30 300 D
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Fonds economische structuurversterking voor het jaar 2006

nr. 2
MEMORIE VAN TOELICHTING

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt, dan wel uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat (artikel 25a, vierde lid, onderdeel b, van de Wet op de Raad van State).

INHOUDSOPGAVEblz.
   
A.Artikelsgewijze toelichting bij het wetsvoorstel2
 Wetsartikel 12
   
B.Algemene toelichting bij de begroting3
 1. Inleiding3
 2. Uitgaven4
 3. Ontvangsten9
 4. Totaaloverzicht van het Fonds10
   
C.Toelichting per begrotingsartikel12
 1. Uitgaven12
 2. Ontvangsten25

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om de begrotingsstaat van het Fonds economische structuurversterking voor het jaar 2006 vast te stellen.

Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor het jaar 2006. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota 2006.

Met de vaststelling van dit wetsartikel wordt de in de begrotingsstaat opgenomen begroting van de uitgaven en de ontvangsten voor het jaar 2006 vastgesteld. De in die begroting opgenomen begrotingsartikelen worden door middel van een algemene toelichting en een toelichting per begrotingsartikel toegelicht in de onderdelen B en C van deze memorie van toelichting.

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

C. E. G. van Gennip

De Minister van Economische Zaken,

L. J. Brinkhorst

De Minister van Financiën,

G. Zalm

B. ALGEMENE TOELICHTING BIJ DE BEGROTING

1. Inleiding

Bij wet van 21 december 1995 is het Fonds economische structuurversterking (Fes) ingesteld (Wet Fonds economische structuurversterking, Stb. 1996, 51 en 52). Het fonds is een begrotingsfonds conform de Comptabiliteitswet 2001 en heeft als doel het financieren van investeringsprojecten van nationaal belang waarmee beoogd wordt de economische structuur te versterken. Hiertoe worden vanuit het fonds bijdragen toegekend aan andere begrotingshoofdstukken ter financiering van dergelijke projecten. Het Fes is dus een verdeelfonds, de feitelijke projectuitgaven worden onderbouwd, geraamd en verantwoord op de andere begrotingshoofdstukken.

In deze begroting 2006 wordt voor de jaren 2005 en later in de ramingen uitgegaan van een voeding van het Fes uit 42,4% van de niet-belastingontvangsten uit aardgasbaten in plaats van 41,5% conform de huidige Feswet. Aanleiding hiervoor zijn op de eerste plaats de effecten van de herstructurering van het Gasgebouw. Dit leidt tot een verschuiving binnen de ontvangsten van het rijk van aardgasbaten naar dividendontvangsten van het transportbedrijf (zie ook Kamerstukken II, 2004–2005, 28 109, nr. 7). Deze verschuiving zou tot een onbedoelde daling van de Fesvoeding leiden. Om dit te voorkomen is het percentage van de gasbaten dat naar het Fes gaat verhoogd.

Op de tweede plaats is, met het oog op een consistente voedingssystematiek, het onbedoelde opwaartse effect van de Vpb-verlaging (Miljoenennota 2005) op de Fesvoeding uit aardgasbaten, niet meer gecorrigeerd via een verhoging van de Fesbrug maar via een verlaging van het voedingspercentage uit aardgasbaten. Voor het Fes is dit derhalve een neutrale operatie.

Op de derde plaats wordt de correctie op de voeding uit aardgasbaten, die nodig was om de aankoop van certificaten EBN budgettair neutraal te laten zijn, met het oog op een consistente voedingssystematiek anders vormgegeven. Dat betekent dat de ontvangsten van EBN die voorheen werden afgedragen aan DSM in verband met de toen door DSM gehouden certificaten EBN, niet meer worden uitgezonderd voor berekening van de Fesvoeding, maar dat het voedingspercentage wordt verlaagd (eveneens een neutrale operatie voor het Fes).

Het effect van bovenstaande technische exercitie is per saldo een verhoging van het voedingspercentage uit aardgasbaten van 41,5% naar 42,4% die – ceteris paribus – budgettair neutraal voor het Fes is. Voor het jaar 2005 is deze aanpassing formeel geregeld in de eerste suppletore begroting 2005. Dat betekent dat de hiermee samenhangende mutaties reeds onderdeel uitmaken van de mutaties eerste suppletore begroting 2005, zoals deze ook zijn opgenomen in de tabellen van de artikelsgewijze toelichting van deze begroting 2006.

Een formele wetswijziging voor deze aanpassing is in voorbereiding en zal in samenhang worden bezien met mogelijke conclusies uit nader onderzoek naar wijziging van de voedingssystematiek van het Fes, waarop in de volgende paragraaf nader wordt ingegaan. In deze wetswijziging zal tevens het effect van de Vpb-verlaging, zoals in het Belastingplan 2006 is opgenomen, worden vewerkt.

Wijziging voedingspercentage FES

De inkomsten van het Fes zijn als gevolg van de hoge olieprijzen fors gestegen waardoor veel middelen beschikbaar komen voor Fes-waardige uitgaven. Omgekeerd ontstaan er problemen bij het FES als de gasbaten lager uitvallen. Het kabinet zal de Studiegroep Begrotingsruimte vragen te onderzoeken of een wijziging van de voedingssystematiek FES wenselijk is, zodanig dat bij hoge of lage olieprijzen (in euro's) het voedingspercentage wordt verlaagd respectievelijk verhoogd. Bij zeer lage olieprijzen en sterk stijgende euro/dollar koers, en dus lagere gasbaten, zijn er argumenten om een relatief groter deel van de dan lage aardgasbaten naar het FES te laten stromen om aldus te voorkomen dat door een tekort aan FES-middelen de geplande uitgaven niet kunnen worden gerealiseerd.

Vooruitlopend op het bredere advies over het begrotingsbeleid in de volgende kabinetsperiode waarbij ook het FES-fonds ten principale zal worden bezien, wordt de Studiegroep Begrotingsruimte gevraagd over het voedingspercentage uiterlijk begin volgend jaar te rapporteren.

Tijdelijke Commissie Infrastructuurprojecten (TCI)

Naar aanleiding van de conclusies en aanbevelingen van het onderzoek van de TCI, de kabinetsreactie – en het debat daarover in de Tweede Kamer – biedt deze Fes-begroting extra inzicht in de stand van de besluitvorming over Fes-projecten. Daarmee beoogt het kabinet de Tweede Kamer beter te informeren en te betrekken bij de besluitvorming en afweging van Fes-projecten.

2. Uitgaven

In deze paragraaf wordt een overzicht gegeven van alle uitgaven die reeds uit het Fes zijn gefinancierd of waarvoor middelen zijn geraamd binnen het Fes. In paragraaf 2.1 (Besluitvorming) wordt kort ingegaan op alle besluitvorming die heeft plaatsgevonden over Fesuitgaven. In paragraaf 2.2 (Toezeggingen) wordt een overzicht gegeven van alle formele toezeggingen die tot nu toe door de Fesbeheerders zijn gedaan voor een bijdrage uit het Fes aan een departementale begroting, aansluitend bij de besluitvorming.

2.1 Besluitvorming

2.1.1 Besluitvorming tot 2005

Voor de Investeringsimpuls 1994 is binnen het Fes in totaal € 3 119 mln geraamd. Daarvan heeft € 2 777 mln betrekking op verkeer en vervoer, € 229 mln op bodemsanering en € 113 mln op kennisinfrastructuur. Hiervan is in totaal tot en met 2004 vrijwel alles gerealiseerd.

Aan deze impuls is later het investeringsplan voor het Maritiem Research Instituut Nederland (MARIN) toegevoegd, dat inmiddels geheel is afgerond (€ 45 mln).

Voor de Betuweroute en de Hogesnelheidslijn is binnen het Fes op artikel 01.04. Overige bijdragen uit het fonds in totaal € 4 525 mln geraamd. Daarnaast is op artikel 01.08. Investeringsimpuls 1998 als onderdeel van de reeks Bereikbaarheid/voorfinanciering € 1 784 mln aan voorfinanciering en gemaximeerde prijsbijstelling geraamd voor de Betuweroute en de Hogesnelheidslijn. Van de op artikel 01.04. geraamde middelen is tot en met 2004 € 4 136 mln gerealiseerd.

Het project Samen Werken Aan Bereikbaarheid (SWAB) is ultimo 2000 geheel afgerond. Hieraan is € 549 mln bijgedragen uit het Fes.

