30 311
Interdepartementaal Beleidsonderzoek: Normalisatie rechtspositie overheidspersoneel

nr. 5
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 november 2007

Hierbij ontvangt u het rapport «kosten en baten van harmonisatie van de rechtspositie van overheidspersoneel».1, 2

Het rapport diende voor de gedachtevorming over een eventuele harmonisatie van de ambtelijke rechtspositie, met name om zicht te krijgen op de kosteneffecten die optreden bij harmonisatie.

In mijn brief van 28 juni 2007 (Kamerstukken II, 2006–2007, 30 311, nr. 3) heb ik vermeld waarom het vorige kabinet zich er niet meer aan gezet heeft om nog een standpunt in te nemen over de harmonisatie van de ambtelijke rechtspositie. Over deze brief heb ik – samen met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid – overleg gevoerd met uw Kamer in het Algemeen Overleg van 4 juli 2007 (Kamerstukken II 2006–2007, 30 311, nr. 4). Gezien de uitkomst van dat overleg is een nadere standpuntbepaling van het kabinet op dit moment niet opportuun. Er bestond derhalve geen directe aanleiding het rapport aan uw Kamer toe te zenden.

De reden dat ik u thans het rapport ter informatie toezend, is dat vanuit de media om het rapport is verzocht.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

G. ter Horst


XNoot
1

De kosten-batenanalyse is uitgevoerd door SEO economisch onderzoek en Regioplan beleidsonderzoek. Het onderzoek is voor € 25 050,– (excl. BTW) aanbesteed.

XNoot
2

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven