30 238
Wijziging van een aantal socialeverzekeringswetten en enige andere wetten (Verzamelwet sociale verzekeringen 2006)

nr. 5
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 24 oktober 2005

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

1

In artikel II wordt na onderdeel B een onderdeel ingevoegd, luidende:

C

In artikel 63 vervalt de aanduiding «1.» voor de tekst.

2

Artikel VIII vervalt.

3

In artikel IX wordt na onderdeel A een onderdeel ingevoegd, luidende:

Aa

Artikel 25, onderdeel aA, vervalt.

4

Artikel XII, onderdeel A, komt te luiden:

A

Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel e, wordt na «artikel 29, eerste lid,» ingevoegd: van de Ziektewet.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

3. Bij ministeriële regeling kunnen met betrekking tot de door de werkgever verschuldigde premies, bedoeld in het tweede lid, nadere en zonodig afwijkende regels worden gesteld.

5

In artikel XII wordt na onderdeel F een onderdeel ingevoegd, luidende:

Fa

Indien artikel 2 van de Invoeringswet Wet financiering sociale verzekeringen in werking treedt, wordt in artikel 58, eerste lid, onderdeel a, «het in artikel 9, eerste lid, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering genoemde bedrag» vervangen door «het bedrag, bedoeld in artikel 17, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen, met betrekking tot een loontijdvak van een dag» en wordt «artikel 9a» vervangen door «artikel 18».

6

In artikel XII, onderdeel G, onder 2, wordt «,premies» vervangen door: , premies.

7

Na artikel XV wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL XVA. WIJZIGING VAN DE WET VAN 19 DECEMBER 2003 TOT WIJZIGING VAN DE WIJZE VAN AANPASSING VAN DE KINDERBIJSLAG, DE WET VAN 22 DECEMBER 1994 TOT NADERE WIJZIGING VAN DE ALGEMENE KINDERBIJSLAGWET, DE ZIEKENFONDSWET EN DE ALGEMENE WET BIJZONDERE ZIEKTEKOSTEN (STB. 957) EN DE ALGEMENE KINDERBIJSLAGWET IN VERBAND MET ANDERE WIJZE VAN AANPASSING KINDERBIJSLAGBEDRAGEN

In artikel I, derde lid, van de Wet van 19 december 2003 tot wijziging van de wijze van aanpassing van de kinderbijslag, de wet van 22 december 1994 tot nadere wijziging van de Algemene Kinderbijslagwet, de Ziekenfondswet en de Algemene Wet Bijzondere ziektekosten (Stb. 957) en de Algemene Kinderbijslagwet in verband met andere wijze van aanpassing kinderbijslagbedragen (Stb. 553) wordt «het prijsindexcijfer over de maand oktober 2005» vervangen door: het prijsindexcijfer over de maand april 2005.

8

Artikel XX vervalt.

9

Artikel XXV, onderdeel L, onder 1, komt te luiden:

1. In het tweede lid wordt «gegevens die noodzakelijk zijn ten behoeve van» vervangen door: gegevens over bijdragen in de kosten van kinderopvang als bedoeld in de Wet kinderopvang, gegevens die noodzakelijk zijn ten behoeve van de vaststelling van de premiepercentages, bedoeld in de artikelen 27, 28, 31, 36, 37 en 38, alsmede ten behoeve van.

10

Artikel XXV, onderdeel N, komt te luiden:

N

Artikel 90 komt te luiden:

Artikel 90. In komsten en uitgaven AFBZ

1. Ten gunste van het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten komen:

a. de premie voor de algemene verzekering bijzondere ziektekosten;

b. de inkomsten, die in verband met de algemene verzekering bijzondere ziektekosten voortvloeien uit internationale overeenkomsten;

c. de bijdragen in de kosten van verstrekkingen die op grond van artikel 6, vierde lid, van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, dan wel in voorkomend geval op grond van artikel 6, vijfde lid, in verbinding met het vierde lid, van die wet worden betaald door of namens de verzekerde, dan wel, in voorkomend geval, door het krachtens een wettelijke regeling tot betaling van zodanige bijdragen bevoegde orgaan dat uitkeringen of pensioenen uit hoofde van die regeling aan die verzekerde betaalbaar stelt;

d. rijksbijdragen als bedoeld in artikel 15.

