30 223
Wijziging van enige socialezekerheidswetten in verband met de beëindiging van de verzekeringsplicht van in het buitenland wonende uitkeringsgerechtigden

nr. 5
VERSLAG

Vastgesteld 12 oktober 2005

De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen. Onder het voorbehoud dat de hierin gestelde vragen en gemaakte opmerkingen voldoende zullen zijn beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel genoegzaam voorbereid.

Inhoudsopgaveblz.
  
Inleiding1
Inhoud wetsvoorstel2
Commentaren naar aanleiding van het wetsvoorstel4
Financiële gevolgen4

Inleiding

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van het voorliggende wetsvoorstel waarmee de verzekeringsplicht van in het buitenland wonende uitkeringsgerechtigden wordt beëindigd en de voorwaarden voor de vrijwillige verzekering met terugwerkende kracht worden herzien. Dit wetsvoorstel wordt aangepast aan Verordening (EEG) nr. 1408/71 waarop inmiddels een herziening is gekomen met Verordening nr. 883/2004, waarbij in ogenschouw genomen wordt dat Verordening (EG) nr. 883/2004 wellicht pas in 2008 in werking zal treden. Ook de uitspraak van het Hof van Justitie (EG) (hierna HvJ) inzake de zaak van Pommeren-Bourgondiën is hierin verwerkt. De leden van de CDA-fractie staan geheel achter het feit dat in Europees verband het woonlandprincipe geldt, hetgeen inhoudt dat Nederlandse ingezetenen in een ander EU-land op dezelfde wijze verzekerd zijn voor sociale zekerheid en gezondheidszorg als alle andere inwoners van dat land. En omgekeerd uiteraard als Europese onderdanen in Nederland komen wonen. Maar deze leden hebben ten aanzien van het voorliggende wetsvoorstel nog wel enige vragen.

De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorstel tot wetswijziging. De belangrijkste verandering die de regering met deze voorstellen voornemens is aan te brengen, is het laten vervallen van de verzekeringsplicht voor personen die in het buitenland wonen en langdurig een Nederlandse uitkering ontvangen. De regering wil de gevolgen van de uitspraak van het HvJ in de zaak Van Pommeren-Bourgondiën teniet doen en met deze voorstellen de betreffende personen alsnog onder de socialezekerheidswetgeving van het woonland laten vallen.

Deze leden kunnen zich vinden in het uitgangspunt dat vanaf 2006 het woonland de zorgplicht heeft over deze groep postactieven. De leden vinden het van belang dat er helderheid bestaat over de «zorgrelatie» tussen de Nederlandse overheid en de Nederlandse postactieven die elders in de Europese Unie woonachtig zijn. Het is echter de vraag of dit voorstel op onderdelen betrokkenen onevenredig benadeeld.

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het voorstel van wet tot wijziging van enige socialezekerheidswetten in verband met de beëindiging van de verzekeringsplicht van in het buitenland wonende uitkeringsgerechtigden en hebben hierbij enkele vragen.

De leden van de VVD-fractie vragen de regering hoe zij het feit ziet dat de Verordening (EG) nr. 883/2004 weliswaar op 20 mei 2004 in werking is getreden maar dat de toepassing naar verwachting niet eerder dan in het jaar 2008 zal zijn. Dit terwijl in 2005 de regering met een wijziging tot wet komt. De leden van de VVD-fractie vragen waarom deze wijziging reeds nu doorgevoerd dient te worden.

De leden van de SP-fractie stemmen in beginsel in met het beëindigen van de verzekeringsplicht. Zij vragen waarom als ingangsdatum 1 januari 2006 wordt gekozen en niet wordt gekozen voor de datum waarop Verordening (EG) nr. 883/2004 zal worden toegepast.

Inhoud wetsvoorstel

De leden van de CDA-fractie vragen hoe de regering staat tegenover het met terugwerkende kracht verplicht verzekeren van de groep postactieven die voor één deel van de sociale zekerheid in Nederland verzekerd waren, in de periode 2000 t/m 2005.

Lezen de leden van de CDA-fractie het goed dat het mogelijk maken van een vrijwillige Algemene Oudersdomswet (AOW) en Algemene nabestaandenwet (ANW) met aangepaste voorwaarden niet alleen met terugwerkende kracht geldt, maar ook na 1 januari 2006? Indien de aangepaste vrijwillige AOW- en ANW-verzekering na 1 januari 2006 blijft bestaan, kan de regering uiteenzetten hoeveel personen naar verwachting van deze mogelijkheid gebruik zullen maken en wat daarvan de budgettaire consequenties zijn? Wat zijn de gevolgen voor de niet-verplicht verzekerden in het buitenland indien de vrijwillige volksverzekeringen AOW en ANW opgeheven worden?

Wil de regering blijven bij zijn keuze om geen vrijwillige AWBZ-verzekering mogelijk te maken na 1 januari 2006? Kan de regering in dat verband toelichten of zij nog steeds van mening is dat er slechts weinig personen gebruik zullen maken van een vrijwillige AWBZ-verzekering nadat de nieuwe zorgverzekeringswet per 1 januari 2006 in werking is getreden? En blijft dit het argument om de vrijwillige volksverzekering AWBZ stop te zetten? Wat zijn de gevolgen voor de niet verplicht verzekerden in het buitenland bij het opheffen van de vrijwillige volksverzekering AWBZ?