Voor de extra impuls voor de ruimtelijk-economische structuur uit 1998 is in totaal € 899 mln geraamd in het Fes ten behoeve van een aantal verkeer- en vervoerprojecten. Daarvan is tot en met 2004 € 772 mln gerealiseerd.

Voor de Investeringsimpuls 1998, die voor een groot deel uit het Fes is gefinancierd, is in totaal € 6 222 mln binnen het Fes gereserveerd voor de periode tot en met 2010. Daarnaast is op het artikel 01.08. Investeringsimpuls 1998 € 1 784 mln aan voorfinanciering geraamd voor de Betuweroute en de Hogesnelheidslijn. Tot en met 2004 is op dit artikel in totaal € 2 837 mln gerealiseerd.

Voor de Hubertustunnel is vanuit het Fes € 11,4 mln beschikbaar gesteld en gerealiseerd. Het gaat hierbij om gemaakte kosten voor de Industriële Tunnelbouw-Methode (ITM), die uiteindelijk niet is toegepast bij de ondertunneling van het Hubertusduin.

Voor de Investeringsimpuls 2001 is binnen het Fes in totaal € 5 776 mln gereserveerd voor investeringen in de clusters Bereikbaarheid, Natuur, Milieu en vitaliteit steden en Kennis voor de periode tot en met 2010. Hiervan is tot en met 2004 € 2 567 mln gerealiseerd.

Via de zogenaamde Fes-brug worden Fes-waardige projecten in het Infrastructuurfonds die voorheen werden gefinancierd uit de reguliere Rijksbegroting, voortaan gefinancierd uit het Fes. Hierdoor valt ruimte vrij op de reguliere Rijksbegroting. Het gaat in totaal om € 2 416 mln in de jaren 2000 tot en met 2010.

Voor het project Kenniswijk is € 45,7 mln beschikbaar gesteld binnen het Fes. Hiervan is tot en met 2004 € 10,2 mln gerealiseerd.

In het kader van het Fileplan Zichtbaar, Slim en Meetbaar (ZSM) zijn extra middelen uitgetrokken voor mobiliteit en bereikbaarheid. Hiervan is 60% gereserveerd binnen het Fes (€ 1 476 mln). Hiervan is tot en met 2004 € 84 mln gerealiseerd.

Voor het Besluit subsidies investeringen kennisinfrastructuur (Bsik) is binnen het Fes in totaal € 800 mln gereserveerd voor de periode tot en met 2010. Daarvan is tot en met 2004 € 50 mln gerealiseerd.

Binnen het Fes is voor de periode tot en met 2010 een bedrag van € 500 mln gereserveerd voor voeding van het Waddenfonds. De resterende € 250 mln zal binnen het Fes worden gereserveerd in de periode na 2010, zodat uiteindelijk in totaal € 750 mln vanuit het Fes beschikbaar komt voor het Waddenfonds.

De uitgaven waarvoor reserveringen zijn opgenomen op artikel 01.07 Projecten in voorbereiding, worden nog niet op departementale begrotingen verantwoord. Omdat deze uitgaven daardoor prijsbijstelling zouden mislopen, is hiervoor een reservering voorprijsbijstelling opgenomen.

2.1.2 Investeringsimpuls 2005 en besluitvormingstraject

De Investeringsimpuls 2005 is het resultaat van besluitvorming in het Paasakkoord en nadere besluitvorming bij begrotingsvoorbereiding 2006 over de extra inkomsten Fes. Voor de Investeringsimpuls 2005 is binnen het Fes in totaal € 2 330 mln gereserveerd op de artikelen 01.10 Investeringsimpuls 2005 en 01.07 Projecten in voorbereiding. Projecten uit de Investeringsimpuls 2005 waarvoor nadere advisering en/of besluitvorming nodig is zijn terug te vinden op artikel 01.07. Zodra de projecten voldoende zijn uitgewerkt, worden de middelen overgeheveld naar artikel 01.10 van de Fes-begroting en de departementale begrotingen.

Afgesproken is er naar te streven toekomstige meevallers in het Fes voor circa de helft te bestemmen voor onderwijs, kennis en innovatie. Hiermee wordt het belang van extra investeringen in innovatie, kennis en onderwijs voor een sterke economische structuur onderstreept.

Met de meevaller worden voor de periode tot en met 2010 bedoeld extra Fes-inkomsten die additioneel zijn t.o.v. de stand uit de Voorjaarsnota 2005. Voor de periode 2011–2020 worden als extra Fes-inkomsten beschouwd de inkomsten die uitgaan boven het niveau dat uitgangspunt was bij de totstandkoming van de Nota Ruimte en de Nota Mobiliteit. Dergelijke Fes-meevallers kunnen aldus bijdragen aan een groter aandeel voor onderwijs, kennis en innovatie.

De voorbereiding van de totale besluitvorming over de Fes-meevaller in 2005 is in een aantal fases verlopen. In het voorjaar is de gebruikelijke procedure doorlopen van advisering door de Interdepartementale Commissie Ruimtelijke Economie (ICRE) en de Commissie Wetenschaps-, Technologie- en Informatiebeleid (CWTI)1, met daarbij toetsing van de voorstellen door het CPB. Het desbetreffende CPB-rapport (CPB, Document No 86, Leren van investeren; analyse van investeringsvoorstellen in kennis, milieu en ruimtelijke economie), gepubliceerd in juni 2005 en op te vragen via www.cpb.nl.

Het CPB heeft in het voorjaar in totaal 21 projecten op de terreinen kennis, natuur- en milieu en ruimtelijke economie beoordeeld. Het CPB constateert dat de kwaliteit van de voorstellen over het algemeen beter is dan in vorige soortgelijke beoordelingsrondes. Veel van de voorstellen blijken aldus het CPB echter aan doeltreffendheid en doelmatigheid te kunnen winnen. Aandachts- en verbeterpunten zijn volgens het CPB:

– gebrek aan overzicht van effecten van eerdere initiatieven

– bovenmatige dimensionering van projecten

– geringe bijdrage van belanghebbende instituten en bedrijven

– selectiviteit bij de projectvoorstellen

– verdringing van activiteiten

Op basis van deze observaties – uiteraard sterk wisselend per investeringsvoorstel – heeft het kabinet de voorstellen kritisch tegen het licht gehouden. Daarbij zijn sommige voorstellen geheel afgevallen. Andere voorstellen zijn verbeterd door aanscherping van budgetten, meer selectiviteit en door duidelijke voorwaarden te stellen aan de eigen bijdrage van andere partijen.

Door de aanhoudende stijging in olie- en gasprijzen bleek de uiteindelijke meevaller in het Fes groter dan dit voorjaar en begin deze zomer werd voorzien. Er is in juli dan ook besloten tot een investeringsimpuls. Hiervoor kon in verband met tijdige besluitvorming in augustus niet de gebruikelijke procedure worden doorlopen, maar is de Fes-beheerders gevraagd met een voorstel voor de bestemming van de vrije ruimte te komen. Uitgangspunten voor de Fes-beheerders waren daarbij:

– De door het Kabinet geformuleerde criteria, dat wil zeggen de reguliere Fes-criteria, zoals vastgelegd in de wet Fes (er moet sprake zijn van projecten van nationaal belang die leiden tot versterking economische structuur), aangevuld met criteria ten aanzien van legitimiteit, economische efficiëntie, zichtbaarheid, impact en draagvlak;

– Bestemming van circa 50% voor onderwijs, kennis en innovatie.

Onderstaande tabel bevat een overzicht van de totale investeringsimpuls 2005. In artikel 01.07 en 01.10 zijn de verschillende onderdelen uitgebreid toegelicht.

Investeringsimpuls 2005(in € mln)
A. Kennis/innovatie/onderwijs 
Praktijklokalen/scholenbouw300
Beroepskolom/VVE100
Grootschalige researchinfrastructuur100
Innovatievouchers/IPCs MKB60
Innovatieprogramma's/toponderzoek500
  
Subtotaal Kennis/innovatie/onderwijs1 060
  
B. Milieu/duurzaamheid 
Luchtkwaliteit400
Duurzaamheidsenveloppe330
  
Subtotaal Milieu/duurzaamheid730
  
C. Mobiliteit/Ruimte/Monumenten 
Bijdrage ysteemkosten tolheffing100
Zuidas100
Monumenten (inclusief Malta)110
Bescherming vitale infrastructuur30
  
Subtotaal Mobiliteit/Ruimte/Monumenten340
  
D. Reservering prijscompensatie Fes200
  
TOTALE investeringsimpuls 20052 330

Met de forse inzet op innovatie en duurzaamheid wil het kabinet het belang van deze thema's voor onze toekomstige groei nog eens benadrukken.

