30 300 IIA
Vaststelling van de begrotingsstaat van de Staten-Generaal (IIA) voor het jaar 2006

nr. 2
MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET BEGROTINGSWETSVOORSTEL

Wetsartikel 1

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt, dan wel uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat (artikel 25a, vierde lid, onderdeel b, van de Wet op de Raad van State).

De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om de begrotingsstaat van de Staten-Generaal (IIA) voor het jaar 2006 vast te stellen.

Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor het jaar 2006. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota 2006.

Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de uitgaven, verplichtingen en de ontvangsten voor het jaar 2006 vastgesteld. De in de begroting opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. W. Remkes

MEMORIE VAN TOELICHTING

INHOUDblz.
     
1.Leeswijzer3
2.Het beleid5
 2.1.Tabel budgettaire gevolgen van beleid5
 2.2.De artikelen6
  1:Wetgeving en controle Eerste Kamer6
  2:Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer, alsmede leden van het Europees Parlement9
  3:Wetgeving en controle Tweede Kamer12
  4:Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer21
  10:Nominaal en onvoorzien23
3.Verdiepingshoofdstuk24

1. LEESWIJZER

Inhoud begroting

Algemeen

De begroting van de hoge colleges van staat is met ingang van de begroting 2004 gesplitst in deel IIA en deel IIB. Deel IIA bevat het onderdeel Staten-Generaal en deel IIB bevat de Raad van State, de Algemene Rekenkamer, de Nationale ombudsman, de Kanselarij der Nederlandse Orden, het kabinet van de Gouverneur van de Nederlandse Antillen en het kabinet van de Gouverneur van Aruba. De splitsing is tot stand gekomen naar aanleiding van het verzoek van de Staten-Generaal om de bijzondere positie van de Staten-Generaal zichtbaar te maken in de begroting.

De tweede wijziging van de Comptabiliteitswet 2001, waarin de splitsing wordt geformaliseerd, is in voorbereiding.

Opbouw begroting

De begroting is als volgt opgebouwd:

1 Leeswijzer

2 Het beleid

3 Verdiepingshoofdstuk.

Opbouw artikelen

De artikelen zijn ingedeeld in de volgende paragrafen:

1. Algemeen

2. Begrotingsvoorstellen College/kabinetsstandpunt

3. Speerpunten 2006

4. Context

5. Tabel budgettaire gevolgen van beleid

6. Operationele doelstellingen en prestatiegegevens

7. Bedrijfsvoeringsparagraaf.

Speerpunten 2006

Aangezien Hoofdstuk II voorgaande jaren geen (tekstuele) beleidsagenda kende is bij de artikelen een paragraaf Speerpunten 2006 opgenomen. Deze dient als tegenhanger voor de beleidsagenda.

Bedrijfsvoeringsparagraaf

Bij de artikelen is om de leesbaarheid te bevorderen tevens de paragraaf over bedrijfsvoering opgenomen. De colleges geven hier de ontwikkelingen ten aanzien van de bedrijfsvoering. Voor de goede orde wordt vermeld dat tussen de Eerste en Tweede Kamer en het kabinet afspraken zijn gemaakt over het financieel beheer. Uitgangspunt daarbij is dat de Eerste- en Tweede Kamer in eerste instantie zelf verantwoordelijk zijn voor het beheer en dat de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zich strikt beperkt tot de verantwoordelijkheden waarop hij aanspreekbaar is op basis van de Comptabiliteitswet.

Controle achteraf is daarbij het vangnet om te beoordelen of de Colleges en Kabinetten bij hun beheer binnen de grenzen blijven die de Comptabiliteitswet stelt. Daartoe worden de administraties van de jaarlijks gecontroleerd door de Auditdienst van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Deze controle strekt zich ook uit tot de administratieve organisatie.

In zijn algemeenheid geldt dat in geval een paragraaf niet is ingevuld deze geheel is weggelaten.

2. HET BELEID

2.1. Overzicht tabel budgettaire gevolgen van beleid

Opbouw (verplichtingen=) uitgaven (in € 1 000)
 2004200520062007200820092010
Stand ontwerp-begroting 2005: 112 267108 799109 872108 892108 392 
Mutaties 1e suppletore begroting 2005: 2 894– 1 045– 1 087– 1 211– 1 211 
Nog niet opgenomen in een begrotingsstuk: 4 2665 5064 3464 3324 320 
1Wetgeving en controle Eerste Kamer 11540737271 
2Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer, alsmede leden van het Europees Parlement 2 4712 2382 2412 2412 241 
3Wetgeving en controle Tweede Kamer 1 1271 596400386375 
4Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer 420202020 
10Nominaal en onvoorzien 5491 6121 6121 6131 613 
Stand ontwerp-begroting 2006:110 699119 427113 260113 131112 013111 501110 984
Opbouw ontvangsten (in € 1 000)
 2004200520062007200820092010
Stand ontwerp-begroting 2005: 1 9381 9381 9381 938  
Stand ontwerp-begroting 2006:3 5692 0612 0612 0611 9381 9381 938

2.2. De artikelen

ARTIKEL 1: WETGEVING EN CONTROLE EERSTE KAMER

1. Algemeen

De Eerste Kamer vormt samen met de Tweede Kamer de Staten-Generaal. Er zijn overeenkomsten en verschillen tussen beide Kamers. Beide Kamers hebben een wetgevende en een beleidscontrolerende taak en ze hebben een aantal bevoegdheden gemeen, zoals het recht schriftelijke vragen te stellen, het recht moties in te dienen en het recht van interpellatie. De Tweede Kamer kent het recht van initiatief; senatoren kunnen daarentegen niet zelf een wetsvoorstel indienen. Ook heeft de Tweede Kamer het recht een wetsvoorstel te wijzigen; de Senaat mist dat recht van amendement en kan een wetsvoorstel alleen maar aannemen of verwerpen. De Eerste Kamer heeft dus wel een vetorecht en heeft daarmee – omdat zij wetsvoorstellen alleen kan behandelen nadat deze in de Tweede Kamer zijn aangenomen het laatste woord. Krachtens de Grondwet zijn beide Kamers gelijkwaardig.

Met de bevoegdheden die beide Kamers der Staten-Generaal gemeen hebben, wordt in de praktijk verschillen omgegaan. Het grootste verschil betreft de terughoudendheid van de Eerste Kamer om van die bevoegdheden gebruik te maken. Deze terughoudendheid is gebaseerd op de sinds lange tijd bestaande gewoonte dat de Senaat (ook wel «chambre de réflexion» genoemd) wetsvoorstellen eerder toetst op kwaliteit dan op politieke wenselijkheid.

De Voorzitter van de Eerste Kamer heeft de leiding van de Verenigde Vergadering van de Staten-Generaal. Enkele plenaire vergaderingen hebben een sterk ceremonieel karakter: de vergadering die op grond van artikel 65 van de Grondwet jaarlijks op de derde dinsdag van september wordt gehouden, en, in voorkomend geval, herdenkingen van leden van het Koninklijk Huis. Daarnaast kan worden gewezen op de Bijzondere Vergadering in het kader van het zilveren regeringsjubileum van H.M. Koningin Beatrix.