Kan de regering beschrijven hoe de voorlichting ten aanzien van deze wijzigingen voor de in het buitenland wonende uitkeringsgerechtigden zal plaatsvinden?

In de Memorie van Toelichting wordt gesteld dat het schrappen van de resterende verplichte verzekeringsgrondslagen «hoofdzakelijk zonder verlies van aanspraken van betrokkenen» kan.

De leden van de PvdA-fractie zouden hier graag een toelichting op willen. Op welke aanspraken zal er wel sprake zijn van verlies en hoe groot is dit verlies en om hoeveel personen gaat het?

Daarnaast willen deze leden een overzicht ontvangen van de aantallen personen die binnen de Europese Unie woonachtig zijn naar uitkeringssoort en jaar van (re)emigratie.

De regering creëert in het onderhavige wetsvoorstel de mogelijkheid dat degenen op wie de voornoemde uitspraak van het HvJ van toepassing is zich vrijwillig kunnen verzekeren (AOW en/of ANW)over een periode in het verleden. De leden van de PvdA-fractie vragen de regering of de Nederlandse overheid niet sowieso zorgverplichtingen had tegenover deze postactieven omdat zij over die periode gedeeltelijk verplicht verzekerd waren in Nederland. Is een verplichte verzekering voor alle sociale zekerheidswetten daarmee niet meer op zijn plaats? Wat zijn de overwegingen van de regering hierbij?

In de huidige situatie betalen ge(re)migreerde betrokkenen verzekeringspremies voor een «lege» verzekering. De leden van de PvdA-fractie vragen hoe lang deze situatie al bestaat. Deze leden vragen de regering of zij de betaling van deze premies uit het verleden als onverschuldigd zien. Is de regering bereid de vrijwillige AOW/ANW-verzekeringen te restitueren?

Het Europese Hof van Justitie heeft bepaald dat de mogelijkheid voor ge(r)emigreerden tot het sluiten van een vrijwillige volksverzekering strijdt met artikel 39 EG-verdrag. Het onderhavige wetsvoorstel stelt alle betrokkenen op wie het Van Pommeren-Bourgondiën-arrest van toepassing is in de gelegenheid zich vrijwillig te verzekeren – tegen dezelfde voorwaarden als de voorwaarden voor de verplichte verzekering – over een periode in het verleden. In dit verband hebben de leden van de PvdA-fractie de volgende vragen. Komen degenen die de vrijwillige verzekering wél hebben afgesloten in aanmerking voor restitutie van, naar achteraf blijkt, teveel betaalde premies? Zo ja, worden initiatieven ondernomen om deze mensen actief op te sporen? Hoe luiden de instructies aan de Sociale Verzekeringsbank ten opzichte van claims van nabestaande partners of kinderen van onverzekerden in het buitenland? Wordt hen de mogelijkheid geboden tot naverzekering, waarna de over het verleden verschuldigde premies van de eerste uitkeringsbedragen worden afgehouden?

De leden van de PvdA-fractie vragen wat de visie van de regering is op de verantwoordelijkheid van Nederland – c.q. Nederlandse werkgevers – jegens mensen die na een bedrijfsongeval arbeidsongeschikt raken en die besluiten hun oudedag in het buitenland door te brengen? Deze personen bouwen dan immers geen AOW meer op, hetgeen effect heeft op hun inkomenspositie later. Kan de regering hierop reageren?

De UWV heeft aangegeven dat de grote herkeuringsoperatie van WAO-ers niet voor 1 januari 2006 zal zijn afgerond. Deelt de regering de mening dat voor personen die terug willen keren naar Nederland, na een verlaging of beëindiging van hun WAO uitkering, er een probleem ontstaat daar zij geen recht meer hebben op een WW uitkering? Is de regering voornemens maatregelen te treffen om dit op te lossen?

Lidstaten hebben de bevoegdheid om hun stelsel van sociale zekerheid naar eigen inzicht in te richten, zolang het gemeenschapsrecht en met name de vrije verkeersbepalingen worden geëerbiedigd. Graag zouden de leden van de PvdA-fractie inzicht verkrijgen in de wijze waarop de andere Europese lidstaten hun sociale zekerheidsstelsels hebben vormgegeven op dit punt, met name daar waar het gaat om de postactieven die zich elders binnen de gemeenschap vestigen.

De leden van de PvdA-fractie vragen of er met de beëindiging van de algemene verzekeringsplicht ook de verplichte heffing van de Nederlandse zorgbijdragen zal stoppen? Indien dit niet het geval is vernemen deze leden graag waarom dit het geval is, daar deze personen geen recht hebben op enige vorm van medische zorg in Nederland. Is de regering bereid deze groep postactieven de mogelijkheid te geven om zich in Nederland medisch te laten behandelen? Zo neen, waarom niet?