2.2 Toezeggingen

De fondsbeheerders kunnen ten laste van het fonds toezeggingen doen voor bijdragen aan begrotingshoofdstukken. In de hiertoe opgestelde toezeggingsbrieven is aangegeven onder welke voorwaarden de bijdrage beschikbaar wordt gesteld en hoe de verantwoording dient te geschieden. Tot nu toe zijn op deze wijze voor een totaalbedrag van ongeveer € 15,9 mrd de volgende toezeggingen geformaliseerd:

Specificatie van toezeggingsbrieven
Aand.d.Voor project(en)Bedrag (€) mln
EZ16.08.94HPCN en NOBIS27,2
VenW16.08.94Verkeer en vervoer, Bodemsanering, LWI, Transportechnologie en Ondergronds bouwen2 071,5
VROM16.08.94Bodemsanering136,1
OCW16.08.94Mainport Rotterdam en MIBITON20,4
LNV16.08.94Agro ketenmanagement13,6
VenW16.02.96Betuweroute (BR)43,6
EZ15.08.96MARIN45,4
VenW20.12.96Betuweroute en Hogesnelheidslijn1 832,8
VenW22.01.98Hogesnelheidslijn (HSL)7,7
VenW12.01.99Samen Werken Aan Bereikbaarheid (SWAB)592,2
VenW12.01.99Betuweroute (BR)315,4
VenW12.01.99Impuls ruimtelijk economische structuur846,8
VenW12.01.99Doorloop na 1998 van verkeer en vervoer projecten uit Investeringsimpuls 1994830,4
VenW12.01.99Hogesnelheidslijn (HSL)23,6
VROM12.01.99Impuls ruimtelijk economische structuur, ontsluiting vinex-locatie Deventer – Colmschate Noord.11,3
VROM15.10.99Stichting kennisontwikkeling en kennistransfer Bodem (SKB)15,9
VenW15.10.99Ondergronds Logistiek Systeem (OLS)4,1
EZ15.10.99Gigaport64,4
VenW15.10.99Connekt, Kenniscentrum Verkeer en Vervoer15,9
VenW15.10.99Expertisenetwerk Meervoudig Ruimtegebruik (EMR)15,9
OCW15.10.99Wetenschap en Technologie Centrum Watergraafsmeer13,6
OCW15.10.99Biomade6,8
OCW15.10.99Kaderregeling Technocentra18,2
LNV15.10.99Ketennetwerken, Clusters en ICT (KLICT)13,2
OCW15.10.99Delfts Cluster19,1
VenW21.12.99Samen Werken Aan Bereikbaarheid (SWAB)– 45,4
VenW21.12.99Bereikbaarheidsimpuls 1998148,8
EZ21.12.99Economie Ecologie en Technologie (EET)18,2
EZ21.12.99Regeling Kennis Experimentele Faciliteiten11,3
VROM21.12.99Programma Milieutechnologie (ProMT)9,1
VROM21.12.99Nationaal Initiatief voor Duurzame Ontwikkeling (NIDO)12,7
VenW18.12.00Bereikbaarheid voorfinanciering505,6
OCW18.12.00ICT en Onderwijs467,4
OCW18.12.00Kennis, onderzoek en innovatie113,4
VenW19.12.00Hogesnelheidslijn (HSL)172,4
VenW19.12.00Fes-brug158,8
VenW21.02.01Prijscompensatie Samen Werken Aan Bereikbaarheid (SWAB)2,5
VenW21.02.01Hubertustunnel (inclusief prijscompensatie)27,4
VenW20.12.01Prijscompensatie Investeringsimpuls 19948,1
VenW20.12.01Prijscompensatie Impuls ruimtelijk economische structuur26,5
VenW20.12.01Prijscompensatie Hubertustunnel1,0
VenW20.12.01Prijscompensatie Bodemsanering1,2
VenW2.11.01Kenniswijk Eindhoven45,4
VenW2.11.01Hogesnelheidslijn (HSL)375,7
VenW2.11.01Voorfinanciering Samen Werken Aan Bereikbaarheid (SWAB)506,9
VenW2.11.01Bereikbaarheidsoffensief Randstad (BOR)259,3
VenW2.11.01Fes-brug237,0
OCW2.11.01Prijscompensatie ICT en Onderwijs (impuls 2001)21,0
OCW2.11.01Prijscompensatie kennis, onderzoek en innovatie5,1
EZ2.11.01Herstructurering bedrijventerreinen47,4
EZ2.11.01Kennis, onderzoek en innovatie237,1
VROM17.01.02Budget Investeringen Ruimtelijke Kwaliteit (BIRK)14,4
VenW2.05.02Voorfinanciering Geografische Informatie Systemen (GIS)169,0
VROM30.01.03Prijscompensatie tranche 2002 BIRK4,1
EZ30.01.03Prijscompensatie tranche 2002 Kenniswijk0,3
EZ30.01.03Prijscompensatie tranche 2002 Milieu en stedelijke ontwikkeling (Bedrijventerreinen)0,3
EZ30.01.03Prijscompensatie tranche 2002 Kennis, onderzoek en innovatie1,6
OCW30.01.03Prijscompensatie tranche 2002 Kennis (ICT en Onderwijs)3,2
OCW30.01.03Prijscompensatie tranche 2002 Kennis, onderzoek en innovatie0,8
VenW30.01.03Prijscompensatie tranche 2002 voor verschillende projecten76,2
VROM3.03.03Programma Milieutechnologie (ProMT) 20033,7
OCW14.07.03Technocentra27,2
VROM11.12.03VROM-ombuiging via de gereserveerde BIRK-middelen– 35,6
EZ11.12.03ICES/KIS-3-projecten308,9
OCW11.12.03ICES/KIS-3-projecten248,9
VWS11.12.03ICES/KIS-3-projecten44,8
VROM11.12.03ICES/KIS-3-projecten90,0
VenW11.12.03ICES/KIS-3-projecten37,4
VROM16.12.03Programma Milieutechnologie (ProMT)13,6
VROM16.12.03Nieuwe Sleutelprojecten (NSP)339,9
VenW16.12.03Enveloppe Mobiliteit (Strategisch Akkoord 2002)1 476,0
VenW16.12.03HSL-zuid bevestiging 2003430,9
VenW16.12.03Verkeer&Vervoer, Impuls 1998 bevestiging 2003604,5
VenW16.12.03Bereikbaarheidsoffensief Randstad (BOR) bevestiging 2003753,0
VenW16.12.03Fes-bruggetje bevestiging 2003283,3
VenW16.12.03Betuweroute bevestiging 2003286,9
VROM9.1.04BIRK-project Hasco0,6
VROM9.1.04BIRK-project Bommelerwaard1,0
VROM9.1.04BIRK-project Renkumse Beek14,4
LNV18.3.04ICES/KIS-3-projecten Transitie duurzame landbouw30,0
VenW18.3.04ICES/KIS3-projecten Transitie duurzame mobiliteit30,0
VROM18.3.04ICES/KIS3-projecten Systeeminnovaties10,0
EZ3.6.04SOS-Regeling45,4
VROM3.6.04BIRK-project Zaltbommel4,0
VenW17.12.04BIRK-projecten (Hoogmade, A2 Maastricht, W4 Leiderdorp)69,9
VROM17.12.04BIRK projecten (Hart van Dieren, Arnhem Rijnboog, Akzo Chloortreinen, A4 Midden-Delfland, Waterfront Hasselt)55,2
VROM17.01.05BIRK-projecten (Enschede Muziekkwartier, Venlo, Spoorzone Delft)44,0
Totaal  15 866,8 mln

3. Ontvangsten

De voeding van het fonds bestond tot en met 1998 uit bepaalde aardgasbaten, de common area baten, andere voor het fonds te bestemmen ontvangsten uit de winning van aardgas, opbrengsten uit het vervreemden van bepaalde vermogensbestanddelen van het Rijk en overige ontvangsten.

