30 239
Wijziging van enkele wetten op het beleidsterrein van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in verband met het herstellen van wetstechnische gebreken en leemten in 2005 (Reparatiewet OCW 2005)

nr. 6
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 11 oktober 2005

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel VIII worden na onderdeel D twee nieuwe onderdelen ingevoegd, luidende:

Da

In artikel 153, zesde lid, laatste volzin, wordt «het gemeentebestuur» vervangen door: het college van burgemeester en wethouders.

Db

Artikel 156 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In de eerste en tweede volzin wordt «het gemeentebestuur» telkens vervangen door: burgemeester en wethouders.

b. In de derde volzin wordt «de gemeenteraad» vervangen door: burgemeester en wethouders.

2. Het tweede lid komt te luiden:

2. Indien het bevoegd gezag van een school naar het oordeel van burgemeester en wethouders de middelen, bedoeld in artikel 153, vierde lid, onderdelen a en b, niet besteedt overeenkomstig het onderwijsachterstandenplan kunnen burgemeester en wethouders de middelen geheel of gedeeltelijk inhouden.

3. Het derde lid komt te luiden:

3. Indien het bevoegd gezag van een school naar het oordeel van burgemeester en wethouders de middelen, bedoeld in artikel 153, vierde lid, onderdeel c, niet besteedt overeenkomstig het onderwijsachterstandenplan, maken burgemeester en wethouders hiervan melding aan Onze minister.

4. In het vijfde lid wordt «het gemeentebestuur» telkens vervangen door: burgemeester en wethouders.

B

Artikel X wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel A wordt verletterd tot onderdeel Aa.

2. Voorafgaand aan onderdeel Aa wordt een nieuw onderdeel A ingevoegd, luidende:

A

In artikel 1.1 komt onderdeel l te luiden:

l. inspectie: de inspectie, bedoeld in de Wet op het onderwijstoezicht;.

C

In artikel XII worden na onderdeel E twee nieuwe onderdelen ingevoegd, luidende:

Ea

In artikel 166, zesde lid, laatste volzin wordt «het gemeentebestuur» vervangen door: het college van burgemeester en wethouders.

Eb

Artikel 170 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In de eerste en tweede volzin wordt «het gemeentebestuur» telkens vervangen door: burgemeester en wethouders.

b. In de derde volzin wordt «de gemeenteraad» vervangen door: burgemeester en wethouders.

2. Het tweede lid komt te luiden:

2. Indien het bevoegd gezag van een school naar het oordeel van burgemeester en wethouders de middelen, bedoeld in artikel 166, vierde lid, onderdelen a en b, niet besteedt overeenkomstig het onderwijsachterstandenplan kunnen burgemeester en wethouders de middelen geheel of gedeeltelijk inhouden.

3. Het derde lid komt te luiden:

3. Indien het bevoegd gezag van een school naar het oordeel van de burgemeester en wethouders de middelen, bedoeld in artikel 166, vierde lid, onderdeel c, niet besteedt overeenkomstig het onderwijsachterstandenplan, maken burgemeester en wethouders hiervan melding aan Onze minister.

4. In het vijfde lid wordt «het gemeentebestuur» telkens vervangen door: burgemeester en wethouders.

D

Artikel XIII wordt als volgt gewijzigd:

1. Na onderdeel A wordt een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:

Aa

Artikel 10b, negende lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Na de komma aan het slot van onderdeel b wordt ingevoegd: en.

2. Aan het slot van onderdeel c wordt «, en» vervangen door een punt.

3. Onderdeel d vervalt.

2. Na onderdeel D worden twee nieuwe onderdelen ingevoegd, luidende:

Da

Artikel 10d, negende lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Na de komma aan het slot van onderdeel b wordt ingevoegd: en.

2. Aan het slot van onderdeel c wordt «, en» vervangen door een punt.

3. Onderdeel d vervalt.

Db

Artikel 10e wordt als volgt gewijzigd:

1. In het vierde lid wordt de derde volzin vervangen door: Artikel 10g, derde en vierde lid, zevende lid, eerste volzin, en achtste tot en met elfde lid, is van overeenkomstige toepassing.

2. In het vijfde lid, eerste volzin, wordt «In afwijking van artikel 10g, vijfde lid, eerste volzin» vervangen door: In afwijking van artikel 10g, zevende lid, eerste volzin.

3. In het zesde lid wordt «Artikel 10g, vierde lid» vervangen door: Artikel 10g, zesde lid.

E

Artikel XXI wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In de aanhef wordt «artikel XX» vervangen door: de artikelen VIII, onderdelen Da en Db, XII, onderdelen Ea en Eb, XIII, onderdelen Aa en Da, en XX.

b. In onderdeel b, wordt na «en XIII, onderdelen» ingevoegd: «Db,», en wordt «werken terug» vervangen door: terugwerken.

