30 252 Toekomstvisie agrarische sector

Nr. 20 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 februari 2015

Hierbij ontvangt u de WUR-publicatie »Kijk op Multifunctionele landbouw, omzet en impact 2007–2013» (in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken)1. Deze publicatie laat zien dat in de periode 2007–2013 de totale omzet in de multifunctionele landbouw verder is toegenomen met ruim 60%. Zorglandbouw en boerderijwinkels zien hun omzet tussen 2011 en 2013 met 20% stijgen en de agrarische kinderopvang zelfs met 30%. Deze publicatie laat ook zien dat ondanks de economische crises en na de opheffing van de Taskforce Multifunctionele Landbouw2 in 2012, de omzet in de multifunctionele landbouw verder is gegroeid naar bijna een half miljard euro in 2013. De multifunctionele landbouw doet inmiddels niet meer onder voor de teelt van vollegronds groente, paddenstoelen of fruit en is vergelijkbaar qua omvang met de biologische landbouw.

Uit onderzoek van het LEI en andere WUR-instituten blijkt dat de impact van multifunctionele landbouw verder gaat dan omzetgegevens. Eén op de vijf landbouwers kiest niet voor schaalvergroting of een baan buiten het bedrijf, maar pakt naast de agrarische activiteiten ook succesvol andere activiteiten op zoals zorglandbouw, kinderopvang, boerderijeducatie, streekproducten, natuurbeheer en/of recreatie. Hierdoor krijgt het agrarisch bedrijf een multifunctioneel karakter en daarmee verbreding in het verdienmodel. Multifunctionele ondernemers dragen bij aan de lokale economie en samenleving en spelen in op de verandering in hun omgeving. De multifunctionele ondernemer zorgt voor banen in de stad; stedelijke ondernemers verkopen er lokaal geproduceerde producten en het voorzieningenniveau op het platteland wordt versterkt, belangrijk in bijvoorbeeld krimpgebieden. In de praktijk blijkt dat multifunctionele bedrijven volop investeren en een goed inkomen verwerven. Het multifunctionele bedrijf blijkt in de praktijk ook een aantrekkelijk bedrijf te zijn om over te nemen door de volgende generatie. Een belangrijk, intrinsiek onderdeel van de bedrijfsvoering op een multifunctioneel bedrijf is het tot stand brengen van de verbinding tussen boer en burger, tussen het platteland en de stad. Grofweg gaat dit langs twee belangrijke bewegingen die gedragen worden door krachtige wortels in de maatschappij:

  • meedoen en zorgen voor (zorglandbouw, kinderopvang en educatie);

  • herkenning en erkenning (stadslandbouw, directe verkoop en recreatie).

Meedoen en zorgen voor

Zorgen voor ouderen, voor (verstandelijk) gehandicapten of voor kinderen, bij veel multifunctionele ondernemers geldt dit als een belangrijke intrinsieke waarde die zij combineren met hun agrarische bedrijfsvoering. Vaak richten zij zich daarbij op participatie van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en betrekken veel vrijwilligers bij de activiteiten die op het bedrijf plaatsvinden. Enerzijds vanuit kostenoverweging (arbeid is duur) maar meer nog vanuit sociale overwegingen (vervroegd schooluitval, verslavingsproblematiek).

Zorglandbouw

Het aantal zorgboerderijen is in de afgelopen zes jaar met bijna 50% gestegen.

Ze hadden in 2013 een gezamenlijke omzet van 95 miljoen euro.

Naar schatting nemen 15.000 mensen uit verschillende doelgroepen deel aan dagopvang op een zorgboerderij. Dit betreft 10% van het totale aantal mensen dat in Nederland geïndiceerd is voor dagopvang (Ernst &Young, 2012).

Uit publicaties van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) komt naar voren dat de beleving van de cliënt maar ook van de zorgverlener op zorgboerderijen een belangrijke succesfactor is die wordt gevoed door kleinschalige agrarische activiteiten in een niet-zorggerelateerde open en groene ruimte. Zorgboerderijen bieden hiermee een ander, meer vitaliserend, zorgconcept in een landelijke omgeving.