Met ingang van 1999 is de voeding van het fonds gewijzigd. Op hoofdlijnen wordt uitgegaan van voeding uit een vast percentage van de niet-belastingmiddelen uit aardgasbaten (voorheen 41,5%, inmiddels 42,4%) en de opbrengsten uit hoofde van de structureel bespaarde rentelasten die het gevolg zijn van het in mindering brengen op de staatsschuld van common area baten, vervreemdingen van staatsdeelnemingen en veilingen van rechten. Op de structureel bespaarde rentelasten bij vervreemdingen van staatsdeelnemingen wordt de daarmee samenhangende structurele derving van dividendontvangsten in mindering gebracht.

Met ingang van 2001 wordt het Fes niet meer gevoed uit de rentevrijval van de opbrengst van geveilde rechten (zoals radio-, ether- en televisiefrequenties), maar uit een annuïteit op basis van deze opbrengsten.

Tot en met 1998 is uit aardgasbaten en common area baten in totaal € 2 565 mln ontvangen. Uit de opbrengsten van verkoop van staatsdeelnemingen en de veiling van frequenties is in die periode in totaal € 3 867 mln ontvangen.

In totaal bedroegen de ontvangsten uit gasbaten in de periode 1999 tot en met 2004 € 8 560 mln. De voeding uit rentebaten bedroeg in die periode in totaal € 1 773 mln.

Voor de meerjarige raming van ontvangsten uit hoofde van aardgasbaten en rentebesparingen zijn technische aannames gehanteerd. Uitgegaan is van behoedzame veronderstellingen ten aanzien van zowel olieprijs en dollarkoers als verkoop staatsdeelnemingen, veilingen en rente (rekening houdend met eventuele dividendderving). Voor de gehanteerde olieprijzen en dollarkoersen wordt verwezen naar de toelichting bij artikel 3.1 Overige ontvangsten uit aardgas.

4. Totaaloverzicht van het fonds

(x € 1,0 mln)t/m 2004200520062007200820092010Totaal
Investeringsimpuls 1994 (incl. Marin)3 1643 164
BR en HSL4 136290994 525
SWAB549549
Extra impuls 199877291315899
Impuls 1998 (incl. voorfinanc. BR HSL)2 8372905251 1341 0131 1051 1028 006
Impuls 20012 5678576164773973924705 776
Bruggetje RA 19981 1141511862612852261942 416
Fileplan Zichtbaar, Slim en Meetbaar841622462462462462461 476
Waddenfonds i.o. 38383838350500
Impuls 2004 (Bsik)5013713013110518066800
Impuls 20051115935373182972722 130
Overig (Voorfinanciering GIS, Hubertustunnel, Kenniswijk, Prijsbijstelling)191241617– 31598358
MEP33673101781994
Totale uitgaven15 4652 1132 4822 8822 4722 6013 57931 593
ONTVANGSTEN:        
Overig aardgas8 6362 4802 7562 2261 5691 3571 39920 423
Incidentele baten1 7735105395635836066485 224
Staatsdeelnemingen3 267      3 267
Overig vermogen600      600
Common area1 137      1 137
Extra export gas1 352      1 352
Totale ontvangsten16 7652 9903 2952 7892 1521 9632 04732 003
Jaarsaldo 877813– 93– 320– 637– 1 531 
Cumulatief saldo1 3012 1782 9912 8992 5791 941410 

Het jaarsaldo is het batig (nadelig) saldo van uitgaven en ontvangsten over het betreffende begrotingsjaar. Het cumulatief saldo is het batig (nadelig) saldo tot en met het betreffende begrotingsjaar. Dit laatste saldo is als batig (nadelig) saldo opgenomen in de saldi artikelen van de Fesbegroting.

Uit de meerjarige doorkijk in bovenstaande tabel blijkt dat het fonds bij deze ramingsveronderstellingen in 2010 een cumulatief saldo heeft van € 410 mln.

De totale geraamde fondsuitgaven in enig jaar mogen niet hoger zijn dan de totale voor dat jaar geraamde ontvangsten, minus 10% van de voor dat jaar geraamde ontvangsten uit de aardgasbaten (de zogenaamde buffer), plus het cumulatief eindsaldo van het jaar ervoor. Dit is het zogenaamde kasplafond. In onderstaande tabel worden de in deze ontwerpbegroting opgenomen uitgaven geconfronteerd met het kasplafond.

(x € mln)200520062007200820092010
Geraamde uitgaven2 1132 4822 8822 4722 6013 579
Kasplafond4 0435 1985 5584 8944 4063 849

Investeringsprojecten die worden gefinancierd vanuit het Fonds economische structuurversterking (Fes), hebben tot doel de economische structuur van Nederland te versterken. De nadruk ligt daarbij op ruimtelijk-economische investeringen. Deze investeringsprojecten vormen een onderdeel van samenhangende investeringspakketten ten behoeve van de beleidsopgaven, zoals die bijvoorbeeld zijn geformuleerd in de impulsbrief uit 1998. De investeringspakketten kunnen, naast het Fes, voor een deel ook uit de algemene middelen worden gefinancierd. In onderstaande tabel zijn alle Fes-bijdragen aan door departementen uitgevoerde investeringsprojecten gerangschikt naar de thema's Bereikbaarheid, Vitaliteit steden (inclusief bedrijventerreinen), Milieu en Kennis. Een overzicht van de voortgang van de verschillende investeringsprojecten (inclusief de niet uit het Fes gefinancierde projecten) is opgenomen in de periodieke monitoringsrapportages over de investeringsimpulsen.

Fes-bijdragen aan investeringspaketten gerangschikt naar thema
(in € mln)t/m 20042 0052 0062 0072 0082 0092 010Totaal
Bereikbaarheid14 2771 5731 5131 9921 7411 7781 88924 763
Vitaliteit steden332259191919166688
Milieu331482292302783121 2822 710
Kennis8242656455523323722113 201
Prijsbijstelling 24172948132232
Totaal15 4652 1132 4822 8822 4722 6013 57931 593

C. TOELICHTING PER BEGROTINGSARTIKEL

1. UITGAVEN

01 Bijdragen van het fonds aan andere begrotingen

Artikel 01.01 Bijdragen aan de begroting van het Infrastructuurfonds in het kader van verkeer & vervoer

Opbouw uitgaven (in € 1 000)
 2004200520062007200820092010
Ontwerp-begr. 2005 252 594277 491250 764214 000213 000 
1e suppl. Begr. 2005 226 
Ontwerp-begr. 2006477 606252 820277 491250 764214 000213 000212 000

Op dit artikel worden de volgende bijdragen geraamd:

• Aan het Infrastructuurfonds wordt een bijdrage verstrekt ten behoeve van het onderdeel verkeer en vervoer uit de Investeringsimpuls 1994.

• De reservering voor de gestegen kosten van de geluidsisolatie rond Schiphol (GIS) is op dit artikel opgenomen (totaal € 169 mln). Het betreft hier uitgaven in de jaren 2002 tot en met 2004. Terugbetaling van de voorfinanciering uit het infrastructuurfonds wordt gedekt door een verlenging van de bestaande heffingen in het kader van het Heffingenbesluit Geluidhinder Burgerluchtvaart (Stb. 82 (284)) met ingang van 2008.

• Op dit artikel worden ook de middelen voor de uitvoering van het Fileplan ZSM (Zichtbaar, Slim en Meetbaar) van het Ministerie van Verkeer & Waterstaat geraamd. In dit plan zijn maatregelen opgenomen waardoor de fileproblematiek voor de gebruiker merkbaar en meetbaar moet verminderen en waardoor de betrouwbaarheid van het verkeerssysteem moet verbeteren.

Specificatie artikel 01.01
(x € 1 000)Departement200520062007200820092010
Overig V&V Impuls 1994IF90 59331 4914 764   
Overig V&VVROM227     
Voorfinanciering GISIF   – 32 000– 33 000– 34 000
Fileplan ZSMIF162 000246 000246 000246 000246 000246 000
  252 820277 491250 764214 000213 000212 000

Artikel 01.03 Bijdragen aan andere begrotingen in het kader van kennisinfrastructuur

Opbouw uitgaven (in € 1 000)
 2004200520062007200820092010
Ontwerp-begr. 2005 13 54412 916 
1e suppl. begr. 2005 9 027 
Ontwerp-begr. 20064 11722 57112 916

Op dit artikel wordt de bijdrage geraamd aan het Ministerie van Economische Zaken voor het project «Kenniswijk» in de regio Eindhoven van € 45,7 mln. De Rijksbijdrage is gekoppeld aan de voorwaarde dat 50% van de totale kosten van Kenniswijk door private partijen wordt gedragen.