2. Begrotingsvoorstellen/kabinetsstandpunt

De begrotingsvoorstellen die Eerste Kamer heeft ingediend voor de ontwerpbegroting 2006, zijn reeds gedeeltelijk toegekend bij de Voorjaarsnota (Tweede Kamer, vergaderjaar 2004–2005, 30 105 IIA, nrs. 1 en 2). Het kabinet stemt daarnaast in met het voorstel van de Eerste Kamer om de raming vanaf 2006 structureel te verhogen met € 0,025 mln voor automatisering/dienstverleningsovereenkomst met de Tweede Kamer.

De Eerste Kamer neemt kennis van:

– Het kabinetsstandpunt strekkende tot incidentele verlaging van de raming in 2006 met € 0,030 mln in verband met de kosten voor Rijksnet en opvolger Rijksweb.

– Het kabinetsstandpunt strekkende tot incidentele verlaging van de raming in 2006 met € 0,002 mln voor de campagne Werken bij het Rijk.

– Het kabinetsstandpunt strekkende tot verlaging van de raming voor in 2008 met € 0,001 mln, in 2009 met € 0,002 mln en in 2010 met € 0,003 mln in verband met lagere WW-lasten voor de overheid (kortere uitkeringsduur).

Voor de genoemde posten geldt dat de ramingsverlagingen naar rato plaatsvinden voor alle departementen alsook voor de hoge colleges van staat en kabinetten.

3. Speerpunten 2006

De ambtelijke diensten van de Eerste Kamer hebben ten doel de leden van de Eerste Kamer in staat te stellen hun wetgevende en beleidscontrolerende taak naar behoren te vervullen. De wijze waarop deze doeleinden worden bereikt, vloeit voort uit het werkaanbod voor de Eerste Kamer en de wensen van haar leden bij het vervullen van hun taken. In 2006 zal verder worden ingezet op de ontwikkeling van de inhoudelijke ondersteuning ten behoeve van leden en commissies. Voor een betere facilitaire ondersteuning wordt in toenemende mate de samenwerking met de Tweede Kamer ontwikkeld, o.m. voor ICT en voor de personeels- en salarisadministratie.

4. Context

De beleidscontrolerende taak beslaat ook de (implementatie van de) Europese regelgeving, de Europese integratie en belangrijke regeringsnota's. Tenslotte heeft de Eerste Kamer – gelijktijdig met de Tweede Kamer – het zelfstandig recht in te stemmen met, of instemming te onthouden aan voorgenomen besluiten in het kader van de derde pijler van de Europese Unie die een het Koninkrijk bindend karakter hebben.

5. Budgettaire gevolgen van beleid

Overzicht budgettaire gevolgen van beleid (in € 1 000)
1: Wetgeving en controle Eerste Kamer2004200520062007200820092010
Verplichtingen8 0189 0418 3448 3528 3518 3508 349
Uitgaven7 8969 0418 3448 3528 3518 3508 349
1.apparaat4 5235 2174 7054 7134 7124 7124 712
2.vergoedingen voorzitter en leden Eerste Kamer3 3143 6513 6163 6163 6163 6153 614
3.verenigde vergadering591732323232323
Ontvangsten71636363636363

Ad 2. Betreft de regeling van de vergoeding voor de werkzaamheden, vergoeding secundaire voorzieningen en de kostenvergoedingen van de leden van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, alsmede van de toelage en andere voorzieningen van de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

Ad 3. Betreft de kosten die verband houden met het organiseren van de Verenigde Vergadering op de derde dinsdag van september. De kosten bestaan uit onder andere de bloemversiering van de Ridderzaal, het drukken van toegangskaarten en programmafolders, de ontvangst Corps Diplomatique en leden van het Kabinet in de Rolzaal en het inhuren van hostesses voor het aanwijzen van plaatsen in de Ridderzaal. Op dit artikel worden ook de uitgaven voor een eventuele herdenkingsbijeenkomst verantwoord. Gezien het incidentele karakter van deze uitgaven worden deze niet geraamd.

6. Operationele doelstellingen

operationele doelstelling

Faciliteren van de werkzaamheden van de Eerste Kamer.

motivering

De Eerste Kamer dient de bij wet geregelde taken en bevoegdheden te kunnen uitvoeren.

activiteiten 2006

Algemeen

• Het verzorgen van Openbare plenaire vergaderingen van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

• Het verzorgen van de Verenigde Vergadering(en)

• Het verzorgen van Commissievergaderingen

• Het verzorgen van informatie voor de Kamerleden

• Het onderhouden van externe betrekkingen met ministeries en externe belangstellenden

• Het faciliteren van activiteiten betrekking hebbende op het wetgevingsproces.

Specifiek 2006

• Samenwerking Tweede Kamer op gebied van ICT, en personeels/salarisadministratie.

• Ontwikkelen van inhoudelijke ondersteuning voor de leden van de Eerste Kamer.

• Het ontwikkelen en uitvoeren van een pro-actief voorlichtingsbeleid, gericht op de doelgroepen van de Eerste Kamer.

doelgroep

Voorzitter en leden van de Eerste Kamer.

kosten behorend bij operationele doelstelling

Zie artikel 1.1.

7. Bedrijfsvoeringparagraaf

De Eerste Kamer heeft in 2005 een reorganisatie uitgevoerd, hetgeen tot een verbeterde dienstverlening voor de Leden zal gaan leiden. De voorheen uitsluitend facilitaire dienstverlening wordt uitgebreid met inhoudelijke dienstverlening. De toezeggingenregistratie wordt verbeterd en er zullen meer wetgevingsdossiers worden gemaakt.

Het Masterplan voor de huisvesting van de Eerste Kamer is zijn vierde fase ingegaan.

ARTIKEL 2: UITGAVEN TEN BEHOEVE VAN LEDEN EN OUD-LEDEN TWEEDE KAMER, ALSMEDE LEDEN VAN HET EUROPEES PARLEMENT

1. Algemeen

Het ingevolge de Wet schadeloosstelling leden Tweede Kamer (Staatsblad 1997, nr. 250), de Wet schadeloosstelling leden Europees parlement (Staatsblad 1979, nr. 379) en de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Staatsblad 1969, nr. 594) zorgdragen voor de uitgaven aangaande het volgende:

– schadeloosstelling leden

– reis- en overige kostenvergoedingen leden

– wachtgelden oud-leden

– pensioenen oud-leden en hun nabestaanden

– schadeloosstelling leden Europees Parlement.

Voorts is binnen dit artikel een budget ten behoeve van outplacement van oud-leden opgenomen.

In het voorstel tot wijziging van de begroting van IIA voor 2005 is onder artikelonderdeel 3. een structurele overboeking opgenomen ten behoeve van de betaling via het salarisbureau van de Tweede Kamer van de schadeloosstelling aan leden van het Europees Parlement. Dientengevolge wordt voorgesteld dit als volgt in de artikelomschrijving tot uitdrukking te brengen: artikel 2 Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden van de Tweede Kamer, alsmede leden van het Europees Parlement. Het betreffende budget werd voorheen geraamd op de begroting van hoofdstuk VII van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

2. Begrotingsvoorstellen/ kabinetsstandpunt

De Tweede Kamer heeft voor dit artikel geen begrotingsvoorstellen ingediend.