2. Uit het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten worden betaald:

a. de gehele of gedeeltelijke kosten van de algemene verzekering bijzondere ziektekosten en uitkeringen als bedoeld in artikel 3.1.2 van de Invoerings- en aanpassingswet Zorgverzekeringswet;

b. de uitgaven voor deze verzekering, voortvloeiende uit overeenkomsten, waaronder begrepen internationale overeenkomsten;

c. de uitgaven die in verband met die verzekering voortvloeien uit enige andere wettelijke regeling dan de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten;

d. bijdragen aan Onze Minister van Justitie in verband met diens financiële verantwoordelijkheid bedoeld in artikel 6, vijfde lid, van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten;

e. bijdragen aan Onze Minister van Defensie op grond van artikel 7, derde lid, van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten;

f. uitgaven ten behoeve van subsidies, verstrekt op grond van artikel 44 van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten;

g. de uitgaven, bedoeld in artikel 10, vierde lid, van de Wet op de orgaandonatie.

3. Uit het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten kunnen middelen worden gebruikt voor het vormen en in stand houden van een reserve. Bij ministeriële regeling kunnen door Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, in overeenstemming met Onze Minister, met betrekking tot de vorige volzin nadere regels worden gesteld.

4. Onverminderd het bepaalde krachtens artikel 15 wordt jaarlijks aan het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten een bijdrage verleend voor de uitvoering van de Regeling Ziekenfondsraad Abortusklinieken 1992 dan wel de regeling die op grond van artikel 44 van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten ter vervanging van die regeling is vastgesteld. Op de bijdrage worden voorschotten verleend. De bijdrage voor enig jaar is gelijk aan het saldo van de uitgaven en ontvangsten in het desbetreffende jaar met betrekking tot de uitvoering van de bedoelde regeling, voorzover door Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aanvaard. Het College zorgverzekeringen neemt een specificatie van de ontvangsten en uitgaven op in de jaarrekening, bedoeld in artikel 45 van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten. Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport stelt de bijdrage uiterlijk drie maanden na ontvangst van de jaarrekening vast.

11

Artikel XXV, onderdeel R, wordt als volgt gewijzigd:

1. In subonderdeel 2 wordt in het voorgestelde artikel 105, derde lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen «wachtgeldfonds» telkens vervangen door «sectorfonds» en wordt na «de op grond van enige wet over die uitkeringen verschuldigde premies» ingevoegd «of vergoedingen als bedoeld in artikel 46 van de Zorgverzekeringswet».

2. Onder vernummering van subonderdeel 3 tot subonderdeel 4, wordt een subonderdeel ingevoegd, luidende:

3. In het vierde lid (nieuw) wordt na «de op grond van enige wet over die uitkeringen verschuldigde premies» ingevoegd: of vergoedingen als bedoeld in artikel 46 van de Zorgverzekeringswet.

12

In artikel XXV, onderdeel S, wordt «de onderdelen k en l tot j en k» vervangen door: de onderdelen k en l tot i en j.

13

Na artikel XXX wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL XXXA. WIJZIGING VAN DE WET MINIMUMLOON EN MINIMUMVAKANTIEBIJSLAG

Aan artikel 6, eerste lid, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel i door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:

j. een vergoeding als bedoeld in artikel 46 van de Zorgverzekeringswet of een werkgeversbijdrage in de premie voor de ziektekostenverzekering van een persoon, bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel a, van de Zorgverzekeringswet.

14

In artikel XXXI wordt voor onderdeel A een onderdeel ingevoegd, luidende:

aA

Aan artikel 10 wordt een lid toegevoegd, luidende:

4. Bij ministeriële regeling kunnen met betrekking tot de door de werkgever verschuldigde premies, bedoeld in het derde lid, nadere en zonodig afwijkende regels worden gesteld.

15

In het in artikel XXXI, onderdeel K, voorgestelde artikel 76f, zesde lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering vervalt «of» aan het slot van onderdeel b en wordt na de puntkomma aan het slot van onderdeel c ingevoegd: of.

16

In artikel XXXVIII wordt na onderdeel E een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ea

In artikel 33, tweede lid, onderdeel d, wordt «in de zin van de Wet financiering sociale verzekeringen» vervangen door: in de zin van de Wet financiering sociale verzekeringen en bijdrage in de kosten van kinderopvang als bedoeld in de Wet kinderopvang.