Daarnaast vragen de leden van de PvdA-fractie hoe het onderhavige wetsvoorstel past binnen het gevoerde beleid ten aanzien van het bevorderen van het vrije verkeer binnen Europa. In hoeverre zullen deze maatregelen hieraan bijdragen of zal er een remmende werking op het vrije verkeer vanuit gaan?

De leden van de VVD-fractie vragen wat er gebeurt met de verzekerde na de periode van 10 jaar die mogelijk is voor de vrijwillige verzekering.

Ook willen de leden van de VVD-fractie van de regering vernemen hoe de communicatie richting Nederlanders overal ter wereld die deze wijziging aangaat zal plaatsvinden.

De leden van de SP-fractie vragen waarom niet wordt gekozen voor het met terugwerkende kracht verplicht verzekeren voor AOW/ANW zonder heffing van premies als de definitieve belastingaanslag is vastgesteld en met teruggave van vrijwillig betaalde premies. Wordt op deze wijze niet beter recht gedaan aan herstel van de zorgplicht die het gevolg is van het zogenoemde arrest Van Pommeren-Bourgondien?

Commentaren naar aanleiding van het wetsvoorstel

De leden van de CDA-fractie vragen of de regering kan toelichten of het artikel in het wetsvoorstel, dat het mogelijk maakt dat het UWV gegevens van de Belastingdienst doorlevert aan private instanties, aan het college Bescherming Persoonsgegevens (CBP) is voorgelegd. Zo, ja wat was het standpunt van het CBP in dezen? Zo neen, waarom is dit niet voorgelegd? Is de regering voornemens om dit artikel nog aan het CBP voor te leggen?

De regering stelt met deze voorstellen in de regelgeving te anticiperen op de vervanging van Verordening (EEG) nr. 1408/71 door Verordening (EG) nr. 883/2004. De leden van de PvdA-fractie vragen of kan worden uiteengezet of andere lidstaten dit ook doen. Ontstaat – indien dit niet het geval is – het risico van niet meer op elkaar aansluitende stelsels, waardoor nieuwe gaten in de bescherming van deze groep ontstaan? Is het UWV (afdeling Internationaal) op dit punt om een uitvoerbaarheidstoets gevraagd? Indien dit inderdaad het geval is, vernemen deze leden graag hoe de uitkomst luidde. Voorzag het UWV (afdeling Internationaal) hier complicaties en zo ja, welke? Indien de UWV niet hierom is gevraagd, vernemen de leden graag of de regering bereid is dit alsnog te doen. Heeft de regering de FNV en het CNV ook om een reactie gevraagd?

Financiële gevolgen

De leden van de CDA-fractie vragen of de regering ook kan toelichten wat de budgettaire consequenties van de vrijwillige AWBZ-verzekering zijn geweest in de periode 2000–2005 en wat naar zijn verwachting de budgettaire consequenties voor een vrijwillige AWBZ-verzekering na 1 januari 2006 dan zouden zijn.

Is niet kiezen voor een vrijwillige AWBZ-verzekering wel consequent in relatie tot het wel mogelijk maken van een vrijwillige AOW- en ANW-verzekering?

Wat vindt de regering van het behouden van het keuzerecht om (ziekenhuis)behandelingen in Nederland te continueren voor postactieven, die via de coördinatieverordening Verordening (EEG) nr. 1408/71 in hun woonland verzekerd worden?

De leden van de SP-fractie vragen waarom voor de periode 2000–2005 wordt gekozen een aangepaste vrijwillige verzekering voor AOW/ANW aan te bieden. Welke kosten zijn daar voor betrokkenen mee gemoeid? Is het reëel om te veronderstellen dat van dit aanbod op ruime schaal gebruik zal worden gemaakt?

De voorzitter van de commissie,

Smits

Adjunct-griffier van de commissie,

Post


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Noorman-den Uyl (PvdA), Bakker (D66), de Vries (VVD), de Wit (SP), van Gent (GL), Verburg (CDA), Hamer (PvdA), Bussemaker (PvdA), Vendrik (GL), Mosterd (CDA), Smits (PvdA), voorzitter, Örgü (VVD), Weekers (VVD), Rambocus (CDA), Ferrier (CDA), ondervoorzitter, Huizinga-Heringa (CU), Varela (LPF), Eski (CDA), Koomen (CDA), Smeets (PvdA), Douma (PvdA), Stuurman (PvdA), Kraneveldt (LPF), Hirsi Ali (VVD), Van der Sande (VVD), Vacature (algemeen), Vacature (algemeen).

Plv. leden: Depla (PvdA), Koser Kaya (D66), Blok (VVD), Kant (SP), Halsema (GL), Smilde (CDA), Verbeet (PvdA), Timmer (PvdA), Azough (GL), Omtzigt (CDA), Adelmund (PvdA), Vacature (algemeen), Visser (VVD), Algra (CDA), Vietsch (CDA), Van der Vlies (SGP), Hermans (LPF), Van Oerle-van der Horst (CDA), Van Dijk (CDA), Van Dijken (PvdA), Blom (PvdA), Kalsbeek (PvdA), Van As (LPF), Aptroot (VVD), Van Egerschot (VVD), Vacature (algemeen), Hessels (CDA).

Naar boven