30 307
Wijziging van enkele belastingwetten (Wet VPB-pakket 2006)

nr. 8
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 27 oktober 2005

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

1.

In artikel I, onderdeel A, eerste lid, wordt aan het voorgestelde artikel 8, vijfde lid, na de tweede volzin een volzin toegevoegd, luidende: Indien de belastingplichtige daarvoor bij de aangifte kiest, wordt voor de toepassing van de tweede volzin tot het loon niet gerekend het loon uit een vroegere dienstbetrekking.

2.

Na artikel VIII worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

ARTIKEL VIIIA

Indien het bij koninklijke boodschap van 9 juli 2004 ingediende voorstel van wet tot wijziging van enkele belastingwetten in verband met een herziening van de behandeling van de omzetting en kwijtschelding van afgewaardeerde vorderingen en een aanpassing van de regeling voor afwaarderingsverliezen van deelnemingen (29 686) tot wet wordt verheven en in werking treedt voor 1 januari 2006, wordt die wet als volgt gewijzigd:

A. Artikel V komt te vervallen.

B. In artikel VI, tweede, derde, vierde en vijfde lid, wordt de zinsnede «artikel 13ca, tweede tot en met vierde lid, zoals die leden luidden op het tijdstip onmiddellijk voorafgaande aan de inwerkingtreding van de onderhavige wet» vervangen door: artikel 13ca, derde tot en met vijfde lid, zoals die leden luidden op 31 december 2005.

ARTIKEL VIIIB

Indien het bij koninklijke boodschap van 9 juli 2004 ingediende voorstel van wet tot wijziging van enkele belastingwetten in verband met een herziening van de behandeling van de omzetting en kwijtschelding van afgewaardeerde vorderingen en een aanpassing van de regeling voor afwaarderingsverliezen van deelnemingen (29 686) tot wet wordt verheven en in werking treedt voor 1 januari 2006, worden in deze wet de volgende wijzigingen aangebracht:

A. In artikel I, onderdeel A, wordt, onder vernummering van het eerste en tweede lid tot tweede en derde lid, een lid ingevoegd, luidende:

1. In het vierde lid vervalt de tweede volzin.

B. Artikel I, onderdeel B, komt te luiden:

B. Artikel 10a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het vierde lid, aanhef, vervalt «13ca,».

2. In het vijfde lid, onderdeel b, wordt «de artikelen 13b, 13ba en 13ca» vervangen door: de artikelen 13b en 13ba.

C. In artikel I wordt na onderdeel B een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ba. In artikel 13ba, zevende lid, tweede volzin, vervalt «of 13ca».

D. Artikel V komt te luiden:

Artikel V

Indien voor 1 januari 2006 met betrekking tot een deelneming een afwaarderingsverlies als bedoeld in artikel 13ca van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 in aanmerking is genomen, blijven daarna met betrekking tot die deelneming artikel 8, vierde lid, artikel 13ba, zevende lid, artikel 13ca, derde tot en met vijfde lid, zesde lid, tweede volzin, en zevende lid, artikel 14c, vierde lid, onderdeel b, en artikel 15aj, zevende lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, zoals die artikelen luidden op 31 december 2005, van toepassing.

Toelichting

I. ALGEMEEN

In het onderhavige wetsvoorstel is ter uitvoering van een motie, aangenomen tijdens de behandeling van het Belastingplan 2005, een regeling opgenomen waardoor alle VPB-plichtige lichamen die werknemers in dienst hebben, geconfronteerd worden met een aftrekbeperking ter zake van gemengde kosten. Het forfaitaire, bij de winstbepaling niet in aftrek te brengen bedrag wordt gesteld op € 4000 of, wanneer dit meer is, op 0,4% van het belastbare loon van alle werknemers tezamen. Voor het loonbegrip is aansluiting gezocht bij de Wet op de loonbelasting 1964; daaronder valt derhalve ook loon uit vroegere dienstbetrekking. Voor ex-werknemers worden echter geen gemengde kosten gemaakt. Ook vallen onder belastbaar loon uitkeringen die met toepassing van de delegatiebepaling van artikel 34 van de Wet op de loonbelasting 1964 ter vergemakkelijking van de heffing van de inkomstenbelasting onder de loonbelasting zijn gebracht, zoals lijfrentetermijnen die door een levensverzekeringsmaatschappij worden uitgekeerd. Degene die deze uitkeringen doet, maakt met betrekking tot deze uitkeringen echter geen gemengde kosten. Gelet op het vorenstaande, is in deze nota een wijziging opgenomen van de gemengde kostenregeling. Indien de belastingplichtige daarvoor bij de aangifte kiest, wordt bij de toepassing van het gemengde kostenforfait het loon uit vroegere dienstbetrekking niet meegenomen. Om de administratieve lasten van het bedrijfsleven niet te verhogen, is het uitsluiten van loon uit vroegere dienstbetrekking facultatief. Op die wijze worden VPB-plichtige lichamen niet verplicht hun boekhouding zodanig in te richten dat een splitsing wordt aangebracht tussen loon uit tegenwoordige en loon uit vroegere dienstbetrekking.