17

Artikel XLIII, onderdeel C, komt te luiden:

C

Artikel 19a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «ingevolge de Werkloosheidswet» vervangen door: ingevolge hoofdstuk 3 van de Wet financiering sociale verzekeringen.

2. In het tweede lid wordt «een van de sociale verzekeringswetten» vervangen door: de Wet financiering sociale verzekeringen.

18

In artikel XLV wordt voor onderdeel A een onderdeel ingevoegd, luidende:

aA

Aan artikel 11 wordt een lid toegevoegd, luidende:

4. Bij ministeriële regeling kunnen met betrekking tot de door de werkgever verschuldigde premies, bedoeld in het derde lid, nadere en zonodig afwijkende regels worden gesteld.

19

In artikel XLV, onderdeel D, wordt na subonderdeel 2 een subonderdeel ingevoegd, luidende:

3. Indien artikel 3.8.22, onderdeel C, van de Invoerings- en aanpassingswet Zorgverzekeringswet in werking treedt, wordt «in mindering kunnen worden gebracht, in mindering kunnen worden gebracht en de vergoeding, bedoeld in artikel 46 van de Zorgverzekeringswet,» vervangen door: in mindering kunnen worden gebracht en de vergoeding, bedoeld in artikel 46 van de Zorgverzekeringswet,.

20

Na artikel XLVI wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL XLVIA. WIJZIGING VAN DE INVOERINGS- EN AANPASSINGSWET ZORGVERZEKERINGSWET

De Invoerings- en aanpassingswet Zorgverzekeringswet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3.1.1, onderdeel V, vervalt.

B

Artikel 3.8.5 vervalt.

C

Artikel 3.8.12, onderdelen D en L, vervallen.

Toelichting

Algemeen

Met deze nota van wijziging worden enkele wijzigingen van overwegend technisch aard in het wetsvoorstel Verzamelwet sociale verzekeringen 2006 aangebracht. Deze punten zullen in het artikelsgewijze deel nader worden toegelicht.

Artikelsgewijs

Onderdelen 1, 6, 11, 12, 15 en 17

De wijzigingen van het wetsvoorstel die zijn opgenomen in bovengenoemde onderdelen zijn louter technisch van aard.

Onderdelen 2 en 8

De wijzigingen van de Wet op de huurtoeslag (artikel VIII) en de Wet bevordering eigenwoningbezit (artikel XX) kunnen vervallen, aangezien dit reeds wordt meegenomen in het bij koninklijke boodschap van 27 september 2005 ingediende voorstel van wet, houdende wijziging van de Algemene Ouderdomswet, de Wet financiering sociale verzekeringen en de Wet op de huurtoeslag en enige andere wetten in verband met het toekennen van een tegemoetkoming aan personen die een uitkering ontvangen op grond van de Algemene Ouderdomswet en enkele aanpassingen in de berekening van de uitkeringen (Kamerstukken II, 2005/06, 30 314, nr. 2).

Onderdeel 3

De in artikel 25, onderdeel aA, van de Invoeringswet Wet financiering sociale verzekeringen opgenomen wijziging van artikel 30f van de Algemene wet inzake rijksbelastingen houdt in dat met betrekking tot de loonbelasting heffingsrente wordt berekend vanaf het tijdvak dat aanvangt na het laatste tijdvak van het kalenderjaar waarop de belasting betrekking heeft in plaats van vanaf het tijdvak dat aanvangt na het einde van het kalenderjaar. Deze wijziging is niet meer nodig, nu artikel 28 van de Uitvoeringsregeling Algemene wet inzake rijksbelastingen 1994 volgens de ministeriële regeling van 20 september 2005, nr. WDB2005/425M, Stcrt. 2005, 184, in die zin wordt aangepast dat het laatste tijdvak van het kalenderjaar altijd eindigt op 31 december. De onderhavige wijziging regelt dit.

Onderdelen 4, 14 en 18

Aan de artikelen 11 van de Werkloosheidswet (WW), 10 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) en 11 van de Ziektewet (ZW) wordt een lid toegevoegd op grond waarvan bij ministeriële regeling nadere en zonodig afwijkende regels kunnen worden gesteld ten behoeve van een goede uitvoering met betrekking tot de premies over de via de werkgever uitbetaalde uitkeringen als bedoeld in het daaraan voorafgaande lid

Onderdeel 5

De voorgestelde wijziging regelt dat de verwijzingen in artikel 58 van de WW naar de Coördinatiewet Sociale Verzekering (CSV) worden vervangen door verwijzingen naar de Wet financiering sociale verzekeringen (Wfsv). Met ingang van 1 januari 2006 komt de CSV namelijk te vervallen. Het equivalent van de artikelen 9 en 9a van de CSV wordt dan opgenomen in de artikelen 17 en 18 van de Wfsv.