Artikel 01.04 Overige bijdragen vanuit het fonds

Opbouw uitgaven (in € 1 000)
 2004200520062007200820092010
Ontwerp-begr. 2005 291 33785 825 
1e suppl. begr. 2005 11 423 
Mutatie – 13 12013 120 
Ontwerp-begr. 2006122 177289 64098 945-

Op dit artikel worden de bijdragen geraamd aan het Infrastructuurfonds voor de Betuweroute (BR) en de Hogesnelheidslijn (HSL), in totaal € 4 525 mln. Daarin zit begrepen een maximum van € 545 mln aan uitgekeerde en nog uit te keren prijsbijstelling voor deze twee projecten. De voorfinanciering uit het Fes van private bijdragen aan BR en HSL van in totaal € 1 784 mln is geraamd op artikel 01.08 Investeringsimpuls 1998.

De uitgaven aan de BR en de HSL worden op het Infrastructuurfonds geraamd op de artikelen 17.02 en 17.03.

Specificatie artikel 01.04
(x € 1 000)Departement200520062007200820092010
BetuwerouteIF– 4 806     
HSLIF294 44698 945    
Prijsbijstelling BR/HSLIF      
Totaal 289 64098 945
Specificatie mutatie
(x € 1 000)200520062007200820092010
HSL11 42313 120    
Prijsbijstellingen BR/HSL– 24 543     
Totaal– 13 12013 120

Toelichting op de mutatie:

Betreft de toevoeging van de nog resterende reservering van prijsbijstelling BR/HSL aan de HSL.

Artikel 01.05 Investeringsimpuls 2004

Opbouw uitgaven (in € 1 000)
 2004200520062007200820092010
Ontwerp-begr. 2005 90 900101 200101 00081 300153 700 
1e suppl. begr. 2005 28 9445 8207 3304 800– 4 360 
Mutatie – 2 410325410485– 3 150 
Ontwerp-begr. 200650 016117 434107 345108 74086 585146 19056 340

Op dit artikel worden de bijdragen geraamd in het kader van de derde investeringimpuls in de kennisinfrastructuur (ICES/KIS-3). Het kabinet heeft in het kader van het Besluit subsidies investeringen kennisinfrastructuur (Bsik) besloten om aan 37 ICES/KIS-3 programma's een totaalbedrag van € 800 mln toe te kennen voor de periode 2004–2010.

Specificatie artikel 01.05
(x € 1 000)200520062007200820092010
Kennis (Leven met water en Processysteeminnovatie) V&W/IF8 2147 9707 6305 8605 140 
Kennis Transumo V&W3 0604 0006 0008 0407 700 
Kennis VWS6 300     
Kennis EZ59 21556 95056 70041 60078 700 
Kennis OCW28 78433 00033 00026 60050 10052 000
Kennsi VROM6 071     
Kennis LNV5 7905 4255 4104 4854 5504 340
Totaal117 434107 345108 74086 585146 19056 340

Toelichting op de mutatie:

De mutatie is het gevolg van gewijzigde inzichten in het verloop van het project Kennis Bsik bij LNV, waardoor de middelen anders over de jaren verdeeld moeten worden.

Artikel 01.07 Projecten in voorbereiding

Opbouw uitgaven (in € 1 000)
 2004200520062007200820092010
Ontwerp-begr. 2005 148 225144 415148 555143 615170 290 
1e suppl. begr. 2005 95 4011 5605 1398 42614 594 
Mutatie 10 000290 400365 600379 900405 600 
Ontwerp-begr. 2006253 626436 375519 294531 941590 4841 554 357

Op dit artikel worden alle middelen geraamd die binnen het Fes worden gereserveerd voor projecten die in voorbereiding zijn. Zodra de projecten voldoende zijn uitgewerkt, worden de middelen overgeheveld naar de desbetreffende artikelen van de Fes-begroting en de departementale begrotingen. Het gaat om de volgende reserveringen:

• De nog niet naar artikel 01.08 (Investeringsimpuls 1998) overgehevelde middelen voor Feswaardige projecten uit de investeringsimpuls 1998.

• De nog niet naar artikel 01.09 (Investeringsimpuls 2001) overgehevelde middelen voor de investeringsimpuls 2001.

• De nog niet naar artikel 01.05 (Investeringsimpuls 2004) overgehevelde middelen voor de ICES/KIS-3 investeringsimpuls in kennisinfrastructuur (Bsik).

• De reservering van middelen binnen het Fes voor de voeding van het Waddenfonds i.o. In de periode tot en met 2010 gaat het in totaal om € 500 mln. In de periode daarna (niet in deze begroting opgenomen) zal hiervoor nog eens € 250 mln binnen het Fes worden gereserveerd. In totaal gaat het derhalve om € 750 mln.

• Een raming van prijsbijstelling voor de reserveringen op dit artikel.

• De nog niet naar artikel 01.10 (investeringsimpuls 2005) overgehevelde middelen voor de investeringsimpuls 2005 waarvoor nadere besluitvorming en/of adviezen nodig zijn.

Specificatie artikel 01.07Projecten in voorbereiding
(x € 1 000)Departement200520062007200820092010
Investeringsimpuls 1998       
Vitaliteit stedenVROM115 61324 68624 68624 68624 68524 685
MilieutechnologieEZ/VROM4 5374 5374 5374 53713 61313 613
TechnocentraOCW 9 0769 0769 0769 076 
        
Investeringsimpuls 2001       
BIRK + Saneringsconcept.VROM/VW98 91438 16642 16642 16642 16641 075
Natuur, milieu en Stedel. Ontw./sleutelprojectenVROM 23 71023 71023 71023 710 
        
Investeringsmpuls 2004: Kennis BsikDivers22 68024 24024 38019 44037 04012 261
Waddenfondsi.o. 37 50037 50037 50037 500350 000
Investeringsimpuls 2005       
Grootschalige researchfaciliteitenOCW 20 00020 00020 00020 00020 000
Transgene gewassenVROM 2 0002 0002 0002 0002 000
Topinstituut FarmaVWS10 00030 00030 00030 00030 000 
Transitie samenwerking TU'sOCW 10 00010 00010 00010 00010 000
Innovatieprogramma's en toponderzoek  28 20028 20028 20028 20028 200
LuchtkwaliteitVROM 103 00073 00077 00083 00064 000
BodemsaneringVROM 10 00015 00015 00010 000 
Duurzaamheid  50 00050 00050 00050 00050 000
Bijdrage systeemkosten tolheffingVW 15 00055 00010 00010 00010 000
Bescherming Vitale Infrastructuur  6 0006 0006 0006 0006 000
Maatschappelijke Sectoren en ICTEZ 4 00016 00020 000  
        
MEPEZ 2 70035 90073 200100 900780 900
Prijsbijstelling artikel 01.07divers1 8823 56017 13929 42647 594131 623
Totaal 253 626436 375519 294531 941590 4841 554 357

In onderstaande tabel vindt u een specificatie van de mutaties op artikel 01.07: projecten in voorbereiding

Specificatie mutatie
(x € 1 000)Departement200520062007200820092010
Waddenfondsi.o. 17 50017 50017 50017 500– 70 000
Investeringsimpuls 2005       
Grootschalige researchfaciliteitenOCW 20 00020 00020 00020 00020 000
Transgene gewassenVROM 2 0002 0002 0002 0002 000
Topinstituut FarmaVWS10 00030 00030 00030 00030 000 
Transitie samenwerking TU'sOCW 10 00010 00010 00010 00010 000
Innovatieprogramma's en toponderzoek  28 20028 20028 20028 20028 200
LuchtkwaliteitVROM 103 00073 00077 00083 00064 000
BodemsaneringVROM  10 00015 00015 00010 000
Duurzaamheid  50 00050 00050 00050 00050 000
Bijdrage systeemkosten tolheffingVW 15 00055 00010 00010 00010 000
Bescherming Vitale Infrastructuur  6 0006 0006 0006 0006 000
Maatschappelijke Sectoren en ICTEZ 4 00016 00020 000  
        
MEPEZ 2 70035 90073 200100 900780 900
Prijsbijstelling artikel 01.07  2 00012 00021 00033 000120 000
Totaal 10 000290 400365 600379 900405 6001 031 100

Toelichting op de mutaties:

Waddenfonds

De bijdrage uit het Fes aan de voeding van het Waddenfonds i.o. van in totaal € 750 mln bedraagt jaarlijks € 37,5 mln met ingang van 2006. De in de begroting 2005 opgenomen reeks is overeenkomstig gewijzigd.