3. Budgettaire gevolgen van beleid

Overzicht budgettaire gevolgen van beleid (in € 1 000)
2: Uitgaven t.b.v. leden en oud-leden Tweede Kamer alsmede leden van het Europees Parlement2004200520062007200820092010
Verplichtingen28 04731 63630 90431 90731 90731 40730 907
Uitgaven28 04731 63630 90431 90731 90731 40730 907
1.schadeloosstelling18 67720 98320 75120 75420 75420 75420 754
2.pensioenen en wachtgelden9 3708 5588 0589 0589 0588 5588 058
3.schadeloosstelling Europarlementariërsnvt2 0952 0952 0952 0952 0952 095
Ontvangsten0286286286286286286

In onderstaand overzicht zijn in meerjarig perspectief de uitgaven met betrekking tot artikelonderdelen 2.1 en 2.2 opgenomen.

 
Uitgaven t.b.v. leden en oud-leden Tweede Kamer voor artikel 2.1 en 2.2 (in € 1 000)20002001200220032004
–schadeloosstelling12 34512 54313 01612 69312 746
–vergoedingen3 0485 8448 7116 1625 931
totaal15 39318 38721 72718 85518 677
gemiddeld per zetel102123145126125
–pensioenen en wachtgelden.6 1336 5118 36010 7009 370
gemiddeld per zetel4143567162
–totaal artikel 2.1 en 2.221 52624 89830 08729 55528 047
gemiddeld per zetel144166201197187

4. Operationele doelstellingen

operationele doelstelling

Door een gerichte inzet van outplacementfaciliteiten wordt beoogd de gevolgen van het beroep op de wachtgeldregeling te beperken.

motivering

De motivering is tweeledig: enerzijds als faciliteit bij het zoeken van een nieuwe functie voor oud-kamerleden en anderzijds de doelstelling tot het verminderen van wachtgelduitgaven.

activiteiten 2006

Het ook in 2006 meer bekendheid geven aan de outplacementfaciliteit.

doelgroep

De doelgroep omvat oud-leden van de Tweede Kamer.

Met betrekking tot prestatie-indicatoren is er geen streefwaarde vast te stellen anders dan beperking van het aantal toekenningen. Daarbij vindt, onontkoombaar, na iedereverkiezing een toename van het aantal toekenningen plaats.

prestatie-indicatoren

 
Aantallen deelgerechtigden (pensioenen en wachtgelden)20002001200220032004
Pensioenen oud-leden196198209218222
Wachtgelden oud-leden1776213412191
Weduwen-/weduwnaars- pensioenen117124124121118
Wezenpensioenen53444
Totaal384387471464435

1 Exclusief wachtgeldaanspraken die door korting van inkomsten niet tot betaling leiden (2000: 36, 2001: 44, 2002: 34, 2003: 88, 2004: 50).

kosten behorend bij operationele doelstelling

In totaal is voor outplacementfaciliteiten jaarlijks € 0,2 mln beschikbaar. De uitgaven in 2004 beliepen € 0,027 mln.

evaluatie onderzoek

De outplacementregeling zal inhoudelijk ruim voor de geplande verkiezingen in 2007 worden geëvalueerd.

relevante kamerstukken

Het Presidium heeft in zijn vergadering van 12 december 2001 op grond van een advies van de Commissie Emolumenten en naar aanleiding van opmerkingen bij gelegenheid van de behandeling van de Raming voor 2002, een vrijwillige outplacementregeling voor (oud) leden van de Tweede Kamer vastgesteld. De outplacementregeling, die voor het eerst in de Raming van de Tweede Kamer voor 2003 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2001–2002, 28 336, nr. 4, blz. 2) is opgenomen, wordt door de Tweede Kamer beheerd.

5. Bedrijfsvoeringsparagraaf

Naar verwachting wordt de vergoedingen- en salarisadministratie ten behoeve van de leden en het personeel van de Eerste Kamer met ingang van 1 januari 2006 door de nieuwe ingerichte personeelsen salarisadministratie van de Tweede Kamer overgenomen.

Ten einde dit in goede banen te leiden, vinden hiervoor momenteel de voorbereidingen plaats. Dit veronderstelt, op basis van een inventarisatie van de huidige situatie waaronder de ICT, een nadere beschrijving van zowel processen als administratieve organisatie.

ARTIKEL 3: WETGEVING EN CONTROLE TWEEDE KAMER

1. Algemeen

Taak van de Tweede Kamer

De hoofdtaken van de Tweede Kamer omvatten het controleren van de regering en (mede)wetgeving. Deze taken vloeien voort uit de Grondwetsartikelen 50 (vertegenwoordiging van het gehele Nederlandse volk), 65 tot en met 72 (werkwijze), 81 tot en met 87 (wetgeving), 105 (begrotingen), 137 en 138 (Grondwetsgeving) en enkele andere Grondwets- en wetsartikelen.

De ambtelijke diensten

De algemene doelstelling (missie) van de ambtelijke organisatie van de Tweede Kamer der Staten-Generaal is het stimuleren van het parlementair democratisch proces door een professionele en plezierige ondersteuning van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

De voornaamste kernwaarden in dit verband zijn integriteit en dienstbaarheid. Als belangrijkste kerncompetenties kunnen worden genoemd:

– klantgericht handelen: herkennen van de wensen, behoeften en belangen van klanten en het hiernaar handelen,

– flexibel inspelen op de omgeving: gedrag, ideeën en werkwijzen aanpassen aan uitgesproken en onuitgesproken wensen en behoeften van de omgeving.

Naast de apparaatskosten in meer strikte zin, zijn onder dit artikel ook de budgetten voor onderzoek, drukwerk kamerstukken, fractiekosten, uitzending leden en, indien aan de orde, enquêtes opgenomen.

2. Begrotingsvoorstellen/kabinetsstandpunt

De begrotingsvoorstellen die Tweede Kamer heeft ingediend voor de ontwerpbegroting 2006, zijn reeds gedeeltelijk toegekend bij de Voorjaarsnota (Tweede Kamer, vergaderjaar 2004–2005, 30 105 IIA, nrs. 1 en 2). Het kabinet stemt daarnaast in met het voorstel van de Tweede Kamer om de raming 2006 te verhogen met € 1,5 mln voor het project Staten-Generaal digitaal.

De Tweede Kamer neemt kennis van:

– Het kabinetsstandpunt strekkende tot incidentele verlaging van de raming in 2006 met € 0,268 mln in verband met de kosten voor Rijksnet en opvolger Rijksweb.

– Het kabinetsstandpunt strekkende tot incidentele verlaging van de raming in 2006 met € 0,031 mln voor de campagne Werken bij het Rijk.

– Het kabinetsstandpunt strekkende tot verlaging van de raming in 2006 met € 0,002 mln, in 2007 met € 0,004, in 2008 met € 0,014 mln, in 2009 met 0,025 mln en in 2010 met 0,041 mln in verband met lagere WW-lasten voor de overheid (kortere uitkeringsduur).

Voor de genoemde posten geldt dat de ramingsverlagingen naar rato plaatsvinden voor alle departementen alsook voor de hoge colleges van staat en kabinetten.