Onderdeel 7

Deze wijziging betreft een correctie van een bepaling van de wet van 19 december 2003, Stb. 553. Met deze wet is de indexering van de Algemene Kinderbijslagwet (AKW) voor de jaren 2004 en 2005 aangepast. In artikel I, derde lid, van die wet is geregeld, dat voor de eerstvolgende indexering van de kinderbijslagbedragen na 2005 onder «het prijsindexcijfer waarop de laatste herziening is gebaseerd», zoals bepaald in artikel 13, tweede lid, AKW, wordt verstaan: het prijsindexcijfer over de maand oktober 2005. Hiermee werd beoogd de indexering per 1 januari 2006 – conform de gebruikelijke indexering van de kinderbijslagbedragen – uit te voeren met het percentage waarmee het prijsindexcijfer over de maand oktober 2005 afwijkt van het prijsindexcijfer over de maand april 2005.

Per abuis is met de bepaling in artikel I, derde lid, van wet van 19 december 2003 geregeld, dat per 1 januari 2006 moet worden geïndexeerd met het percentage waarmee het prijsindexcijfer over de maand oktober 2005 afwijkt van het prijsindexcijfer over maand oktober 2005. Dit komt neer op een indexering met 0%, hetgeen niet de bedoeling is.

In verband hiermee wordt de wet aangepast conform hetgeen werd beoogd.

Onderdelen 9 en 16

Voorgesteld wordt om werkgevers/inhoudingsplichtigen vanaf 2006 de bijdrage in de kosten van kinderopvang standaard te laten renseigneren ten behoeve van de uitvoering van de taken van de Belastingdienst/Toeslagen. Hiertoe wordt artikel 59, tweede lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen gewijzigd. Uit steekproefcontroles door Belastingdienst/Toeslagen is gebleken dat er regelmatig onjuistheden optreden bij de aanvragen voor de kinderopvangtoeslag doordat de opgegeven bijdrage van de werkgever niet juist is of ontbreekt. In deze gevallen is doorgaans vermindering van het voorschot of terugvordering vereist. Uit het oogpunt van doelmatigheid is het van belang om vroegtijdig te kunnen controleren of er een bijdrage van de werkgever is en hoe hoog die bijdrage is. Daarom wordt voorgesteld werkgevers vanaf 2006 de vergoeding in de kosten van kinderopvang standaard te laten vermelden in de loonaangifte. Deze gegevens worden vervolgens in de polisadministratie verwerkt ten behoeve van de uitvoering van de taken van de rijksbelastingdienst, waaronder de Belastingdienst/Toeslagen (zie de wijziging in artikel 33, tweede lid, onderdeel d, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen). Aangezien het gaat om gegevens die de werkgever/inhoudingsplichtige in zijn (geautomatiseerde) administratie heeft, zullen de administratieve lasten voor werkgevers niet stijgen ten opzichte van de huidige situatie.

Onderdeel 10

Voorgesteld wordt om artikel 90 van de Wfsv opnieuw te formuleren. Dit vanwege de grote hoeveelheid wijzigingen die in het huidige artikel 90 Wfsv aangebracht dienen te worden.

In het eerste lid en het tweede lid, onderdeel a (nieuw), worden de verwijzingen naar de vrijwillige verzekering bijzondere ziektekosten geschrapt omdat deze verzekering door inwerkingtreding van de Invoerings- en aanpassingswet Zorgverzekeringswet (hierna: I&A-Wet Zvw) vervalt. In het tweede lid, onderdeel a (nieuw), wordt verder nog verwezen naar het daarmee gepaard gaande overgangsrecht.

Verder wordt, om onnodige regelgeving te voorkomen, voorgesteld om het huidige tweede lid van artikel 90 Wfsv te schrappen. Er wordt op dit moment in zowel artikel 90, tweede lid, als in artikel 15 van de Wfsv de mogelijkheid tot het verstrekken van rijksbijdragen aan het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten (hierna: AFBZ) geregeld. Verder wordt naar aanleiding hiervan een verwijzing in artikel 90, vierde lid (nieuw), aangepast.