De veranderingen in de zorg per 1 januari 2015: overheveling van Algemene Wet Bijzondere Zorg (AWBZ) voorzieningen naar de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)3 en de Participatiewet4 die op 1 januari jl. in werking is getreden, bieden multifunctionele ondernemers kansen om bij te dragen in gemeentelijke zorgnetwerken (bijvoorbeeld werk en inkomen, psychisch en sociaal welbevinden, zingeving en dagbesteding). Op die manier kunnen zij gemeenten breed ondersteunen bij hun nieuwe verantwoordelijkheden. Dit is een omslag die nog zeker niet bij alle agrarische zorgondernemers en gemeentes vlot verloopt.

Kinderopvang

Het totale aantal bedrijven in de agrarische kinderopvang is ten opzichte van 2011 met 5% toegenomen naar ongeveer 220 bedrijven. Ten opzichte van 2007 (20 bedrijven) is er zelfs sprake van een vertienvoudiging van het aantal bedrijven in de agrarische kinderopvang.

De omvang varieert van gastouderopvang met een gemiddelde omzet van 16.500 euro per jaar tot opvang in groepen met hulp van personeel met een gemiddelde omzet van 330.000 euro per jaar. Een nieuwe vorm die zich aandient binnen de agrarische kinderopvang is de combinatie van opvang en zorg voor bijvoorbeeld kinderen met leer- en gedragsproblemen zoals ADHD en autisme.

Educatie

Ook natuur en milieueducatie ondervindt vernieuwende impulsen vanuit de multifunctionele landbouw en dat is van belang voor een gezonde en duurzame levensstijl van toekomstige generaties. Het aantal agrarische bedrijven met educatieve activiteiten is al een aantal jaren stabiel. Binnen de multifunctionele landbouw is dit de sector met de laagste omzet (2 miljoen euro) en wordt veelal succesvol gecombineerd met andere taken. Educatieboeren hebben zich aangesloten bij samenwerkingsverbanden als www.metdeklasdeboerop.nl of www.klasseboeren.nl en zijn daarmee meer zichtbaar.

Herkenning en erkenning

De vraag over de herkomst van voedsel houdt menig burger bezig. Tal van kleinschalige landbouwinitiatieven in en om de stad (stadslandbouw) naast multifunctionele landbouwbedrijven in en dichtbij de verschillende steden houden zich op één of andere manier bezig met voedselproductie. Deze initiatieven brengen burgers in contact met elkaar en met de herkomst van voedsel, ze brengen kinderen op een speelse manier in contact met groente en fruit en ze zorgen voor een groene omgeving waarin het fijn is te verblijven.

Stadslandbouw

De term stadslandbouw wordt gebruikt om heel verschillende soorten initiatieven te dekken: van volkstuinen, bewonersinitiatieven en kinderboerderijen tot en met hoog innovatieve en technologische led-kwekerijen. Kern van stadslandbouw en van multifunctionele landbouw is dat landbouw weer van burgers wordt; de kennis over voedsel en herkomst wordt hiermee versterkt.

Zoals aangegeven in de brief van 2 april 2014 (Kamerstuk 28 625, nr. 189) kan stadslandbouw binnen het Europese subsidieprogramma voor plattelandsontwikkeling (LEADER) en de maatregel samenwerking van het derde Plattelandontwikkelingsprogramma (POP3), onderdeel van het gemeenschappelijk Landbouw beleid (GLB), ondersteund worden. Dit betekent dat onder de lokale ontwikkelingsstrategieën van LEADER die gericht zijn op ontwikkeling van het platteland via de versteviging van stad- landrelaties, nu ook projecten worden uitgevoerd in stedelijk gebied, dus in kernen met meer dan 30.000 inwoners. Eenzelfde mogelijkheid wordt gecreëerd voor de regeling voor samenwerking bij proefprojecten en innovatie. Daarbij gelden als voorwaarden dat stadslandbouw bijdraagt aan de verduurzaming van de landbouw in het landelijk gebied en dat het een project betreft waarbij partijen worden bijeengebracht om nieuwe vormen van ondernemen te genereren.

Directe verkoop

Uit het onderzoek van de WUR komt naar voren dat burgers graag producten kopen direct bij de boer. Ketens verkorten, hiermee bedoelen we de directe afzet van boerderijproducten van een boer aan consumenten, catering, instellingen en horeca. De omzet in boerderijwinkels is met 20% toegenomen naar 118 miljoen euro in 2013. De groei is het gevolg van verdere professionaliseren in deze sector.