3. Speerpunten 2006

Ten aanzien van de politiek:

• Zelfstandige begrotingsautoriteit

• Samenwerking met de Eerste Kamer

• Positionering Griffie interparlementaire betrekkingen

• De ondersteuning van kerntaken van het parlement

• Controle (VBTB, jaarverslagen, ondersteuning controlerende taak van de Tweede Kamer, wet op de parlementaire enquête)

• E-parlement/Parlis

Ten aanzien van de organisatie:

• Financieel beheer

• Managementstijl en personeelsbeleid

4. Budgettaire gevolgen van beleid

Overzicht budgettaire gevolgen van beleid (in € 1 000)
3: Wetgeving en controle Tweede Kamer2004200520062007200820092010
Verplichtingen72 87476 87172 11770 97269 85569 84469 828
Uitgaven72 34976 87172 11770 97269 85569 84469 828
1.apparaat49 29754 54450 01248 86447 74847 73747 721
2.onderzoeksbudget843511511511511511511
3.drukwerk3 5183 7983 7983 7983 7983 7983 798
4.fractiekosten18 52117 60617 38417 38717 38617 38617 386
5.uitzending leden170412412412412412412
6.enquêtesMemorieMemorieMemorieMemorieMemorieMemorieMemorie
Ontvangsten3 4971 6891 6891 6891 5661 5661 566

Kengetallen

In onderstaand overzicht zijn in meerjarig perspectief de apparaatsuitgaven binnen dit artikel opgenomen. Voorts zijn, afgeleid hiervan, gemiddelden vermeld per kamerzetel en per gestenografeerd uur vergadering.

Uitgavenoverzicht (in € 1 000)
Wetgeving en controle Tweede Kamer20002001200220032004
–apparaat (personeel)20 87622 55524 27126 528132 092
gemiddeld per zetel139150162177214
per vergaderuur99111613
apparaat (materieel)14 23216 74518 88617 42317 202
gemiddeld per zetel95112126116115
per vergaderuur678107
totaal apparaat35 10839 30043 15743 95149 294
gemiddeld per zetel234262288293329
gemiddeld per vergaderuur1516192620
–onderzoeksbudget623465122508843
–drukwerk3 7033 9274 1723 7013 517
–fractiekosten14 17115 14819 86618 78318 521
–uitzending leden269427188267170
–enquêtes  1 931611 
–garanties236069107  
totaal artikel 354 23459 33669 54367 82172 345
gemiddeld per zetel362396464452482
gemiddeld per vergaderuur2326314030

1 Het uitgavenverschil ten opzichte van 2003 vindt vooral verklaring in de omstandigheid dat met ingang van 2004 de Dienst Verslag en Redactie onder dit artikel is opgenomen. Voorts spelen de toegenomen beveiligingskosten een rol.

2 Het artikelonderdeel «garanties» is met ingang van 2003 komen te vervallen.

De volgende cijfers dienen in hun context te worden bezien. Wetsvoorstellen die met blanco verslag en als hamerstuk zijn behandeld, tellen bijvoorbeeld in dit overzicht even zwaar als wetsvoorstellen die voorwerp zijn van uitvoerig voorbereidend onderzoek en dagenlange plenaire vergaderingen. Wijzigingen in moties kunnen soms belangrijke inhoudelijke consequenties hebben, maar soms ook slechts taalkundige betekenis.

 
Parlementair20002001200220032004
Vergaderingen     
–plenaire vergaderingen102105919597
–commissievergaderingen     
waarvan openbaar724754520590801
waarvan besloten679738596700770
–overige vergaderingen7 3696 7207 0687 8087 531
      
Werkbezoeken commissies     
–binnenland4147534854
–buitenland8176425
      
Wetsvoorstellen     
–ingediende wetsvoorstellen246280252267275
waarvan initiatief wetsvoorstellen9913811
waarvan rijksbegrotingen1717171718
waarvan fondsen66677
–suppletore voorstellen6559676668
In stemming gebrachte wetsvoorstellen1423250213195253
      
Moties     
–ingediende moties9749971 1581 0071 309
–aangenomen424444391327437
–verworpen268288363433568
–ingetrokken7955386155
–aangehouden28351444252
–gewijzigd6075455666
–in behandeling3230542665260
–vervallen430113671
      
Vragen     
–schriftelijke vragen1 4511 4241 5631 6782 101
waarvan beantwoord51 3891 4471 5511 6682 121
–mondelinge vragen8692966598
–interpellaties7111355

1 Waaronder ook in voorgaande jaren ingediende wetsvoorstellen.

2 Vanwege een wijziging van het reglement van orde (artikel 69, tweede lid) komt een aangehouden motie na verloop van tijd, als er geen tegenactie wordt ondernomen, automatisch te vervallen. Hierdoor wijken de cijfers voor aangehouden en in behandeling zijnde moties voor 2001 af van de cijfers in de voorgaande jaren.

3 Waaronder ook in voorgaande jaren ingediende moties.

4 Vanwege een wijziging in het reglement van orde waardoor een aangehouden motie na verloop van tijd, als geen tegenactie wordt ondernomen, komt te vervallen, is een rubriek «vervallen moties» toegevoegd.

5 Waaronder ook in voorgaande jaren ingediende vragen.

5. Operationele doelstellingen

operationele doelstelling

Zelfstandige begrotingsautoriteit (ZBA)

motivering

De Tweede Kamer heeft zich bij de vaststelling van de Raming voor 2005 bij motie opnieuw nadrukkelijk uitgesproken voor de ZBA.

activiteiten 2006

Naar het zich nu laat aanzien zal daartoe de tweede wijziging van de Comptabiliteitswet (Tweede Kamer, vergaderjaar 2004–2005, 29 833, nrs. 1–10) worden benut. Door amendering kan de ZBA hierin worden geregeld, althans voor zover dat binnen de grondwettelijke bepalingen over de inrichting van de Rijksbegroting kan. Ten tijde van het opstellen van deze Ontwerpbegroting was de stand van zaken ten aanzien van de tweede wijziging van de Comptabiliteitswet als volgt.

