30 234 Toekomstig sportbeleid

Nr. 145 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 juni 2016

Met deze brief informeer ik u over een aantal actuele ontwikkelingen op het terrein van sport:

  • 1. Voortzetting programma Sport en Bewegen in de Buurt 2017–2018.

  • 2. Voortzetting actieplan naar een Veiliger Sportklimaat 2017–2018.

  • 3. Topsportbeleid 2017 en verder

  • 4. Stand van zaken van de Kennisagenda Sport.

  • 5. Overige punten.

In de bijlagen treft u een nadere toelichting op deze ontwikkelingen1

1. Voortzetting programma Sport en Bewegen in de Buurt 2017–2018

Zoals aangekondigd in mijn brief van 17 november 2015 (Kamerstuk 30 234, nr. 141) zet ik het programma Sport en Bewegen in de Buurt voort omdat ik het belangrijk vind dat dit programma tot volle wasdom kan komen. Daarbij hecht ik belang aan een zorgvuldige evaluatie van dit programma en een goede effectmeting van de buurtsportcoaches alvorens een nieuw beleidskader sportparticipatie te ontwikkelen. Deze evaluatie loopt. In de twee jaar verlenging van het programma «Sport en Bewegen in de Buurt» breng ik in overleg met de bestuurlijke partners een aantal verbeterpunten aan. Zo komt er in de sportimpuls meer aandacht voor ouderen, chronisch zieken, mensen met een beperking en ruimte om in te kunnen spelen op reeds gesignaleerde vraagstukken en uitdagingen. Ook komt er een extra focus op scholing van de buurtsportcoaches.

2. Voortzetting actieplan naar een Veiliger Sportklimaat 2017-2018

In mijn brief van 17 november 2015 heb ik ook aangekondigd dat ik het actieplan «Naar een Veiliger Sportklimaat» verleng met twee jaar tot en met 2018.

Hoewel het aantal gemelde excessen sinds het seizoen 2011–2012 gestaag afneemt, vinden er helaas nog wekelijks excessen op en rond het sportveld plaats; ruim 300 per jaar. Dit vraagt een aanhoudende inzet van de sportsector. Ieder incident is er namelijk één te veel. Veel van deze excessen en andere incidenten vinden plaats bij zwakkere voetbalverenigingen in de Randstad, waarbij eveneens sprake is van herhaling.

Ik zie dat deze verenigingen extra ondersteuning nodig hebben om vitaler te worden. De focus van het actieplan komt deze twee jaar daarom te liggen op de ondersteuning van zwakke verenigingen en het stimuleren van goed bestuur bij verenigingen.

3. Topsportbeleid 2017 en verder

Het nieuwe topsportbeleid, zoals beschreven in de Sportagenda 2017+2 van NOC*NSF en de sportbonden, bouwt grotendeels voort op het beleid dat in de Sportagenda 2013–2016 is ingezet: focus op (potentieel) succesvolle takken van sport en topsporters om zo tot de 10 beste topsportlanden ter wereld te horen. De richting van het toekomstige topsportbeleid van de sport, ondersteun ik. Wel wil ik vanuit de maatschappelijke verantwoordelijkheid van de rijksoverheid een aantal herkenbare accenten neerzetten, waaronder:

  • Blijvende aandacht voor integriteit in de topsport;

  • Het versterken van de positie van topsporters;

  • Het vastleggen van afspraken met topsporters over hun maatschappelijke inzet;

  • Voldoende aandacht voor Paralympische topsport;

  • Het stimuleren van een divers topsportlandschap dat uitnodigt om te presteren.

Extra impuls topsport

NOC*NSF heeft de afgelopen jaren moeten bezuinigen op de topsport als gevolg van tegenvallende inkomsten uit de Lotto. Naast eerdere overbruggingen van mijn zijde in 2015 en 2016, wil ik aanvullend een impuls van in totaal € 1,5 mln. voor de topsport beschikbaar stellen voor de periode 2016/2017. Hiermee ondersteun ik de behoefte van de topsporters en de onderliggende topsportprogramma’s om zich optimaal te kunnen voorbereiden richting Rio. Maar ook het bieden van voldoende financiële continuïteit als start naar Tokyo, vind ik belangrijk.

Omdat steeds meer topsporters door hun succesvolle prestaties in aanmerking komen voor een stipendium heb ik besloten het stipendium vanaf 2017 structureel op te hogen met jaarlijks € 2 mln. Hiermee komt het beschikbare stipendiumbedrag op totaal € 12 mln. per jaar. Daarnaast investeer ik in een regeling voor topsporters die hun actieve sportloopbaan beëindigen en die voor hun overstap naar een nieuwe maatschappelijke carrière extra ondersteuning nodig hebben. De komende tijd zal ik dit met NOC*NSF nader uitwerken.

4. Stand van zaken Kennisagenda Sport

Op 1 juni 2016 heb ik de brief van het Topteam Sport betreffende de stand van zaken kennis- en innovatieagenda sport ontvangen3. Het Topteam heeft sinds de aanbieding van de agenda stevige stappen gezet.4 Het Topteam geeft aan hoe de komende periode verder gewerkt wordt aan focus, massa en rendement in sportonderzoek en -innovatie.

Belangrijk hierbij is het doorontwikkelen van het ecosysteem voor onderzoek en innovatie in de sport met geselecteerde sportinnovatorcentra. Ook zal er aandacht zijn voor netwerkvorming waarbij aansluiting van het relevante bedrijfsleven aan de innovaties hubs/centra, evenals lokale en regionale overheden cruciaal is.

De brief van het Topteam adviseert ook over de uitvoering van de Nationale Kennisagenda Sport en Bewegen. Het is mijn inzet om te komen tot een geïntegreerd programma voor sportonderzoek en innovatie. Hiertoe stel ik uit bestaand budget € 6 mln. beschikbaar voor de periode 2017 tot en met 2020, waarvan € 900.000 in 2017. Daarbij hecht ik waarde aan borging van de opbrengsten van het huidige onderzoekprogramma sport, dat dit jaar eindigt. Deze middelen zijn aanvullend op de huidige inzet op het programma Sportinnovator (€ 2 miljoen per jaar). Veder ga ik uit van een continuering van de jaarlijkse financiële bijdrage voor onderzoek vanuit NOC*NSF in 2017 (€ 400.000) en zijn ook bij NWO substantiële middelen gereserveerd. VWS is in gesprek met stakeholders5 over de contouren van een partnerschap in het sportonderzoek voor de implementatie van de kennisagenda. In het najaar zal het partnerschap nader worden vormgegeven.

5. Overige punten

Als 8e lid van de Nederlandse Sportraad is mw. Leanne van den Hoek benoemd. Voorts informeer ik u over de stand van zaken met betrekking tot een motie en toezegging naar aanleiding van het Wetgevingsoverleg van 23 november 2015.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Deze Sportagenda is in de Algemene Ledenvergadering (ALV) van NOC*NSF op 9 mei 2016 vastgesteld. http://www.nocnsf.nl/algemenevergadering.

X Noot
3

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
4

Kamerstuk 30 234, nr. 133

X Noot
5

De gesprekken vinden plaats tussen VWS, het Topteam Sport, de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO), het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO), het Nationaal Regieorgaan Praktijkgericht Onderzoek SIA (NRPO-SIA), Technologiestichting STW en ZonMw.

Naar boven