30 256 (R 1800)
Goedkeuring van het op 25 april 2005 te Luxemburg totstandgekomen Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie (met Akte, Protocol, Slotakte en Bijlagen); Trb. 2005, 196

nr. 9
MOTIE VAN DE LEDEN VAN BAALEN EN HERBEN

Voorgesteld 1 februari 2006

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

van mening, dat bij de toetreding van kandidaat-lidstaten tot de Europese Unie de criteria van Kopenhagen naar letter en geest dienen te worden toegepast en dat het toepassen van overgangstermijnen en vrijwaringsmaatregelen instrumenten moeten zijn om te voorkomen dat de Unie op onderdelen schade ondervindt van de toetreding van nieuwe leden in de praktijk;

van mening, dat de mogelijkheid van een jaar uitstel van toetreding, zoals in het toetredingsverdrag voor Bulgarije en Roemenië is voorzien, daadwerkelijk dient te worden toegepast indien de omstandigheden dat noodzakelijk maken;

van mening, dat alle noodzakelijke vrijwaringen dienen te worden ingeroepen indien er daartoe bij de toetreding van Bulgarije en Roemenië aanleiding is;

van mening, dat daarbij bijzondere aandacht wordt besteed aan overgangstermijnen en vrijwaringsmaatregelen op het gebied van het vrije verkeer van personen;

verzoekt de regering met klem binnen de EU alle stappen te zetten opdat de toetreding van Bulgarije en Roemenië op basis van de bovengenoemde voorwaarden geschiedt, daarmee voor Nederland geen negatieve effecten heeft en de Kamer daarover geregeld te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Baalen

Herben

Naar boven