De schriftelijke voorbereiding van het wetsvoorstel is voltooid. Tijdens de plenaire behandeling (15 juni 2005) hebben de PvdA-fractie en CDA-fractie (kamerleden Dubbelboer en Mastwijk) twee amendementen ingediend. Het eerste amendement strekt ertoe om de minister van Financiën in plaats van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties verantwoordelijk te maken voor de begroting van de Staten-Generaal. Het tweede amendement strekt ertoe dat de verantwoordelijke minister zijn visie geeft over de raming, dat de Kamers acht slaan op deze visie bij de openbare behandeling, en dat de raming zoals vastgesteld door de Kamers zonder meer wordt opgenomen in de Rijksbegroting. Voor een verslag van de plenaire behandeling zie Handelingen 2004–2005, Tweede Kamer, nr. 91, pag. 5411–5416. De ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Financiën hebben voorgesteld om advies in te winnen bij de Raad van State over de vraag hoe het tweede amendement zich verhoudt tot de Grondwet. In afwachting van het advies van de Raad van State is de beraadslaging geschorst.

doelgroep

Deze activiteiten betreffen de eigen organisatie.

relevante kamerstukken

De Raming van de Tweede Kamer voor 2005 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2003–2004, 29 527, nr. 3, blz. 8–9), alsmede de Raming van de Tweede Kamer voor 2006 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2004–2005, 30 095, nr. 3, blz. 7). Motie Dubbelboer (Tweede Kamer, vergaderjaar 2003–2004, 29 527, nr. 15), Tweede wijziging Comptabiliteitswet (Tweede Kamer, vergaderjaar 2004–2005, 29 833, nrs. 1–10), Handelingen 2004–2005, Tweede Kamer, nr. 91, pag. 5411–5416.

operationele doelstelling

Samenwerking met de Eerste Kamer (Commissies)

motivering

De invoering van de subsidiariteitstoets noodzaakt de vakcommissies van zowel de Tweede als de Eerste Kamer zich een oordeel te vormen over voorgenomen wetgeving van de Europese Commissie. Deze toets maakt het immers mogelijk, binnen bepaalde voorwaarden, onderwerpen die naar het oordeel van het parlement op nationaal niveau geregeld zouden moeten worden, van de Europese agenda te halen.

activiteiten 2006

Door een commissie uit beide Kamers is in het verleden gerapporteerd over de wijze waarop hierbij gezamenlijk kan worden opgetrokken. Dit gebeurt al enige tijd op het gebied van de informatieverschaffing en- uitwisseling. De aanstaande invoering van de subsidiariteitstoets versterkt de noodzaak van vroegtijdige informatie.

doelgroep

Het parlement.

operationele doelstelling

Samenwerking Eerste en Tweede Kamer (Bedrijfsvoering).

motivering

Beoogd wordt een doelmatiger werkwijze.

activiteiten 2006

• Op grond van een dienstverleningsovereenkomst verzorgt de Tweede Kamer de beveiliging van de Eerste Kamer. De eerste resultaten hiervan zijn van dien aard dat verwacht mag worden dat deze dienstverlening voor langere tijd zal worden voortgezet,

• Het onderzoek naar de mogelijkheden op het gebied van samenwerking op het terrein van automatisering kan op redelijk korte termijn leiden tot een verregaande vorm van samenwerking.

doelgroep

De Eerste en Tweede Kamer.

kosten behorend bij operationele doelstelling

De kosten vallen binnen de raming van de apparaatskosten van de Eerste en Tweede Kamer.

operationele doelstelling

In de loop van 2005 zullen de beide Kamers een besluit nemen betreffende het onderbrengen van het apparaat van en het bevoegde gezag over de Griffie interparlementaire betrekkingen bij de Tweede Kamer.

motivering

Beoogd wordt een doelmatiger werkwijze.

doelgroep

De Eerste en Tweede Kamer.

operationele doelstelling

De ondersteuning van de kerntaken van het parlement (medewetgeving en controle).

motivering

Na het Franse en Nederlandse «nee» tegen de Europese grondwet is de (wijze van) invoering van de subsidiariteitstoets onzeker. Aan de Gemengde commissie toepassing subsidiariteit is in aanvulling op de eerder door haar uitgebrachte adviezen gevraagd om onder meer een nader advies uit te brengen over de wijze waarop de subsidiariteitstoets onder het huidige regime vorm kan worden gegeven. Het spreekt voor zich dat de eventuele personele consequenties van de mogelijke invoering van de subsidiariteitstoets dus pas daarna in beeld kunnen worden gebracht.

activiteiten 2006

Evenals in 2005 wordt ook in 2006 bijzondere aandacht besteed aan het wetgevingsproces en in het bijzonder aan de kwaliteit van de wetgeving. Door samenwerking met de Academie voor de Wetgeving is het mogelijk ervaren wetgevingsjuristen voor een bepaalde tijd bij de Kamer te detacheren. Ook het instrument van de beknopte dan wel uitgebreide wetgevingsrapporten wordt intensiever ingezet.

doelgroep

De Tweede Kamer.

operationele doelstelling

Controle

1. VBTB

2. Jaarverslagen

3. Ondersteuning controlerende taak van de Tweede Kamer

4. Wet op de parlementaire enquête

motivering/activiteiten 2006

1. VBTB

In het najaar van 2004 is het VBTB-proces onder auspiciën van het ministerie van Financiën geëvalueerd. Onderdeel daarvan is het gebruik van VBTB bij de behandeling van de begrotingen en bij de behandeling door de Tweede Kamer van de jaarverslagen. De Kamer zal hierover zelf in 2005 een oordeel geven. De uitkomst van deze brede evaluatie krijgt zijn beslag in 2006.

2. Jaarverslagen

De op grond van de motie-Blok voor het jaar 2005 in gang gezette behandeling van de jaarverslagen op de derde woensdag in mei in tegenwoordigheid van het voltallige kabinet, de verantwoordingsdag, zal in 2006 worden voortgezet. Hetzelfde geldt voor de na deze verantwoordingsdag volgende behandeling van de jaarverslagen per ministerie met de desbetreffende bewindspersoon.

3. Ondersteuning controlerende taak van de Tweede Kamer

Wat betreft de ondersteuning van de controlerende taak van de Kamer wordt in 2006 in nauw overleg met alle betrokken medewerkers gestreefd naar een bundeling van de onderzoekscapaciteiten.

4. Wet op de parlementaire enquête

Op het gebied van onderzoek zijn de komende aanbevelingen van de commissie die zich bezig houdt met de herziening van de Wet op de parlementaire enquête van belang. Het streven van deze commissie is erop gericht om voor 2007 met een initiatiefwetsvoorstel te komen.

5. Tijdelijke, onderzoek- en themacommissies

De bij de behandeling van de Raming voor 2005 al geconstateerde verschuiving van de vaste commissies in de richting van de tijdelijke, onderzoek- en themacommissies, doet nog steeds opgeld. Dit heeft uiteraard consequenties voor de ambtelijke organisatie: als deze trend in 2006 doorzet zullen minimaal andere accenten gelegd worden in de ondersteuning en op een zeker moment zullen er keuzes gemaakt moeten worden over de omvang of de taken van de ondersteuning. Deze keuzes zullen op het geëigende moment aan de Kamer worden voorgelegd.

doelgroep

Deze activiteiten betreffen de eigen organisatie.

operationele doelstelling

Papierarm parlement/E(lectronic)-parlement/Parlis.

motivering

De Tweede Kamer voert een actief innovatief beleid ten einde de ontwikkelingen in de (digitale) maatschappij bij te kunnen houden. Creativiteit binnen de Kamerorganisatie zal dan ook meer ruimte krijgen. Hiertoe zal de samenwerking op het gebied van informatisering en automatisering binnen de Directie Informatiseringsbeleid verder vorm krijgen.

