractie merken op dat de wijzigingen die het UWV heeft voorgesteld niet allemaal, maar «in overwegende mate» zijn verwerkt in het wetsvoorstel. Welke wijzigingsvoorstellen zijn niet overgenomen? Waarom niet?

3. ARTIKELSGEWIJS

Artikelen VI, onderdeel A, onder 1, VII, onderdeel A, onder 1, en XI, onderdeel D, onder 1

De leden van de PvdA-fractie vragen waarom ervoor is gekozen de te hanteren termijn in de voorhangprocedure van het Schattingsbesluit te bekorten van acht naar vier weken. Wat is de reden geweest om dit met de invoering van WIA/IWIA (Invoering en financiering Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen)te bekorten? Waarom is niet gekozen voor een verlenging in alle regelingen naar acht weken?

Artikel VIII. Wet financiering sociale verzekeringen, onderdeel B, en Artikel XVI. Ziektewet, onderdeel E

Het verbaast de leden van de PvdA-fractie dat de regering zichzelf de mogelijkheid wil geven de reikwijdte van de premiekortingsregeling en de no-riskpolis ziektewet voor de zogeheten gemeentelijke doelgroep in te perken. Waarom wil de regering dat? Waarop is het voorbeeld gebaseerd dat dat gedacht kan worden aan de voorwaarde dat burgemeester en wethouders ten minste twee jaar verantwoordelijk moeten zijn geweest voor de reïntegratie van de betrokkene? Waarop is het voorbeeld gebaseerd dat iemand ten minste twee jaar moet zijn ingeschrieven bij CWI? Wat is de gedachte achter het derde voorbeeld, namelijk dat als voorwaarde kan worden gesteld dat de structurele functionele beperking erin is gelegen dat de betrokkene geen voltijd arbeid kan verrichten? Zijn dit voorwaarden die de regering in de ministeriële regeling wil vastleggen? Hoe groot is de gemeentelijke doelgroep voor de no-riskpolis ziektewet? En voor de premiekortingsregeling? Hoeveel mensen blijven over als de genoemde voorbeelden van inperking realiteit zouden worden? Waarom wil de regering zulke inperkingen kunnen doorvoeren zonder het parlement daarvan via een voorhangprocedure kond te doen?

Artikel VIII. Wet financiering sociale verzekeringen; onderdeel A

Artikel 40, vierde lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen (Wfsv) wordt gewijzigd opdat duidelijk is dat de wachttijd van drie jaar voor het wederom eigen risico mogen dragen (na beëindiging van het eigen risico dragen) alleen geldt voor het zelf dragen van het risico dat is beëindigd. De leden van de D66-fractie zien graag toegelicht hoe het straks precies geregeld is met de wachttijd voor diverse vormen van eigen risico dragen in de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) en wat eigenlijk de reden is om het zo te regelen. Hebben de leden van de D66-fractie het goed begrepen dat de hier voorgestelde wetswijziging bedoeld is om onderscheid te kunnen maken tussen verschillende vormen van eigen risico dragen?

Artikelen XI, Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, onderdeel A, onder 1, en XVI Ziektewet, onderdeel A, onder 1

De leden van de PvdA-fractie vragen wat volgens de regering de essentie is van het verschil tussen de definitie van onbetaald verlof in WAO en ZW in vergelijking met de definitie in het wetsvoorstel WIA.

Artikel XI. Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering; onderdeel D, onder 2

Naar aanleiding van jurisprudentie wordt voorgesteld de medische besluitenregeling niet langer van toepassing te laten zijn op het beroep op de rechter, maar zal in die fase uitsluitend de regeling van artikel 8:32, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht gelden. Naar de mening van de D66-fractie is uit de toelichting niet goed op te maken:

• hoe het nu geregeld is;

• wat de jurisprudentie nu precies inhoudt;

• wat het probleem is;

• hoe het voorstel dit probleem oplost.

De leden van de D66-fractie zien één en ander graag alsnog toegelicht.

Artikel XV. Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, onderdeel B

De leden van de PvdA-fractie vragen op welke grond een ministeriële regeling kan worden opgesteld, aangezien artikel 1.2.3 lid 4 van WIA alleen een algemene maatregel van bestuur noemt, maar geen ministeriële regeling.

Artikel XV. Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, onderdeel P

De leden van de PvdA-fractie vinden het niet duidelijk waarom de regering het nodig vindt de eisen aan te scherpen voor een vervroegde aanvraag van een IVA-uitkering zonder tegelijkertijd de mogelijkheid te bieden al vanaf drie maanden (in plaats van na 26 weken) een vervroegde aanvraag te doen. De regering schrijft dat de bedrijfsarts een verklaring moet geven waaruit blijkt dat hij van mening is dat volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid zonder kans op herstel te verwachten is. Deze zal zich volgens de regering baseren op een verklaring van een medisch specialist. Waarom vertrouwt de regering er niet op dat een medisch specialist, een professional dus, al vanaf drie maanden zo'n oordeel kan geven, maar wel vanaf zes maanden?

Artikel XV. Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen; onderdeel U

De voorgenomen beperking van de verwijtbaarheidstoets in de WW zal niet worden toegepast in situaties waarin sprake is van beëindiging van de dienstbetrekking in de periode waarin een loonsanctie geldt. Begrijpen de leden van de D66-fractie het goed dat het blijven toepassen van de verwijtbaarheidstoets alleen geldt als het UWV bij wijze van sanctie de loondoorbetalingsperiode heeft verlengd? Wat is de regering van plan met de toepassing van de verwijtbaarheidstoets binnen de wettelijke loondoorbetalingsperiode van twee jaar; welke ontslagregels zijn daar nu van toepassing en waar wil de regering naar toe na modernisering van het ontslagrecht? Daarnaast zijn de leden van de D66-fractie benieuwd naar de uitvoerbaarheid: is het niet erg ingewikkeld om de verwijtbaarheidstoets in het ene geval wel toe te passen en in het andere niet?

De voorzitter van de commissie,

Smits

Adjunct-griffier van de commissie,

Esmeijer


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Noorman-den Uyl (PvdA), Bakker (D66), De Vries (VVD), De Wit (SP), Van Gent (GL), Verburg (CDA), Hamer (PvdA), Bussemaker (PvdA), Vendrik (GL), Mosterd (CDA), Smits (PvdA), voorzitter, Örgü (VVD), Weekers (VVD), Rambocus (CDA), Ferrier (CDA), ondervoorzitter, Huizinga-Heringa (CU), Varela (LPF), Eski (CDA), Koomen (CDA), Smeets (PvdA), Douma (PvdA), Stuurman (PvdA), Kraneveldt (LPF), Hirsi Ali (VVD), Van Hijum (CDA), Van der Sande (VVD) en Vacature (algemeen).

Plv. leden: Depla (PvdA), Koser Kaya (D66), Blok (VVD), Kant (SP), Halsema (GL), Smilde (CDA), Verbeet (PvdA), Timmer (PvdA), Azough (GL), Omtzigt (CDA), Vacature (algemeen), Vacature (algemeen), Visser (VVD), Algra (CDA), Vietsch (CDA), Van der Vlies (SGP), Hermans (LPF), Van Oerle-van der Horst (CDA), Van Dijk (CDA), Van Dijken (PvdA), Blom (PvdA), Kalsbeek (PvdA), Van As (LPF), Aptroot (VVD), Hessels (CDA), Van Egerschot (VVD) en Vacature (algemeen).

Naar boven