Grootschalige researchinfrastructuur

Voor de grootschalige onderzoeksinfrastructuur zijn middelen nodig om een impuls te geven aan het onderzoek bij universiteiten en kennisinstellingen (advies Innovatieplatform). Hoogwaardige researchvoorzieningen blijken in toenemende mate hoogwaardige (deels buitenlandse) high tech bedrijven, kennisinstellingen en opleidingen aan te trekken. De middelen worden geconcentreerd en grootschalig ingezet. Het gaat daarbij om investeringen in de researchinfrastructuur en de benodigde faciliteiten voor het functioneren hiervan voor een langere periode. De investeringen dienen elk een wezenlijke toevoeging te zijn voor de researchvoorzieningen in Europa op een terrein van grote nationale betekenis en zo goed mogelijk aan te sluiten aan de innovatie-agenda van het bedrijfsleven.

De uitwerking zal door OCW in samenspraak met EZ ter hand worden genomen.

Transgene gewassen

Het project is erop gericht een ecologisch onderzoeksprogramma op te zetten met een looptijd van 7 jaar dat noodzakelijk is om de milieurisicobeoordeling van toekomstige transgene gewassen in te richten. Binnen het programma zijn drie aandachtsgebieden: voedselwebrelaties, bodemecologie en uitkruising en verwildering. Deze kennis is nodig om de milieurisicobeoordeling van genetisch gemodificeerde planten te verbeteren en is essentieel om de kansen die de plantenbiotechnologie voor Nederland biedt, verantwoord te benutten.

Topinstituut Farma

Het project behelst de opzet van een instituut dat zich richt op precompetitief onderzoek dat een brug slaat tussen laboratorium en klinische toepassing op terreinen waarin Nederland sterk is en waar goede kansen zijn om tot nieuwe geneesmiddelen en nieuwe economische activiteiten te komen. Het gaat om ziektegebieden die aansluiten op beleidsprioriteiten zoals infectieziekten, cardiovasculaire aandoeningen, oncologie, (auto)immuunziekten en psychische aandoeningen en waarvan het onderzoek vanuit het bedrijfsleven en de universitaire instellingen aangestuurd zal worden.

Transitie samenwerking TU's

De drie Technische Universiteiten intensiveren hun samenwerking op het gebied van onderzoek. In een Centre of Excellence (CoE) bundelen de TU's de krachten van de beste onderzoekers op een voor ons land bijzonder relevant onderzoeksterrein. Doel is om via deze vergaande samenwerking in 2010 tot de absolute top van technische universiteiten in Europa te behoren, een sterke internationale competitieve positie in te nemen en, conform het beleid van het kabinet, een substantiële bijdrage te leveren aan de Nederlandse kenniseconomie. Dit betreft een voorlopige reservering waarover aan de hand van een nadere uitwerking zal worden besloten.

Innovatieprogramma's en toponderzoek

Voor innovatieprogramma's en toponderzoek wordt een bedrag van € 141 mln gereserveerd. Binnen de innovatieprogramma's worden publiek-private toponderzoeksinitiatieven uitgevoerd, waarbij er ruimte is voor challengers, pilots en voor kennisoverdracht.

Luchtkwaliteit

De enveloppe luchtkwaliteit bedraagt in totaal € 400 mln. De benodigde beleidinzet op dit dossier is onder andere afhankelijk van de nieuwe voorstellen die de Europese Commissie in het kader van «Clean Air For Europe» doet in september en de daaruit resulterende normen voor fijn stof en NO2. Daarnaast berekent het RIVM momenteel de effecten van het pakket maatregelen. Met het oog op onder meer deze onzekerheden zal het kabinet eind 2005 besluiten over een nadere uitwerking van en prioritering binnen deze enveloppe. Van dit pakket zal circa € 100 mln worden ingezet voor knelpunten in de sfeer van wegenaanleg, woningbouw en bedrijventerreinen in relatie tot luchtkwaliteit.

Bodemsanering

Aan de Tweede kamer is toegezegd dat, waar reeds bij huidig gebruik risico's aanwezig zijn, in 2015 de risico's van bodemverontreiniging door saneringsmaatregelen of aanpassingen van het gebruik zijn weggenomen. Het gaat om ongeveer 15 000 locaties en de kosten voor de overheid bedragen tot en met 2014 in totaal € 170 mln. Met de investering van € 50 miljoen voor de periode tot en met 2010 kan een beperkt aantal grote en aansprekende knelpunten worden gesaneerd.

Duurzaamheid

Er wordt extra geïnvesteerd in een meer duurzame energiehuishouding om in de toekomst minder afhankelijk te zijn van fossiele brandstoffen en om de uitstoot van broeikasgassen te beperken. Een bedrag van 250 miljoen euro is gekoppeld aan de besluitvorming over het openhouden van de kerncentrale Borssele, die eind van dit jaar moet worden afgerond. De middelen worden ingezet voor energiebesparing, schoon fossiel (CO2-opslag) en hernieuwbare energiebronnen (waaronder innovatieve biobrandstoffen). Beoogd wordt het klimaatvoordeel – beperking van CO2-uitstoot – van het openhouden van Borssele te verdubbelen. Als onderdeel van deze besluitvorming voert het kabinet gesprekken met energiebedrijven over een substantiële bijdrage van hun kant.

Bijdrage systeemkosten tolheffing

Het betreft een bedrag van € 100 mln voor het versneld oplossen van knelpunten.

Bescherming vitale infrastructuur

Betreft een reservering van € 30 mln ten behoeve van de bescherming van vitale infrastructuur. Komend najaar zal een rapport met de eerste inhoudelijke analyse van de bescherming van de vitale infrastructuur in Nederland aan de Tweede Kamer worden aangeboden. Voor de economische structuur van Nederland is de bescherming van vitale infrastructuur cruciaal. In het geval de overheid zelf eigenaar is van de vitale infrastructuur, zal zij in die hoedanigheid extra maatregelen treffen.

Maatschappelijke Sectoren & ICT

Met dit actieprogramma neemt de overheid de regie op zich bij het doorbreken van knelpunten bij het opschalen van kleinschalige, succesvolle ICT-toepassingen en diensten, zowel in als tussen de sectoren mobiliteit, onderwijs, veiligheid en zorg. Doel van het actieprogramma is om daarmee maatschappelijke vraagstukken in deze sectoren te helpen oplossen. Het actieprogramma beoogt daarmee tevens duurzame maatschappelijke en economische groei te bevorderen. Een interdepartementale programmacommissie onder voorzitterschap van EZ besluit over de toewijzing van de middelen.

MEP

Er is besloten bepaalde investeringen voor duurzame energie (bijvoorbeeld windmolens op zee) alsnog te financieren uit het Fes. Het gaat om een bedrag van in totaal € 1 miljard euro aan investeringen, dat gespreid over de komende jaren tot uitbetaling komt. Dit voorkomt, samen met de rijksbijdrage uit de algemene middelen, dat het afnemerstarief dat burgers jaarlijks betalen, in de komende jaren omhoog gaat.

Artikel 01.08 Investeringsimpuls 1998

Opbouw uitgaven (in € 1 000)
 2004200520062007200820092010
Ontwerp-begr. 2005 155 263492 3701 104 388983 6181 067 0531 064 020
1e suppl. begr. 2005 14 4233 000    
Mutatie – 2     
Ontwerp-begr. 2006116 006169 684495 3701 104 388983 6181 067 0531 064 020

Op dit artikel worden de bijdragen geraamd voor de projecten uit de investeringsimpuls 1998 voorzover deze voldoende zijn uitgewerkt. Daarbij geldt dat in de reeks Bereikbaarheid/Voorfinanciering de voorfinanciering van de private bijdrage aan de BR en HSL van in totaal € 1 784 mln is opgenomen.

