nr. 14
AMENDEMENT VAN HET LID NOORMAN-DEN UYL
Ontvangen 7 december 2005
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
De begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 01 Belastingen wordt het ontvangstenbedrag verlaagd met € 120 000 (x € 1 000).
Toelichting
In de koopkrachtontwikkeling doen zich in 2006 zeer grote verschillen
voor, vooral door de manier waarop het nieuwe ziektekostenstelsel en de OZB-maatregel
uitwerkt op de koopkracht. Procentueel, maar vooral gemeten in euro’s,
is dat naar verhouding vaak nadelig voor huishoudens met lage inkomens. De
meevallende ziektekostenpremie vergroot die ongelijkheid, omdat het voordeel
daarvan voor hogere inkomensgroepen (gemiddeld € 64) driemaal zo
groot is als dat voor huishoudens die een zorgtoeslag nodig hebben (€ 22).
Dit amendement (en het bijbehorende amendement 30 300 XVI, nr. 91)
biedt gezinnen met kinderen aan de onderkant van het inkomensgebouw een koopkrachtverbetering
door een verhoging van de kinderkorting.
Per 2006 worden de diverse kinderkortingen bij elkaar gevoegd tot één
nieuwe kinderkorting. Die bedraagt € 802 bij een huishoudinkomen
van € 28 521 (voor ongeveer 300 000 huishoudens). Voor
elke euro méér inkomen, wordt de kinderkorting verminderd met
5,75 eurocent. Zo wordt een scherpe armoedeval voorkomen.
Voortbouwend op deze systematiek maakt dit amendement ruimte om de maximale
kinderkorting met € 260 te verhogen tot € 1062,–
bij een inkomen van € 24 000, onder handhaving van het afbouwpercentage
(5,75%). Bij een huishoudinkomen van € 28 521 komt de
kinderkorting dan weer uit op € 802.
Bij aanname van dit en het bijbehorende amendement dient een wijziging
te worden aangebracht op het Belastingplan 2006 om de maximale kinderkorting
en het afbouwpunt te wijzigen.
Noorman-den Uyl