30 300 IV
Vaststelling van de begrotingsstaat van Koninkrijksrelaties (IV) voor het jaar 2006

nr. 35
BRIEF VAN DE MINISTERS VOOR BESTUURLIJKE VERNIEUWING EN KONINKRIJKSRELATIES VOOR VREEMDELINGENZAKEN EN INTEGRATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 februari 2006

De motie van het lid Luchtenveld c.s. (TK 2005–2006, 30 300 IV, nr. 27) roept de Nederlandse regering op om het beperken van instroom van kansarme jongeren uit de Nederlandse Antillen of Aruba zonder voldoende opleiding en/of beheersing van de Nederlandse taal en zonder werk onderdeel uit te laten maken van de komende Ronde Tafel Conferenties.

De Nederlandse regering stelt alles in het werk om bedoelde verblijfsregeling tot stand te brengen. Momenteel is het wetsvoorstel in consultatie en wordt het wetsvoorstel voor de zomer bij de Kamer ingediend.

Uitvoering van de motie stuit echter op twee bezwaren.

In de eerste plaats is het Nederlandse wetsontwerp inzake verblijf in Nederland van Antilliaanse en Arubaanse risicojongeren een autonome Nederlandse bevoegdheid. De regeling is zelfstandig en niet afhankelijk van instemming van de Nederlandse Antillen of Aruba, net zoals deze landen ook al van de mogelijkheid gebruik maken om toelatingseisen te stellen.

In de tweede plaats zal het agenderen van dit onderwerp bij de RTC het traject van staatkundige hervorming onnodig belasten.

Vanwege deze redenen acht het kabinet de motie niet uitvoerbaar.

Tot slot zij nog opgemerkt dat de Nederlandse en Antilliaanse c.q. Arubaanse regering uiteraard het belang onderschrijven van een gezamenlijke aanpak van de jongerenproblematiek. Daarom wordt er samengewerkt op het gebied van onderwijsvernieuwing, steunt Nederland ruimhartig de sociale vormingsplicht op de Antillen en is er ook concrete samenwerking van Nederlandse steden met de Antilliaanse eilanden.

De Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties,

A. Pechtold

De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie,

M. C. F. Verdonk

Naar boven