Recreatie

Bij recreatie op de boerderij gaat het zowel om dagrecreatie als verblijfsrecreatie. Deze sector kent de hoogste omzet binnen de multifunctionele landbouw, 151 miljoen euro, maar staat als gevolg van concurrentie erg onder druk. Als gevolg van de economische crises is hier de afgelopen twee jaar wel een lichte daling ingezet. Op het terrein van dag- en verblijfsrecreatie wordt veel samengewerkt met het aanbod van lokaal en gezond voedsel op de boerderij.

Erkenning

Vanuit de Europese Commissie in Brussel is er bijzondere belangstelling voor producten van kleinschalige landbouw. Langs de weg van geografische bescherming genieten ruim 3.000 producten inmiddels (merk)bescherming tegen namaak binnen en buiten Europa. In Nederland zien we een toegenomen aandacht om Nederlandse producten geografisch te beschermen. Medio 2015 zullen bijvoorbeeld Brabantse Walasperge, Hollandse Geitenkaas en de Meerlander (aardappel) ook een dergelijke bescherming gaan genieten. LTO in samenwerking met stichting Streekeigen Product Nederland (SPN) zullen met financiële ondersteuning van het Ministerie van Economische Zaken de website www.streekproducten.org verder uitbouwen.

Tot slot

De WUR-publicatie »Kijk op Multifunctionele landbouw, omzet en impact 2007–2013» laat vooral zien dat multifunctionele landbouw inmiddels de kinderschoenen ontgroeid is en dat deze sector in een nieuwe fase is beland. Het is inmiddels een volwassen sector van de land- en tuinbouw en daarbij past naar mijn mening een andere rol van de overheid.

Het jaar 2012 was daarom een goed moment om de nauwe betrokkenheid van het ministerie bij de task force multifunctionele landbouw te beëindigen en het stokje over te dragen aan het bedrijfsleven. Op initiatief van LTO-Nederland is toen het platform multifunctionele landbouw opgericht, waarin alle betrokken partijen uit het bedrijfsleven participeren. Het voortouw ligt nu bij de ondernemers zelf, al wil ik hun samenwerking dit jaar nog met een bescheiden bedrag faciliteren. Ook blijft de multifunctionele landbouw wat mij betreft onderwerp van onderzoek zowel in het kader van de Topsectoren als in het kader van WUR-onderzoek waarvan dit rapport een goed voorbeeld is.

Daarnaast wil ik een Denktank in het leven roepen met als werktitel «Landbouw in verbinding». De bedoeling is om een goede herkenbare plaats en rode draad te bieden voor de verdere toekomstige ontwikkeling van de multifunctionele landbouw en stadslandbouw, naast en in verbinding met de landbouw-, natuur- en voedselopgave van het Ministerie van Economische Zaken.

Ik ben van mening dat multifunctionele landbouw en stadslandbouw kansen bieden om de afstand tussen sector en samenleving te verkleinen. Uit het werk van de Taskforce Multifunctionele Landbouw en diverse (landelijke) bijeenkomsten door de afgelopen jaren heen, komt duidelijk naar voren dat door de verbindende kracht van multifunctionele landbouw en stadslandbouw er synergie kan ontstaat om multifunctionele landbouw en stadslandbouw een gezicht, naast én in verbinding met de natuur-, landbouw- en voedselopgave, te geven.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma


X Noot
1

Wageningen UR heeft de omzet en impact ontwikkelingen onafhankelijk gemonitord in drie metingen (0-meting 2007, 1-meting 2007–2009, 2-meting 2007–2011), Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
2

De Taskforce Multifunctionele Landbouw heeft zich in opdracht van het Ministerie van EZ tussen 2008 en 2012 ingespannen de sector te verstevigen.

X Noot
3

De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo): Deze wet regelt dat mensen met een beperking ondersteuning kunnen krijgen. Het kan gaan om ouderen, gehandicapten of mensen met psychische problemen. Zij krijgen bijvoorbeeld huishoudelijke hulp of een rolstoel.

X Noot
4

Participatiewet: Met deze wet wil het kabinet bereiken dat mensen met een ziekte of handicap en mensen met een bijstandsuitkering die kunnen werken, sneller en gemakkelijker aan het werk gaan (participeren).

Naar boven