2. Onder vernummering van het tweede lid tot vijfde lid worden een nieuw tweede, derde en vierde lid ingevoegd, luidende:

2. Artikel VIII, onderdelen Da en Db, en artikel XII, onderdelen Ea en Eb, treden in werking met ingang van 8 maart 2006.

3. Indien deze wet op een eerder tijdstip in werking treedt dan de wet van 8 september 2005, houdende wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs om meer ruimte te scheppen voor samenwerking tussen in die wetten geregelde onderwijsinstellingen (Stb. 2005, ***), treedt artikel XIII, onderdelen Aa en Da, in werking met ingang van het tijdstip waarop voormelde wet van 8 september 2005 in werking treedt.

4. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven na het tijdstip waarop de wet van 8 september 2005, houdende wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs om meer ruimte te scheppen voor samenwerking tussen in die wetten geregelde onderwijsinstellingen (Stb. 2005, ***), in werking treedt, treedt artikel XIII, onderdelen Aa en Da, in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst en werkt zij terug tot en met het tijdstip waarop voormelde wet van 8 september 2005 in werking is getreden.

Toelichting

1. Algemeen

Deze nota van wijziging die ik mede namens mijn ambtgenoot van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit onderteken, bevat enkele wijzigingen van uitsluitend technische aard.

2. Onderdelen

A en E

Artikel VIII, onderdelen Da en Db, artikel XII, onderdelen Ea en Eb, en artikel XXI, tweede lid

Met het in werking treden van de wet van 24 mei 2004 tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs onder meer in verband met de beëindiging van de bekostiging van het onderwijs in allochtone levende talen (Stb. 2004, nr. 365) is verzuimd enkele onderdelen van artikel LXXIVC van de Wet dualisering gemeentelijke medebewindsbevoegdheden (Kamerstukken I 2003/04, 28 995, nr. A) betreffende overgangsrecht aan te passen. Omdat het niet mogelijk is in artikel LXXIVC van de Wet dualisering gemeentelijke medebewindsbevoegdheden slechts onderdelen in werking te laten treden c.q. te laten vervallen, zal het gehele artikel LXXIVC niet in werking treden. Om die reden moeten de in artikel LXXIVC genoemde artikelen in deze Reparatiewet aangepast worden.

De Wet dualisering gemeentelijke medebewindsbevoegdheden zal op 8 maart 2006 in werkingtreden.

B

Artikel X, onderdeel A

De definitie van «inspectie» dient te worden aangepast, nu de inspectie belast met het toezicht op het hoger onderwijs niet meer in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek maar in de Wet op het onderwijstoezicht is geregeld.

D en E

Artikelen XIII, onderdelen Aa en Da, en XXI, derde en vierde lid

Deze wijzigingen zijn noodzakelijk, omdat artikel I, onderdeel A, van de wet van 8 september 2005, houdende wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs om meer ruimte te scheppen voor samenwerking tussen in die wetten geregelde onderwijsinstellingen (Stb. 2005, ***) ten onrechte geen rekening houdt met het vervallen van het negende lid van de artikelen 10b en 10d van de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO) als gevolg van de wet van 20 januari 2005, houdende wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met schrappen aanvraagprocedure intrasectorale programma's (Stb. 2005, 56). Daardoor zijn twee onuitvoerbare wijzigingen ontstaan.

Verder bleken nog enkele kleine redactionele verbeteringen nodig.

In artikel XXI wordt nu rekening gehouden met twee mogelijkheden:

– de Reparatiewet OCW 2005 treedt eerder in werking dan de wet van 8 september 2005. In dat geval kunnen de aanpassingen van de artikelen 10b en 10d van de WVO pas in werking treden nadat de wet van 8 september 2005 in werking is getreden (vermoedelijk 1 januari 2006);

– de Reparatiewet OCW 2005 treedt op een later tijdstip in werking dan de wet van 8 september 2005; deze nota van wijziging regelt terugwerkende kracht voor dat geval.

Artikelen XIII, onderdeel Db, en XXI, eerste lid, onderdeel b

Deze wijzigingen zijn noodzakelijk, omdat in artikel 10e van de WVO ten onrechte geen rekening is gehouden met de vernummering van leden van artikel 10g als gevolg van de wet van 12 mei 2005, houdende wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs om meer maatwerk mogelijk te maken bij de toelating tot het praktijkonderwijs onder vervallenverklaring van de grondslag voor de tijdelijke regeling van die toelating (Stb. 2005, 301). Omdat die wijzigingswet op 1 augustus 2005 in werking is getreden, is voorzien in terugwerkende kracht voor deze wijziging tot dat tijdstip.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M. J. A. van der Hoeven

Naar boven