Specificatie artikel 01.08
(x € 1 000)Departement200520062007200820092010
Bereikbaarheid/Voorfinanciering private financieringIF120 587482 3771 095 312974 5421 067 0531 064 020
Prijsbijstelling voorfinancieringIF19 024     
Milieu       
Milieutechnologie/EET/ISEZ13 15112 0769 0769 076  
Milieutechnologie/PromTVROM6 324917    
Kennis       
KonnectVW642     
EMRVW      
BiomadeOCW– 1     
TehnocentraOCW9 958     
Totaal 169 684495 3701 104 388983 6181 067 0531 064 020

Artikel 01.09 Investeringsimpuls 2001

Opbouw uitgaven (in € 1 000)
 2004200520062007200820092010
Ontwerp-begr. 2005 948 112789 754728 327672 349607 817 
1e suppl. begr. 2005 – 42 319– 61 050– 67 002– 67 000– 67 000 
Ontwerp-begr. 20061 086 329905 793728 704661 325605 349540 817620 487

Op dit artikel worden de bijdragen geraamd voor projecten uit de Investeringsimpuls 2001 voorzover deze voldoende zijn uitgewerkt. Het gaat hierbij om een impuls van € 5 776 mln in de jaren 2000 tot en met 2010.

Ook worden op dit artikel de middelen geraamd voor reeds bestaande Feswaardige projecten uit het Infrastructuurfonds die voorheen ten laste van de reguliere Rijksbegroting werden gefinancierd (de zogenaamde Fesbrug uit het Regeerakkoord 1998).

Specificatie artikel 01.09
(x € 1 000)Departement200520062007200820092010
Bereikbaarh & stedelijke ontwIF640 039444 761316 826237 178230 840343 040
Kennis ICT (onderw.)OCW47 77647 77647 77647 77647 77647 776
Natuur milieu en stedelijke ontw (bedrijventerreinen)EZ10 4274 778    
Kennis onderzoek en innovatieEZ21 19718 73818 88818 88818 88818 888
Kennis onderzoek en innovatieOCW11 94111 94411 94411 94411 94411 871
BIRK + saneringsregelingVROM23 71815 1005 0005 0005 0005 000
Fes-bruggetje Regeerakkoord 1998IF150 695185 607260 891284 563226 369193 912
Totaal 905 793728 704661 325605 349540 817620 487

Artikel 01.10 Investeringsimpuls 2005

Opbouw uitgaven (in € 1 000)
 2004200520062007200820092010
Ontwerp-begr. 2005       
1e suppl. begr. 2005       
Ontwerp-begr. 2006101 000325 225237 44550 39543 03571 600

Op dit nieuwe artikel worden de bijdragen geraamd voor projecten uit de Investeringsimpuls 2005 voorzover deze voldoende zijn uitgewerkt. Projecten in voorbereiding binnen deze impuls zijn terug te vinden op artikel 01.07. Het gaat om een totale impuls van € 2 330 mln in de jaren 2005 tot en met 2010.

Specificatie artikel 01.10
(x € 1 000)Departement200520062007200820092010
VMBOOCW 50 00050 000   
Funderend onderwijsOCW 100 000100 000   
VVEOCW 9 5009 500   
BeroepskolomOCW 81 000    
InnovatievouchersEZ 21 00030 0009 000  
Faciliteiten nanotechnologie (cleanrooms)OCW 17 000    
Holst CenterEZ 15 00020 0005 000  
TechnostartersEZ 5 0004 0003 000  
Plantkundig onderzoekLNV 1 0251 9452 3952 0351 600
TNO AutomotiveOCW 10 700    
Innovatieprogramma's/SleutelgebiedenEZ1 0009 00010 0009 0009 0002 000
Westerschelde (inrichten EHS)LNV 3 0005 0007 0007 0008 000
ZuidasVW   15 00025 00060 000
MonumentenOCW100 000     
MaltaOCW 3 0007 000   
Totaal 101 000325 225237 44550 39543 03571 600

Toelichting op de mutaties:

Praktijklokalen/Scholenbouw VMBO en Funderend onderwijs

Het betreft een enveloppe voor verdere intensiveringen in VMBO praktijklokalen, verbeterde «arbeidspleksimulaties» in het voortgezet speciaal onderwijs (VSO) en het aanjagen van de ontwikkeling van brede scholen. Het nabootsen van vertrouwde «Arbeidspleksimulaties» in lokalen in het VSO verkleint de kans dat gehandicapten en leerlingen met gedragsproblemen zullen terugvallen, en zal op lange termijn tot besparingen bij duurdere dagvoorzieningen en arbeidsmarktsubsidies kunnen leiden. Het koppelen van kinderopvang en basisonderwijs via brede scholen stimuleert de arbeidsparticipatie van ouders en daarmee de economische structuur.

Beroepskolom/VVE (voor- en vroegschoolse educatie)

Het gaat om extra middelen voor lesmateriaal in het MBO in verband met de geleidelijke invoering van competentiegerichte eindtermen en examens vanaf 2007/2008. De invoering hiervan maakt het wenselijk om sneller dan normaal lesmateriaal te vervangen; een goede implementatie bevordert naar verwachting de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt.

Daarnaast zijn extra middelen nodig voor leertrajecten in bedrijven. Dit is ook een van de prioriteiten van het Innovatieplatform. Het opleiden vindt plaats op de werkvloer en is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van bedrijven en scholen.

Voor de impuls ter verbetering van het lesmateriaal in het MBO en de leertrajecten in bedrijven is € 80 mln beschikbaar. Het resterende bedrag van € 20 mln zal worden besteed aan VVE en worden aangewend voor bijscholing van 3000 leraren.

Innovatievouchers MKB/IPC's

In vervolg op het advies van het Innovatieplatform over de bevordering van Innovatie in het MKB en het AWT-advies over Innovatie in het MKB wordt € 60 mln beschikbaar gesteld voor de versterking van de innovatiepotentie van het MKB. EZ heeft hiertoe twee projecten uitgewerkt die een impuls geven aan het innovatief vermogen van het MKB op het terrein van kennisoverdracht en kennisontwikkeling. Het betreft de Innovatievouchers en de Innovatieprestatiecontracten. Met de Innovatievouchers wordt het MKB op eenvoudige wijze in staat gesteld kennis in te kopen bij publieke kennisinstellingen en (grote) bedrijven. Deze kennis kan een reeks van terreinen bestrijken, van technologie tot design en van octrooiadvies tot energiebesparing. Bij de Innovatieprestatiecontracten krijgen bedrijven een impuls om in groepsverband tot uitvoering van hun individuele innovatieplan te komen en daar waar zinvol activiteiten gezamenlijk uit te voeren (bijvoorbeeld collectief onderzoek, al dan niet in regionaal verband).

Clean rooms nanotechnologie

Het project betreft de uitbreiding van clean rooms en bijbehorende centrale voorzieningen bij het TNO kerngebied Industrie en Techniek in Delft (het voormalige TNO/TPD) in samenwerking met de TU Delft. Doel is de versterking van de Nederlandse positie in de nanotechnologie (één van de drie nationale prioriteiten van het wetenschap- en innovatiebeleid) en het creëren van onderzoeksfaciliteiten ook voor het Nederlandse (MKB) bedrijfsleven op dit gebied.

Holst center

Het Holst Centrum beoogt – op het terrein van polymeren, elektronica en microsystemen – het in Nederland aanwezige potentieel van kennis en bedrijvigheid een nieuwe impuls te geven met de uitvoering van gezamenlijke R&D-programma's. Hierdoor ontstaat een onderzoekscentrum met een internationale aantrekkingskracht.

Technostarters

Betreft een extra kennis-investeringsimpuls van € 12 mln in de vorm van leningen aan investeringsfondsen via de TechnoPartner Seed-faciliteit. Doel van deze regeling is het stimuleren en mobiliseren van de onderkant van de Nederlandse risicokapitaalmarkt. Om de investeerders te stimuleren in de vroege levensfase van de technostarters te investeren, moet de risico-rendements-verhouding van dergelijke investeringen verbeteren. Deze faciliteit draagt direct bij aan het verhogen van de private R&D-uitgaven en het aantal ondernemingen in Nederland.

Plantkundig Onderzoek

Dit betreft het verbeteren en ontwikkelen van nieuwe detectie- en identificatiemethoden op het gebied van plantgezondheid en het versterken van de huidige kennisdragers (collecties) door deze uit te breiden met nieuwe en onbekende ziekten en plagen en invasieve plantensoorten.

