30 210
Wijziging van de Wet personenvervoer 2000 in verband met de aanbestedingsverplichting in het openbaar vervoer, een daarbij behorend ontheffingenregime en enkele andere wijzigingen

nr. 4
VERSLAG

Vastgesteld 3 oktober 2005

De vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat1, belast met het voorbereidend onderzoek, brengt als volgt verslag uit van haar bevindingen omtrent dit wetsvoorstel. Onder het voorbehoud dat de regering de in dit verslag opgenomen vragen en opmerkingen afdoende beantwoordt, acht de commissie de openbare behandeling voldoende voorbereid.

Algemeen

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van de voorgestelde wijziging van de Wet personenvervoer 2000 (Wp 2000) en kunnen deze wijziging ook steunen. Wel dringen de leden van de VVD-fractie aan op een spoedig indienen van de aanvullende wetswijziging met betrekking tot de aanbestedingsverplichtingen van de diverse GVB's.

De leden van de SP-fractie hebben met interesse kennis genomen van de wijziging van Wp 2000. Aangezien Wp 2000 niet op steun van de SP kan rekenen, zijn aanpassingen hierin vaak welkom. Het verlengen van de concessieduur, de latere inwerkingtreding van de aanbestedingsverplichting en de ontheffingsmogelijkheden van deze verplichting worden door de leden van de SP-fractie gesteund. Op 2 punten hebben deze leden nog wel bedenkingen.

De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben met belangstelling kennis genomen van het voorliggende wetsvoorstel. Zij kunnen het voorstel op hoofdlijnen onderschrijven. Zij willen de regering enkele vragen voorleggen over de inhoud, onder andere over de voorgestelde reciprociteitsbepaling.

Deze leden verzoeken de regering aan te geven welke andere voorstellen tot wijziging van de Wp 2000 op korte termijn nog meer zijn te verwachten. In dit verband informeren zij naar de beoogde aanpassing van de personeelsparagraaf en van artikel 61, waarvan melding wordt gemaakt in de brief van 27 september.

Europese uitgangspunten

De leden van de fractie van de ChristenUnie informeren naar de stand van zaken met betrekking tot de nieuwe verordening betreffende het openbaar vervoer per spoor en over de weg. Welke gevolgen zou de tekst van het huidige concept hebben voor ons nationale beleid? Wil de minister de Kamer informeren over haar standpunt terzake in Brussel?

Aanbestedingsverplichting

De leden van de SP-fractie verwonderen zich erover dat de aanbestedingsverplichting in deze wetswijziging staat. Aangezien er veel discussie mogelijk is over de kwalitatieve gevolgen van openbaar aanbesteden is een aanbestedingsverplichting voorbarig en mogelijk zelfs onterecht. Bovendien doet een aanbestedingsverplichting geen recht aan het uitgangspunt van decentralisatie aangezien door de verplichting decentrale overheden aanzienlijk minder mogelijkheden hebben. De leden van de SP-fractie verzoeken de minister dan ook om deze verplichting uit de wet te halen.

De leden van de fractie van de ChristenUnie hebben er kennis van genomen dat het in beginsel de bedoeling is dat een ontheffing van de aanbestedingsverplichting tijdelijk wordt verleend (pag. 9 memorie van toelichting). Moet uit de toevoeging van de woorden «in beginsel» worden afgeleid dat de ontheffing ook permanent kan worden verleend? Kan dit nader worden toegelicht?

Reciprociteit

De leden van de SP-fractie merken op dat over de eerlijke concurrentie ook veel te zeggen valt. Nederland lijkt met haar strenge beleid zichzelf in een nadelige concurrentiepositie te zetten. Europa moet de invulling van haar uitgangspunten nog bepalen, maar Nederland doekt ondertussen haar nationale vervoerders al op. Door de reciprociteitbepaling die nu in het voorliggende wetsvoorstel staat, zal het aantal nationale vervoersbedrijven nog verder verminderen. Dit is een ongewenst gevolg van deze wet. De leden van de SP-fractie verzoeken de minister dan ook om ook nationale bedrijven met een gesloten thuismarkt mee te laten dingen naar een concessie, op voorwaarde dat er duidelijke schotten zitten tussen de verschillende markten waarop het bedrijf actief is. Op die manier wordt de nadelige concurrentiepositie van de Nederlandse bedrijven hopelijk opgeheven.

Door de voorgestelde reciprociteitsbepaling moet worden voorkomen dat GVB'en die opereren in een beschermde markt meedoen aan aanbestedingen in andere concessiegebieden. De leden van de fractie van de ChristenUnie juichen het toe dat de regering op deze wijze streeft naar een eerlijke marktwerking. Zij informeren of de regering kan garanderen dat met de voorgestelde formulering situaties als met HTM en Novio onmogelijk worden gemaakt. Of is een nadere aanpassing van artikel 61, zoals aangekondigd in de brief van de minister van 27 september, daartoe een noodzakelijke aanvulling?

Tot slot zeggen de leden van de SP-fractie niet te snappen waarom de minister als nieuwe beleidskader voor de Wp 2000 de Nota Mobiliteit gaat hanteren, terwijl deze nota nog niet door de Kamer is vastgesteld. Deze leden verzoeken de minister dan ook om te handelen naar de uitgangspunten zoals verwoord in het Structuurschema Verkeer en Vervoer (SVV-2).

De leden van de fractie van de ChristenUnie vragen of er – aanvullend op de brief van 27 september – nieuwe ontwikkelingen zijn te melden naar aanleiding van de gesprekken die de minister heeft gehad met Stadsgewest Haaglanden, HTM, het KAN, Nijmegen en Novio.

De voorzitter van de commissie,

Atsma

De griffier van de commissie,

Roovers


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Duivesteijn (PvdA), Dijksma (PvdA), Hofstra (VVD), Ondervoorzitter, Atsma (CDA), Voorzitter, Van Gent (GL), Timmermans (PvdA), Van Bommel (SP), Van der Staaij (SGP), Depla (PvdA), Van As (LPF), Mastwijk (CDA), Duyvendak (GL), Koopmans (CDA), Gerkens (SP), Bruls (CDA), Van Lith (CDA), Van der Ham (D66), Haverkamp (CDA), Boelhouwer (PvdA), De Krom (VVD), Verdaas (PvdA), Hermans (LPF), Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD), Van Hijum (CDA), Roefs (PvdA), Van der Sande (VVD) en Lenards (VVD).

Plv. leden: Heemskerk (PvdA), Samsom (PvdA), Snijder-Hazelhoff (VVD), Hessels (CDA), Vos (GL), Smeets (PvdA), Vacature (algemeen), Slob (CU), Waalkens (PvdA), Herben (LPF), Van Winsen (CDA), Halsema (GL), Jager (CDA), Vergeer (SP), Ten Hoopen (CDA), Van Haersma Buma (CDA), Bakker (D66), De Pater-van der Meer (CDA), Van Dam (PvdA), Van Beek (VVD), Dubbelboer (PvdA), Van den Brink (LPF), Luchtenveld (VVD), Buijs (CDA), Van Dijken (PvdA), Szabó (VVD) en Aptroot (VVD).

Naar boven