Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 februari 2017
U hebt mij gevraagd om een reactie op de Zembla uitzending van 15 februari jl. over
kunstgrasvelden met rubbergranulaat. Daarin werd ingegaan op onderzoek van de Vrije
Universiteit (VU) naar het effect op zebravisjes van stoffen die in water vrijkomen
uit rubbergranulaat.
In december vorig jaar heb ik u bericht over het grootschalig en gedegen onderzoek
van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu naar gezondheidsrisico’s van
sporten op kunstgrasvelden met rubbergranulaat (Kamerstuk 30 234, nr. 153). Op basis van de conclusies van dit onderzoek ziet het RIVM geen aanleiding om het
sporten op deze velden te ontraden. Het onderzoek waarvan Zembla in haar uitzending
verslag deed, is een onderzoek dat wordt gedaan door de VU. Er zijn nog geen resultaten
van dat onderzoek beschikbaar. Het onderzoek is nog niet eens afgerond, het loopt
nog. Het RIVM ziet in de informatie die wel beschikbaar is en naar aanleiding van
de uitzending geen reden de resultaten van het eigen onderzoek te herzien.
Op dit moment lopen er verschillende onderzoeken, zoals ook gemeld in de uitzending
van Zembla. Het RIVM neemt elk onderzoek op dit terrein serieus, dus ook het onderzoek
van de VU. Zodra de rapportage van het zebravissenonderzoek gereed is en het RIVM
kan beschikken over de uitkomsten en de onderliggende data zal het RIVM analyseren
hoe deze resultaten zich verhouden tot het eigen onderzoek.
Los hiervan verwacht ik dat het Europees Agentschap voor Chemische Stoffen (ECHA)
eind deze maand de uitkomsten van het onderzoek naar de gezondheidsrisico’s van rubbergranulaat
publiceert. De Europese Commissie bekijkt op basis hiervan of er aanleiding is om
de huidige normstelling aan te passen.
Uiteraard volg ik de ontwikkelingen op de voet en zal uw Kamer informeren zodra ik
aanleiding zie om opdracht te geven voor aanvullend onderzoek.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.I. Schippers