De realisatie van de verschillende e-parlementprojecten en wel in het bijzonder de ingebruikname van het nieuwe parlementair informatiesysteem (Parlis) in 2005, versterkt de doelstelling uit te komen bij een papierarm parlement.

activiteiten 2006

• Verdere ontwikkeling van het educatieve programma en de bijbehorende website;

• verdere ontwikkeling van de internet- en intranetsite. Dit is mede noodzakelijk voor het mogelijk maken van meer interactieve toepassingen;

• verder vorm geven van integrale informatievoorziening in de richting van leden en andere belanghebbenden. Waarbij met betrekking tot de informatievoorziening aan de leden nadrukkelijk wordt aangehaakt bij de actuele agenda;

• de ontwikkeling van nieuwe vormen van informatiepresentatie. Te denken valt aan nieuwe toepassingen voor mobiele apparatuur, digitale televisie en telefoon;

• verdere fysieke en mentale inbedding van e-parlement in de organisatie van de Tweede Kamer, zodanig dat de verschillende diensten elkaar versterken in het ontwikkelen van nieuwe vormen van dienstverlening en samenwerking;

• het toegankelijk maken van de informatie in de plenaire zaal. De planning is deze in 2006 opnieuw in te richten.

doelgroep

Deze activiteiten betreffen zowel de eigen organisatie als het publiek.

relevante kamerstukken

De Raming van de Tweede Kamer voor 2005 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2003–2004, 29 527, nr. 3, blz. 8–9), alsmede de Raming van de Tweede Kamer voor 2006 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2004–2005, 30 095, nr. 3, blz. 7).

operationele doelstelling

Financieel beheer.

motivering

De afronding van de invoering van de nieuwe financiële en personele systemen leidt voor het jaar 2006 tot de noodzaak deze systemen stabiel te laten functioneren ten dienste van de gehele Tweede Kamer.

activiteiten 2006

Samengevat omvat de doelstelling voor 2006 de volgende onderdelen:

• dat aan de verlangens van klanten op de terreinen van operationele, tactische als strategische managementinformatie wordt voldaan,

• zoveel mogelijk papierloos te werken door gebruik te maken van scanapparatuur en het elektronisch accorderen van facturen en verplichtingen.

doelgroep

Deze activiteiten betreffen de eigen organisatie.

operationele doelstelling

Managementstijl en personeelsbeleid (1)

motivering

De Tweede Kamer streeft er naar een aantrekkelijke werkgever te zijn en te blijven. Naast uitstekende arbeidsvoorwaarden en een inspirerende werkomgeving, veronderstelt dit ruimte voor groei en ontwikkeling van management en medewerkers. In 2006 wordt geïnvesteerd in verdere vernieuwing van het beleid op dit punt.

activiteiten 2006

aandacht voor de managementstijl in de vorm van trainingen in het kader van management development;

• kernbegrippen bij het opleidingsbeleid zijn professionaliteit, een pro-actieve houding, versterking van samenwerking, talentontwikkeling en initiatief & innovatie;

• aandacht voor versterking van de instroom van jonge talenten, een gezonde balans tussen instroom en uitstroom en het behoud van kennis en ervaringen;

• herziening van regels en procedures met betrekking tot functionerings- en beoordelingsgesprekken;

• voorbereiding op de digitalisering van personeelsdossiers;

• de regeling voor kinderopvang wordt geëvalueerd;

• voorts wordt geïnvesteerd in goede medezeggenschapsverhoudingen;

• het beleid gericht op verlaging van ziekteverzuim wordt geïntensiveerd.

doelgroep

De activiteiten zijn gericht op het eigen personeel.

kosten behorend bij operationele doelstelling

De kosten komen ten laste van het beschikbare budget.

evaluatie onderzoek

Waar nodig vindt interne evaluatie plaats.

operationele doelstelling

Management en personeelsbeleid (2)

Het voornemen is in 2006 een proef te starten met het uitbesteden van de schoonmaak van de Tweede Kamer.

motivering

Aanleiding hiervoor, naast meer operationele overwegingen, zijn het ziekteverzuim en het ouderenbeleid.

activiteiten 2006

Indien gekozen wordt voor uitbesteding, vindt deze gefaseerd plaats. Uitgangspunt is dat vrij komende formatieplaatsen leiden tot uitbesteding van de bedrijfsvoering op dit punt.

doelgroep

Deze activiteit betreft de eigen organisatie.

kosten behorend bij operationele doelstelling

Uitgangspunt is budgettaire neutraliteit.

evaluatie onderzoek

Na een periode van één tot drie jaar zal worden besloten tot het al dan niet definitief uitbesteden van schoonmaakonderhoud.

6. Bedrijfsvoeringsparagraaf

Administratieve Organisatie (AO)

In 2005 is de AO op basisniveau beschreven. Deze zal in 2006 verder worden geoptimaliseerd en wordt ook een onderhoudsorganisatie worden ingericht. Een belangrijk instrument daarbij is het beschikbaar stellen van de AO-beschrijvingen via intranet. De doelstelling is om deze beschrijvingen via intranet procesondersteunend te maken.

Interne controle

In 2005 is een aanvang gemaakt met het beoordelen van de controlemaatregelen en is de discussie op gang gekomen over een verbijzonderde interne controlefunctie. De doelstelling is een algemeen controleconcept te ontwikkelen en vanuit dat concept een jaarlijks controleplan op te stellen. In dit controleplan wordt aangegeven welke controles in dat jaar worden uitgevoerd.

Materieel beheer

In het verlengde van de administratieve organisatie zal in 2006 een aanvang worden gemaakt met het actualiseren van de beschrijvingen van het materieelbeheer en de administraties (voorraad- en inventarisadministraties) die worden gevoerd. De aandacht wordt primair gericht op het centrale magazijn bij de Facilitaire Dienst en het magazijn van het Restaurantbedrijf.

Bedrijfsvoering en administratie Restaurantbedrijf

In de jaren 2004 en 2005 is (wordt) een aantal veranderingen doorgevoerd. Het gaat daarbij voornamelijk om het invoeren van een drietal nieuwe informatiesystemen, het aanpassen van de werkwijzen en het doelmatig en doeltreffend inrichten van de administratie. In 2006 vindt evaluatie plaats ten einde de effecten van deze aanpassingen te beoordelen. Voorts wordt verder gegaan met het beperken van de handmatige invoer van gegevens en het optimaliseren van de managementinformatie.

ARTIKEL 4: WETGEVING EN CONTROLE EERSTE EN TWEEDE KAMER

1. Algemeen

Het onder dit artikel opgenomen budget ten behoeve van wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer betreft, naast de apparaatskosten van de Griffie interparlementaire betrekkingen, tevens de kosten van interparlementaire activiteiten. De keuze voor een apart artikel gaf vanuit het verleden uitdrukking aan de omstandigheid dat het bevoegde gezag voor de Griffie interparlementaire betrekkingen wordt gevormd door een gemengde commissie van toezicht uit beide Kamers.

In de loop van 2005 zullen de beide Kamers een besluit nemen betreffende het onderbrengen van het apparaat van en het bevoegde gezag over de Griffie interparlementaire betrekkingen bij de Tweede Kamer.

Voorts is binnen het onderdeel «uitzending leden naar internationale organen» een budget vrijgemaakt ten behoeve van de Euro Mediterranean Parliamentary Assembly (EMPA). Dit budget betreft vooralsnog alleen de vergoeding van reiskosten.