Daarnaast worden in het eerste en tweede lid (nieuw) de verwijzingen naar artikel 6 van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (hierna: AWBZ) aangepast. Dit hangt samen met artikel 6 zoals dit na de inwerkingtreding van de Wet herziening overeenkomstenstelsel zorg is komen te luiden.

In het tweede lid, onderdeel f (nieuw), en het vierde lid (nieuw) wordt de verwijzing naar de Ziekenfondswet (Zfw) vervangen door een verwijzing naar de AWBZ, aangezien de uit het AFBZ te financieren subsidies na inwerkingtreding van de Zorgverzekeringswet (hierna: Zvw) niet meer op artikel 1p van de Zfw berusten, maar op artikel 44 van de AWBZ.

Tenslotte wordt conform de nieuwe verslagleggingsmethode in paragraaf 6.3 van de Zvw (voorzover hier van belang artikel 7.4 van de Zvw) in artikel 45 van de AWBZ gesproken van een jaarrekening in plaats van een financieel verslag over het AFBZ. De wijziging van het vierde lid (nieuw) strekt ertoe deze terminologie ook in de Wfsv te gebruiken.

Onderdeel 13

In artikel 6 van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag is aangegeven wat onder «loon» wordt verstaan. Artikel 6, eerste lid, formuleert een – limitatief – aantal uitzonderingen op dit loonbegrip. Door de onderhavige wijziging wordt ook de vergoeding door de werkgever voor de inkomensafhankelijke bijdrage als bedoeld in artikel 46 van de Zorgverzekeringswet of de werkgeversbijdrage in de premie voor de ziektekostenverzekering van een persoon, bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel a, van de Zorgverzekeringswet uitgezonderd van het loon voor de berekening van de vakantietoeslag.

De vergoeding door de werkgever zou zonder deze wijziging volgens de geldende wetgeving rond het minimumloon grondslag vormen voor de vaststelling van het minimumvakantiegeld. Dit zou betekenen dat over de vergoeding voor de inkomensafhankelijke bijdrage nog 8% vakantiegeld verschuldigd zou zijn. Dit is op dit moment niet het geval voor de werkgeverspremie Zfw. Het beschreven effect is dan ook niet bedoeld en leidt tot een kringverwijzing omdat enerzijds de inkomensafhankelijke bijdrage afhankelijk is van de vakantietoeslag en anderzijds de vakantietoeslag afhankelijk is van de inkomensafhankelijke bijdrage.

Daarom wordt met deze wijziging voorgesteld de genoemde doorwerking van de vergoeding voor de inkomensafhankelijke bijdrage naar het vakantiegeld voorkomen.

Onderdeel 19

Deze wijziging betreft een redactionele correctie van de wijziging van de ZW die met artikel 3.8.22, onderdeel C, van de I&A-Wet Zvw plaatsvindt.

Onderdeel 20

Voorgesteld wordt om een nieuw artikel aan het wetsvoorstel toe te voegen dat enkele technische wijzigingen in de I&A-Wet Zvw aanbrengt. Voor wat betreft het laten vervallen van artikel 3.1.1, onderdeel V, artikel 3.5.5 en artikel 3.8.12, onderdeel D, geldt dat bij het schrijven van de I&A-Wet Zvw voorliggend wetsvoorstel nog niet bij de Tweede Kamer was ingediend. Gevolg is, dat in die wet enkele bepalingen staan die ook in voorliggend wetsvoorstel opgenomen zijn. Omdat twee van de bedoelde bepalingen in de I&A-Wet Zvw noodzakelijkerwijs in de vorm van «indien-bepalingen» gegoten moesten worden en deze bepalingen bovendien nog met puntjes naar voorliggend wetsvoorstel verwijzen, wordt voorgesteld de desbetreffende bepalingen uit de I&A-Wet Zvw te schrappen.

Het laten vervallen van artikel 3.8.12, onderdeel L, dat artikel 90 van de Wfsv aanpast, houdt verband met het geheel nieuw formuleren van dit artikel, waardoor afzonderlijke wijzigingen kunnen vervallen. (Zie voor nadere informatie de toelichting op de wijziging van artikel 90)

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. J. de Geus

Naar boven