TNO Automotive

Het project betreft de verplaatsing van TNO Wegtransportmiddelen van Delft naar Zuidoost Brabant. Doel van het project is de versterking van het automotive-cluster in Brabant en een betere inbedding van TNO in dit cluster van bedrijven en kennisinstellingen.

Innovatieprogramma's/Sleutelgebieden

Betreft € 20 mln aan extra middelen uit het Paasakkoord voor pilots op de sleutelgebieden, Food en Flowers, Water en Creatieve Industrie en € 20 mln voor een ophoging van het budget voor de Smart Mix regeling.

Westerschelde

Het natuurpakket Westerschelde is gericht op behoud en herstel van het estuariene ecosysteem van de Westerschelde. Het is onderdeel van een integraal Vlaams-Nederlands project ten behoeve van de toegankelijkheid (van de havens), de veiligheid en de natuurlijkheid van het Schelde-estuarium. Het totale natuurpakket Westerschelde bedraagt € 110 mln.

Zuidas

Het betreft een bedrag van €100 miljoen voor de verlenging van de toeleidende sporen naar de keersporen voor de HSL-treinen nabij station Zuidas. Ten behoeve van de aanlanding van de HSL-treinen op Zuidas dienen keersporen te worden aangelegd. Voor de ontwikkeling van Zuidas volgens het voorkeursmodel van het Kabinet (het Dokmodel) komen deze keersporen ten oosten van de Amstel te liggen.

Monumenten

Op dit moment kampt 30% van de rijksmonumenten met een restauratieachterstand. De doelstelling om in 2010 dit percentage te hebben teruggebracht tot 10% dreigt met de beschikbare middelen niet te worden gehaald. Het structureel beschikbare budget is op dit moment namelijk precies voldoende om het gerestaureerde bestand te consolideren. Het verder omlaag brengen van de restauratieachterstand zal met inzet van extra middelen moeten gebeuren. Daarbij komt dat er een zekere mate van urgentie is gelegen in het maken van een start van de restauraties; als we langer wachten wordt de achterstand groter en duurder door vervolgschade. Hiervoor wordt € 100 miljoen uitgetrokken. Dit is het budget dat in 2005 doelmatig aan restauraties kan worden besteed. Hierin is € 40 miljoen begrepen voor het afronden van de lopende restauraties aan de 11 Kanjermonumenten. Ook wordt uit het totaalbedrag € 10 mln beschikbaar gesteld voor Malta (archeologie).

02 Saldi

Artikel 02.01 Voordelig eindsaldo/beginsaldo

Voordelig eindsaldo

Opbouw standen (in € 1000)
 2004200520062007200820092010
Ontwerp-begr. 2005 1 432 6581 608 3561 234 0211 179 6861 135 515 
1e suppl. begr 2005 586 713814 269999 8861 016 746890 196 
Mutatie 158 932568 661664 806382 426– 84 259 
Ontwerp-begr. 20061 300 8492 178 3032 991 2862 898 7132 578 8581 941 452409 985

Op dit artikel wordt het voordelig eindsaldo geraamd. Het voordelig eindsaldo is gelijk aan het positieve verschil in enig jaar tussen de ontvangsten inclusief batig beginsaldo en de uitgaven inclusief nadelig beginsaldo.

Toelichting op de mutatie

De nieuwe mutatie is per saldo het gevolg van de mutaties in de bijdragen aan de begrotingshoofdstukken en bij de ontvangsten. Een neerwaartse mutatie in de bijdragen leidt tot een opwaartse mutatie bij het voordelig eindsaldo. Een opwaartse mutatie bij de ontvangsten (inclusief het voordelig beginsaldo) heeft hetzelfde effect. De nieuwe mutatie is als volgt opgebouwd (de raming in 2010 vloeit voort uit de extrapolatie van de uitgaven en ontvangsten):

(x € 1 000)20052006200720082009
Uitgavenmutatie 01.0413 120– 13 120   
Uitgavenmutatie 01.052 410– 325– 410– 4853 150
Uitgavenmutatie 01.07– 10 000– 290 400– 365 600– 379 900– 405 600
Uitgavenmutatie 01.082    
Uitgavenmutatie 01.10– 101 000– 325 225– 237 445– 50 395– 43 035
Ontvangstenmutatie 03.01254 4001 038 800699 600148 400– 21 200
Mutatie voordelig beginsaldo 158 932568 661664 806382 426
Correctie voordelig eindsaldo – 1   
Totaal mutatie158 932568 661664 806382 426– 84 259

De technische correctie van het voordelig eindsaldo is nodig vanwege cumulatie van afrondingsverschillen.

Voordelig beginsaldo

Opbouw standen (in € 1000)
 2004200520062007200820092010
Ontwerp-begr. 2005 1 074 2261 432 6581 608 3561 234 0211 179 686 
1e suppl. begr 2005 226 622586 713814 269999 8861 016 746 
Mutatie  158 932568 661664 806382 426 
Ontwerp-begr. 2006975 1831 300 8492 178 3032 991 2862 898 7132 578 8581 941 452

Op dit artikel wordt het voordelig eindsaldo van het voorafgaande jaar geraamd, welk saldo op grond van het eerste lid van artikel 4 van de Wet Fes ten gunste van de begroting van het fonds in enig jaar komt (zie ook de toelichting bij uitgavenartikel 02.01 Voordelig eindsaldo). Het voordelig eindsaldo van jaar t is het voordelig beginsaldo van jaar t+1.

Toelichting op de mutatie

De nieuwe mutatie sluit aan op de mutatie in het voordelig eindsaldo van het voorafgaande jaar en is bij dat artikelonderdeel nader toegelicht.

2. ONTVANGSTEN

03 Ontvangsten van het fonds

Artikel 03.01 Overige ontvangsten uit aardgas

Opbouw ontvangsten (in € 1000)
 2004200520062007200820092010
Ontwerp-begr. 2005 1 758 0001 550 0001 405 0001 467 0001 571 000 
1e suppl. begr 2005 468 000167 200121 400– 46 600– 193 000 
Mutatie 254 4001 038 800699 600148 400– 21 200 
Ontwerp-begr. 20061 724 4312 480 4002 756 0002 226 0001 568 8001 356 8001 399 000

Op dit artikel zijn de voor het fonds bestemde ontvangsten uit aardgas geraamd. Het betreft 42,4% van de niet-belastingontvangsten uit aardgas, zoals geraamd op de begroting van Economische Zaken. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de algemene toelichting bij deze begroting, paragraaf 1 Inleiding.

Toelichting op de mutatie

De bepalende factoren voor de geraamde aardgasbaten zijn de aardgasprijs, die gerelateerd is aan de prijs van olie in dollars, de veranderde euro/dollar koers en de omvang van de afzet. Uitgegaan is van de volgende veronderstellingen:

Kengetallen aardgasbatenraming
 200420052006200720082009
Hoeveelheidgegevens:      
Productie (mrd m3)787672767574
Prijsgegevens:      
Euro/dollarkoers (€/$)1,241,241,201,201,201,20
Olieprijs ($/vat)38,252,050,026,026,026,0

Artikel 03.02 Rentebesparingen uit incidentele baten

Opbouw ontvangsten (in € 1000)
 2004200520062007200820092010
Ontwerp-begr. 2005 500 407529 669553 698573 547596 689 
1e suppl. begr 2005 9 6859 6859 6859 6859 685 
Ontwerp-begr. 2006474 053510 092539 354563 383583 232606 374648 337

Met ingang van 1999 worden eenmalige opbrengsten in de vermogenssfeer ten gunste van de staatsschuld gebracht en komen de daardoor structureel bespaarde rentelasten (gecorrigeerd voor eventuele dividendderving) ten gunste van het Fes.

Voor zover de voeding betrekking heeft op opbrengsten van veilingen van rechten, wordt met ingang van 2002 op dit artikel de voeding van het Fes geraamd op basis van annuïteiten. Voor een nadere toelichting hierop wordt verwezen naar de algemene toelichting bij deze begroting.


XNoot
1

De ICRE en de CWTI zijn interdepartementale commissies die de Ministerraad van advies dienen bij besluitvorming over onder meer investeringsvoorstellen voor ruimtelijke economie en duurzaamheid, respectievelijk kennis en innovatie.

Naar boven