2. Begrotingsvoorstellen/kabinetsstandpunt

De Tweede Kamer heeft voor dit artikel geen begrotingsvoorstellen ingediend.

3. Budgettaire gevolgen van beleid

Overzicht budgettaire gevolgen van beleid (in € 1 000)
4: Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer2004200520062007200820092010
Verplichtingen2 2191 8791 8951 9001 9001 9001 900
Uitgaven2 4071 8791 8951 9001 9001 9001 900
1.apparaat stenografische dienstVervallen      
2.apparaat griffie interparlementaire betrekkingen444446448448448448448
3.interparlementaire betrekkingen1 9631 4331 4471 4521 4521 4521 452
Ontvangsten1232323232323

In onderstaand overzicht zijn in meerjarig perspectief de uitgaven met betrekking tot dit artikel opgenomen. Voorts zijn, afgeleid hiervan, gemiddelden per kamerzetel (Eerste en Tweede Kamer) opgenomen. Overigens gaat de vergelijkbaarheid van enerzijds het jaar 2004 en anderzijds de voorafgaande periode mank, als in aanmerking wordt genomen dat ingaande 2004 de Dienst Verslag en Redactie is opgenomen onder artikel 3. De apparaatsuitgaven in 2004 betreffen uitsluitend de Griffie interparlementaire betrekkingen.

 
Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer (in € 1 000)20002001200220032004
–apparaat (personeel)3 5803 4833 7403 717439
–apparaat (materieel)106961031475
totaal apparaat3 6863 5793 8433 864444
gemiddeld per zetel (225)161617172
Interparlementaire betrekkingen1 1461 2311 2651 9461 963
totaal artikel 44 8324 8105 1085 8102 407
gemiddeld per zetel (225)2121232611

De raming van artikelonderdeel 4.3 «interparlementaire betrekkingen» heeft betrekking op de volgende onderdelen:

 
Interparlementaire betrekkingen200520062007200820092010
01.uitzending leden naar internationale organen599599599599599599
02.aandeel Nederland in de kosten van interparlementaire organen475475480480480480
03.contacten tussen de parlementen van het koninkrijk868686868686
04.ontvangst van buitenlandse parlementsleden en delegaties van internationale organen117117117117117117
05.subsidie aan de Nederlandse groep van de Union Interparlementaire156170170170170170
Totaal1 4331 4471 4521 4521 4521 452

4. Operationele doelstellingen

Geen.

5. Bedrijfsvoeringsparagraaf

Geen specifieke opmerkingen behorend bij artikel 4. Voor het overige wordt verwezen naar artikel 3.

ARTIKEL 10: NOMINAAL EN ONVOORZIEN

Tabel budgettaire gevolgen van beleid

Overzicht budgettaire gevolgen van beleid (in € 1 000)
10: Nominaal en onvoorzien SG2004200520062007200820092010
Verplichtingen0000000
Uitgaven0000000
1.loonbijstelling       
2.prijsbijstelling       
3.onvoorzien       
4.waarde-overdracht en waarde-overname       
5.taakstellingen       
Ontvangsten0000000

3. VERDIEPINGSHOOFDSTUK

Totaal begroting

Opbouw (verpl.=) uitgaven (in € 1 000)
Totaal uitgaven IIA begroting2004200520062007200820092010
Stand ontwerp-begroting 2005: 112 267108 799109 872108 892108 392 
Mutaties 1e suppletore begroting 2005: 2 894– 1 045– 1 087– 1 211– 1 211 
Nog niet opgenomen in een begrotingstuk: 4 2665 5064 3464 3324 320 
Stand ontwerp-begroting 2006110 699119 427113 260113 131112 013111 501110 984
Opbouw ontvangsten (in € 1 000)
Totaal ontvangsten IIA begroting2004200520062007200820092010
Stand ontwerp-begroting 2005: 1 9381 9381 9381 9381 938 
Nog niet opgenomen in een begrotingstuk:       
Stand ontwerp-begroting 2006:3 5692 0612 0612 0611 9381 9381 938

Artikel 1. Wetgeving en controle Eerste Kamer

Opbouw (verpl.=) uitgaven (in € 1 000)
1:Wetgeving en controle Eerste Kamer2004200520062007200820092010
Stand ontwerp-begroting 2005: 8 1978 1898 1898 1898 189 
1.1:apparaat 4 5734 5654 5654 5654 565 
1.2:vergoedingen voorzitter en leden EK 3 6013 6013 6013 6013 601 
1.3:verenigde vergadering 2323232323 
Mutaties 1e suppletore begroting 2005: 729115909090 
1.1:apparaat 579115909090 
1.3: verenigde vergadering 150     
Nog niet opgenomen in een begrotingstuk: 11540737271 
1.1:apparaat 6525585757 
a.loonbijstelling 164444 
b.prijsbijstelling 2525252525 
c.leegboeken artikel 10 IIB 03444 
d.bijdrage Werken bij 't Rijk  – 2    
e.bijdrage Rijksnet en Rijksweb  – 30    
f.DVO automatisering Tweede Kamer  95959595 
g.aanschaf software  – 50– 50– 50– 50 
h.automatisering  – 20– 20– 20– 20 
i.verdeling CAO budget 2005 24     
j.afroming WW-maatregelen n.a.v. SER-advies    – 1– 1 
1.2:vergoedingen voorzitter en leden Eerste Kamer 5015151514 
a.loonbijstelling 498888 
b.leegboeken artikel 10 IIB 17777 
c.afroming WW-maatregel n.a.v. SER-advies     – 1 
Stand ontwerp-begroting 2006:7 8969 0418 3448 3528 3518 3508 349
1.1:apparaat4 5235 2174 7054 7134 7124 7124 712
1.2:vergoedingen voorzitter en leden Eerste Kamer3 3143 6513 6163 6163 6163 6153 614
1.3:verenigde vergadering591732323232323
Opbouw ontvangsten (in € 1 000)
1: Wetgeving en controle Eerste Kamer2004200520062007200820092010
Stand ontwerp-begroting 2005 6363636363 
Stand ontwerp-begroting 200671636363636363

Artikel 2. Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer, alsmede leden van het Europees Parlement

Opbouw (verpl.=) uitgaven (in € 1 000)
2: Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer, alsmede leden alsmede leden van het Europese Parlement2004200520062007200820092010
Stand ontwerp-begroting 2005: 29 16528 66629 66629 66629 166 
2.1:schadeloosstelling 21 60721 10822 10822 10821 608 
2.2:pensioenen en wachtgelden 7 5587 5587 5587 5587 558 
Mutaties 1e suppletore begroting 2005: 00000 
2.1.schadeloosstelling – 1 000– 500– 1 500– 1 500– 1 000 
2.2:pensioenen en wachtgelden 1 0005001 5001 5001 000 
Nog niet opgenomen in een begrotingstuk: 2 4712 2382 2412 2412 241 
2.1:schadeloosstelling 376143146146146 
a.loonbijstelling 32050505050 
b.prijsbijstelling 5151515151 
c.leegboeken artikel 10 IIB 542454545 
2.3:schadeloosstelling Europarlementariërs 2 0952 0952 0952 0952 095 
a.schadeloosstelling Europarlementariërs 2 0362 0362 0362 0362 036 
b.tegemoetkoming ziektekosten Europarlementariërs 5959595959 
Stand ontwerp-begroting 2006:28 04731 63630 90431 90731 90731 40730 907
2.1:schadeloosstelling18 67720 98320 75120 75420 75420 75420 754
2.2:pensioenen en wachtgelden9 3708 5588 0589 0589 0588 5588 058
2.3:schadeloosstelling Europarlementariërs 2 0952 0952 0952 0952 0952 095
Opbouw ontvangsten (in € 1 000)
2: Uitgaven ten behoeve van leden en oud-leden Tweede Kamer2004200520062007200820092010
Stand ontwerp-begroting 2005 286286286286286 
Stand ontwerp-begroting 20060286286286286286286

