nr. 31
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN ÖRGÜ EN HAMER
TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 30
Ontvangen 17 februari 2006
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel K, wordt artikel 167a als volgt gewijzigd:
1. De tekst wordt aangeduid als eerste lid.
2. Aan het eerste lid wordt toegevoegd: Burgemeester en wethouders
kunnen de uitkomsten van het verplichte op overeenstemming gerichte overleg
omzetten in bindende afspraken over onder andere de te realiseren prestaties
en inspanningen, die – alvorens daarover een besluit wordt genomen –
aan alle partijen worden voorgelegd. Indien het overleg over de voorgenomen
bindende afspraken niet tot overeenstemming leidt, schrijven burgemeester
en wethouders een nieuw overleg uit, waarbij zij initiatieven nemen tot het
bereiken van een zo groot mogelijke consensus. Indien ook dit overleg niet
tot overeenstemming leidt, vragen burgemeester en wethouders of een van de
bevoegde gezagsorganen aan de geschillencommissie, bedoeld in het tweede lid,
om een bindend advies. De geschillencommissie adviseert binnen 4 weken aan
burgemeester en wethouders dan wel aan het bevoegd gezag dat om het advies
heeft verzocht. Burgemeester en wethouders maken het advies bekend aan de
bevoegde gezagsorganen van de scholen in de gemeente. Burgemeester en wethouders
nemen een besluit met inachtneming van het advies.
3. Toegevoegd worden een tweede tot en met vierde lid, luidend:
2. Onze minister stelt een geschillencommissie in.
3. De commissie bestaat uit een voorzitter en 4 leden, die allen
door Onze minister worden benoemd. De 4 leden worden benoemd op voordracht
van de gezamenlijke besturenorganisaties en de Vereniging van Nederlandse
Gemeenten. De voorzitter is een jurist.
4. De voorzitter en de leden worden benoemd voor een termijn van
4 jaar. Zij zijn opnieuw benoembaar. Op eigen verzoek wordt aan hen ontslag
verleend.
II
In artikel III, onderdeel D, wordt artikel 118a als volgt gewijzigd:
1. De tekst wordt aangeduid als eerste lid.
2. Aan het eerste lid wordt toegevoegd: Burgemeester en wethouders
kunnen de uitkomsten van het verplichte op overeenstemming gerichte overleg
omzetten in bindende afspraken over onder andere de te realiseren prestaties
en inspanningen, die – alvorens daarover een besluit wordt genomen –
aan alle partijen worden voorgelegd. Indien het overleg over de voorgenomen
bindende afspraken niet tot overeenstemming leidt, schrijven burgemeester
en wethouders een nieuw overleg uit, waarbij zij initiatieven nemen tot het
bereiken van een zo groot mogelijke consensus. Indien ook dit overleg niet
tot overeenstemming leidt, vragen burgemeester en wethouders of een van de
bevoegde gezagsorganen aan de geschillencommissie, bedoeld in het tweede lid,
om een bindend advies. De geschillencommissie adviseert binnen 4 weken aan
burgemeester en wethouders dan wel aan het bevoegd gezag dat om het advies
heeft verzocht. Burgemeester en wethouders maken het advies bekend aan de
bevoegde gezagsorganen van de scholen in de gemeente. Burgemeester en wethouders
nemen een besluit met inachtneming van het advies.
3. Toegevoegd worden een tweede tot en met vierde lid, luidend:
2. Onze minister stelt een geschillencommissie in.
3. De commissie bestaat uit een voorzitter en 4 leden, die allen
door Onze minister worden benoemd. De 4 leden worden benoemd op voordracht
van de gezamenlijke besturenorganisaties en de Vereniging van Nederlandse
Gemeenten. De voorzitter is een jurist.
4. De voorzitter en de leden worden benoemd voor een termijn van
4 jaar. Zij zijn opnieuw benoembaar. Op eigen verzoek wordt aan hen ontslag
verleend
Toelichting
In het huidige wetsvoorstel wordt uitgegaan van de gelijkwaardige positie
van alle partijen. Het overleg dat wordt gevoerd is op overeenstemming gericht.
Dit amendement wil zo dicht mogelijk bij dat uitgangspunt blijven. Toch kan
in de praktijk de situatie ontstaan dat men niet tot overeenstemming komt.
Dit kan een meningsverschil zijn tussen scholen onderling of tussen de scholen
enerzijds en burgemeesters en wethouders anderzijds. Uiteindelijk zal er wel
in het belang van het onderwijs een beslissing moeten vallen. Dit amendement
voorziet in een dergelijke procedure.
Wanneer burgemeester en wethouders uiteindelijk, ondanks alle initiatieven
die zij hebben genomen om tot consensus te komen, geen overeenstemming kunnen
bereiken, kan aan een daartoe door de minister in te stellen geschillencommissie
om advies worden gevraagd. Het advies van de commissie is bindend. Aan de
hand van het advies formuleren burgemeester en wethouders vervolgens een besluit.
Anders dan in de soortgelijke geschillencommissie die in artikel 22 van
de WPO is vormgegeven, is niet voorzien in de mogelijkheid om tegen het advies
van de geschillencommissie beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak
van de Raad van State. Het is immers niet wenselijk dat burgemeester en wethouders
gedurende een lange periode geen besluit kunnen nemen. Tegen het besluit zelf
staat uiteraard wél de geëigende rechtsgang open.
Örgü
Hamer