30 300 IIB
Vaststelling van de begrotingsstaat van de Raad van State, de Algemene Rekenkamer, de Nationale ombudsman, de Kanselarij der Nederlandse Orden, het kabinet van de Gouverneur van de Nederlandse Antillen en het kabinet van de Gouverneur van Aruba (IIB) voor het jaar 2006

nr. 4
VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 5 oktober 2005

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties¹, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen en de daarop door de regering gegeven antwoorden.

De voorzitter van de commissie,

Noorman-den Uyl

Adjunct-griffier van de commissie,

Hendrickx

1

Waarom blijft de instroom van het aantal geplande zaken met betrekking tot Milieu en Hoger Beroep achter bij de realisatie van 2004?

De verwachte instroom van zaken bij de kamers Milieu en Hoger Beroep voor het jaar 2006 is inderdaad lager dan de realisatie van het jaar 2004. Daarvoor is geen bijzondere aanleiding aanwezig. De meerjarige verwachting van de zaaksinstroom is gebaseerd op ervaringscijfers over een reeks van jaren. In het geval er redenen zijn om van deze ervaringscijfers af te wijken, zoals blijkt uit de toelichting (zie pagina 11 van de ontwerpbegroting) bij de instroom van zaken bij Ruimtelijke Ordening, wordt de verwachting bijgesteld. De realisatie 2004 van de instroom bij Milieu en Hoger Beroep was geen reden om de verwachtingen voor 2006 naar boven bij te stellen. Wanneer de realisatie over het jaar 2003 ook in de vergelijking wordt betrokken (Milieu: 1915, Hoger Beroep: 2518) blijkt eens te meer dat, behoudens de mogelijke invloed van gewijzigde wet- en regelgeving, door de bank genomen, binnen smalle marges fluctuaties in de instroomcijfers kunnen optreden.

2

Hoe verhoudt de stijging van de voorziene output van de Nationale ombudsman (afgedane klachten) zich tot de voorziene daling van het budget voor de Nationale ombudsman vanaf 2005?

De begroting van de Nationale ombudsman is in 2005 bij eerste suppletore begroting 2005 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2004–2005, 30 095 IIB nrs. 1 en 2) structureel opgehoogd voor formatieuitbreiding in verband met de stijgende lijn in de klachten. Deze ophoging is uiteraard ook verwerkt in de ontwerpbegroting 2006.

In 2005 heeft de Nationale ombudsman echter ook incidentele begrotingsuitgaven, waaronder voor vervanging van hardware, software en voor het organiseren van een internationaal symposium. De terugval van de begroting in 2006 laat zich in belangrijke mate daardoor verklaren. Omdat er in de begroting over 2006 eveneens een incidentele uitgavenpost is opgenomen, eveneens voor de vervanging van de hardware, komt de begroting over 2007 op een nog lager, maar vervolgens stabiel niveau uit.

Bedacht moet overigens nog worden dat de bijdrage van betalende decentrale overheden (zie artikel onderdeel 7.2 «klachten van lagere overheden»), in 2004 op een niveau van € 796 000, ieder jaar bij de tweede suppletore begroting aan het budget wordt toegevoegd. Over 2005 en volgende jaren moet dit dus nog plaatsvinden. De achtergrond hiervan is dat de Nationale ombudsman klachten behandelt voor aangesloten decentrale (lagere) overheden. De decentrale overheden betalen hiervoor een kostendekkende vergoeding. Volgens de huidige systematiek vindt deze verrekening van kosten jaarlijks achteraf plaats over een verrekenperiode die loopt van augustus tot en met september. Dit verklaart de toevoeging van deze uitgaven op het moment van de tweede suppletore begroting.

---

1 Samenstelling: Leden: Kalsbeek (PvdA), van Heemst (PvdA), Noorman-den Uyl (PvdA), Voorzitter, Vos (GL), Adelmund (PvdA), de Wit (SP), van Beek (VVD), Ondervoorzitter, van der Staaij (SGP), Luchtenveld (VVD), Wilders (Groep Wilders), de Pater-van der Meer (CDA), Duyvendak (GL), Spies (CDA), Eerdmans (LPF), Sterk (CDA), van der Ham (D66), Haverkamp (CDA), Van Fessem (CDA), Smilde (CDA), Straub (PvdA), Nawijn (Groep Nawijn), Boelhouwer (PvdA), Dubbelboer (PvdA), Van Hijum (CDA), Nijs MBA (VVD), Van Schijndel (VVD) en Vacature (SP).

Plv. leden: de Vries (PvdA), Dijsselbloem (PvdA), Fierens (PvdA), Halsema (GL), Vacature (PvdA), Kant (SP), Weekers (VVD), Slob (CU), Hirsi Ali (VVD), Szabó (VVD), Rambocus (CDA), van Gent (GL), Çörüz (CDA), van As (LPF), van Haersma Buma (CDA), Koser Kaya (D66), Vacature (algemeen), van Bochove (CDA), Algra (CDA), Hamer (PvdA), Hermans (LPF), Leerdam, MFA (PvdA), Wolfsen (PvdA), Eski (CDA), Balemans (VVD), Van der Sande (VVD) en Vergeer (SP).