Artikel 3. Wetgeving en controle Tweede Kamer

Opbouw (verpl.=) uitgaven (in € 1 000)
3: Wetgeving en controle Tweede Kamer2004200520062007200820092010
Stand ontwerp-begroting 2005: 74 52171 84371 91170 93170 931 
3.1:apparaat 52 57749 89949 96748 98748 987 
3.2:onderzoeksbudget 511511511511511 
3.3:drukwerk 3 7503 7503 7503 7503 750 
3.4:fractiekosten 17 27617 27617 27617 27617 276 
3.5:uitzending leden 407407407407407 
3.6:enquêtes MemorieMemorieMemorieMemorieMemorie 
Mutaties 1e suppletore begroting 2005: 1 223– 1 322– 1 339– 1 462– 1 462 
3.1: apparaat 1 223– 1 322– 1 339– 1 462– 1 462 
Nog niet opgenomen in een begrotingstuk: 1 1271 596400386375 
3.1:apparaat 7441 435236223212 
a.loonbijstelling 25452525252 
b.prijsbijstelling 164155155152152 
d.leegboeken artikel 10 IIB 443474747 
e.bijdrage Rijksnet en Rijksweb  – 268    
f.bijdrage Werken bij 't Rijk  – 31    
g.project Staten-Generaal  1 500    
h.reallocatie IPU naar 4.3  – 14– 14– 14– 14 
i.CAO budget 2005 322     
j.afroming WW-maatregelen n.a.v. SER-advies  – 2– 4– 14– 25 
3.3:drukwerk 4848484848 
a.prijsbijstelling 4848484848 
3.4:fractiekosten 3301081111101 10 
a.loonbijstelling 30347474646 
b.prijsbijstelling 2222222222 
c.leegboeken artikel 10 IIB 539424242 
3.5:uitzending leden 55555 
a.prijsbijstelling 55555 
Stand ontwerp-begroting 2006:72 34976 87172 11770 97269 85569 84469 828
3.1:apparaat49 29754 54450 01248 86447 74847 73747 721
3.2:onderzoeksbudget843511511511511511511
3.3:drukwerk3 5183 7983 7983 7983 7983 7983 798
3.4:fractiekosten18 52117 60617 38417 38717 38617 38617 386
3.5:uitzending leden170412412412412412412
3.6:enquêtesMemorieMemorieMemorieMemorieMemorieMemorieMemorie
Opbouw ontvangsten (in € 1 000)
3: Wetgeving en controle Tweede Kamer2004200520062007200820092010
Stand ontwerp-begroting 2005 1 5661 5661 5661 5661 566 
Mutaties 1e suppletore begroting 2005: 123123123   
Stand ontwerp-begroting 20063 4971 6891 6891 6891 5661 5661 566

Artikel 4. Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer

Opbouw (verpl.=) uitgaven (in € 1 000)
4: Wetgeving en controle Eerste Kamer en Tweede Kamer2004200520062007200820092010
Stand ontwerp-begroting 2005: 1 8751 8751 8801 8801 880 
4.1:apparaat stenografische dienstvervallen      
4.2:apparaat griffie interparlementaire betrekkingen 446446446446446 
4.3:interparlementaire betrekkingen 1 4291 4291 4341 4341 434 
Mutaties 1e suppletore begroting 2005:       
Nog niet opgenomen in een begrotingstuk: 420202020 
4.2:apparaat griffie interparlementaire betrekkingen 02222 
a.loonbijstelling 01111 
b.leegboeken artikel 10 IIB 01111 
4.3:interparlementaire betrekkingen 418181818 
a.prijsbijstelling 44444 
b.reallocatie IPU van 3.1  14141414 
Stand ontwerp-begroting 2006:2 4071 8791 8951 9001 9001 9001 900
4.2:apparaat griffie interparlementaire betrekkingen444446448448448448448
4.3:interparlementaire betrekkingen1 9631 4331 4471 4521 4521 4521 452
Opbouw ontvangsten (in € 1 000)
4: Wetgeving en controle Eerste Kamer en Tweede Kamer2004200520062007200820092010
Stand ontwerp-begroting 2005 2323232323 
Stand ontwerp-begroting 20061232323232323

Artikel 10. Nominaal en onvoorzien

Opbouw (verpl.=) uitgaven (in € 1 000)
10: Nominaal en onvoorzien SG2004200520062007200820092010
Stand ontwerp-begroting 2005: – 1 491– 1 774– 1 774– 1 7741 774 
10.1:loonbijstelling 000000
10.2:prijsbijstelling 00000 
10.3:onvoorzien 000000
10.4:waarde-overdracht en -overname 00000 
10.5:taakstellingen – 1 491– 1 774– 1 774– 1 774– 1 774 
Mutaties 1e suppletore begroting 2005: 942162162161161 
10.1:loonbijstelling 942162162161161 
Nog niet opgenomen in een begrotingstuk: 5491 6121 6121 6131 613 
10.1:loonbijstelling – 942– 162–  162– 161– 161 
a.verdeling loonbijstelling – 942– 162– 162– 161– 161 
b.leegboeken artikel 10 IIB (deel IIA) 15135146146146 
c.leegboeken artikel 10 IIB – 15– 135– 146– 146– 146 
d.bijdrage Werken bij 't Rijk (IIA) – 33     
e.verdeling bijdrage Werken bij 't Rijk (IIA) 33     
f.CAO budget 2005 346     
g.verdeling CAO budget 2005 – 346     
h.afroming WW-maatregelen n.a.v. SER-advies  – 2– 4– 1527 
i.verdeling afroming WW-maatregelen  241527 
10.2:prijsbijstelling 00000 
a.prijsbijstelling 319310310307307 
b.verdeling prijsbijstelling – 319– 310– 310– 307– 307 
10.3onvoorzien  0    
a.bijdrage Rijksnet  – 73    
b.verdeling bijdrage Rijksnet  73    
10.5:taakstellingen 1 4911 7741 7741 7741 774 
a.verdeling taakstelling 1 4911 7741 7741 7741 774 
Stand ontwerp-begroting 2006:0000000
10.1:loonbijstelling       
10.2:prijsbijstelling       
10.3:onvoorzien       
10.4:waarde-overdracht en -overname       
10.5:taakstellingen       
Opbouw ontvangsten (in € 1 000)
10: Nominaal en onvoorzien2004200520062007200820092010
Stand ontwerp-begroting 2005 00000 
Stand ontwerp-begroting 20060000000
Naar boven