In deze nota zijn tevens twee samenloopbepalingen (artikel VIIIA en VIIIB) opgenomen met het voorstel van wet tot wijziging van enkele belastingwetten in verband met een herziening van de behandeling van de omzetting en kwijtschelding van afgewaardeerde vorderingen en een aanpassing van de regeling voor afwaarderingsverliezen van deelnemingen (29 686). Dat is nodig, omdat de regeling van artikel 13ca, waarvan thans wordt voorgesteld deze te laten vervallen, bij genoemd wetsvoorstel 29 686 nog wordt gewijzigd. Indien dat voorstel vóór 1 januari 2006 in werking treedt, zullen in dat wetsvoorstel alsmede in het onderhavige voorstel van wet enkele technische wijzigingen worden doorgevoerd. Indien wetsvoorstel 29 686 na 1 januari 2006 in werking treedt, zal een nieuw voorstel van wet worden ingediend dan wel op een lopend wetsvoorstel een nota van wijziging worden ingediend, om onjuiste verwijzingen in wetsvoorstel 29 686 naar het vervallen artikel 13ca te schrappen.

II. ONDERDEELSGEWIJS

Onderdeel 1

Dit onderdeel houdt verband met de wijziging van de gemengde kostenregeling, bedoeld in artikel 8, vijfde lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969. Indien de belastingplichtige daarvoor bij de aangifte kiest, wordt bij de berekening van het forfaitaire – niet aftrekbare deel – van de gemengde kosten het loon uit vroegere dienstbetrekking niet meegenomen.

Onderdeel 2

Artikel VIIIA

Onderdeel A

Door het vervallen van artikel 13ca dient ook artikel V van wetsvoorstel 29 686 komen te vervallen. De in genoemd artikel V opgenomen overgangsregeling zou namelijk zelfstandige betekenis houden, ondanks het vervallen van artikel 13ca. Het nieuwe overgangsrecht voor alle deelnemingen die zijn afgewaardeerd op de voet van artikel 13ca is opgenomen in het thans bij artikel VIIIB, onderdeel D, voorgestelde artikel V van het onderhavige wetsvoorstel Wet VPB-pakket 2006.

Onderdeel B

In het bij derde nota van wijziging ingevoegde artikel VI van het wetsvoorstel 29 686 wordt in het tweede, derde, vierde en vijfde lid verwezen naar artikel 13ca. Deze verwijzing is vervolgens bij vierde nota van wijziging op genoemd voorstel van wet aangepast. Het vervallen van de in artikel V van genoemd wetsvoorstel opgenomen overgangsregeling en de introductie van een nieuwe overgangsregeling in het bij deze nota van wijziging ingevoegde artikel VIIIB, onderdeel D, van het onderhavige wetsvoorstel, brengen mee dat artikel VI van het wetsvoorstel 29 686 nogmaals aanpassing behoeft. Omdat de nieuwe overgangsregeling alleen de opwaarderingsregels van artikel 13ca zoals dat artikel luidde op 31 december 2005 van toepassing verklaart, moet in artikel VI van het wetsvoorstel 29 686 hierbij worden aangesloten.

Artikel VIIIB

Onderdelen A, B en C

Deze onderdelen houden verband met het vervallen van artikel 13ca en de doorwerking daarvan naar de artikelen 8, 10a en 13ba van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969. Wetsvoorstel 29 686 introduceert in de genoemde artikelen een verwijzing naar artikel 13ca, welke gelet op het vervallen van laatstbedoeld artikel, thans weer kunnen vervallen.

Onderdeel D

De in dit onderdeel opgenomen nieuwe tekst voor artikel V heeft tot doel dat voor deelnemingen die op de voet van artikel 13ca zijn afgewaardeerd, het regime van artikel 13ca wordt gecontinueerd, met dien verstande dat geen verdere afwaarderingen meer mogelijk zijn. In artikel V wordt daartoe verwezen naar de opwaarderingsregels van artikel 13ca en aanverwante artikelen, zoals deze artikelen luiden op 31 december 2005, dus na inwerkingtreding van wetsvoorstel 29 686.

De Staatssecretaris van Financiën,

J. G. Wijn

Naar boven