nr. 8
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 16 december 2005
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 14 komt te luiden:
Artikel 14
Artikel 7 van de Woningwet wordt als volgt gewijzigd:
1. Onder vernummering van het zesde lid tot achtste lid worden na
het vijfde lid twee leden ingevoegd, luidende:
6. In een geval als bedoeld in het eerste lid, dat betrekking heeft
op een tunnel in het trans-Europese wegennet die langer is dan 500 meter kan
Onze Minister de in het eerste lid bedoelde ontheffing slechts verlenen indien
dat noodzakelijk is voor het toepassen van innovatieve veiligheidsvoorzieningen
of innovatieve veiligheidsprocedures, en de in artikel 14 van richtlijn nr.
2004/54/EG van het Europees parlement en de Raad van de Europese Unie van
29 april 2004 inzake minimumveiligheidseisen voor tunnels in het trans-Europese
wegennet (PbEU L 167, gerectificeerd in PbEU L 201) voorgeschreven procedure
is doorlopen en op grond daarvan van rechtswege toestemming is verkregen of
door de Europese Commissie toestemming is verleend.
7. In een geval als bedoeld in het zesde lid verzoekt de tunnelbeheerder,
bedoeld in de Wet aanvullende regels veiligheid wegtunnels, aan Onze Minister
om de ontheffing als bedoeld in het eerste lid niet te verlenen dan nadat
het voornemen daartoe aan de Europese Commissie is voorgelegd.
2. Het achtste lid (nieuw) komt te luiden:
8. Het eerste, derde, vierde, zesde en zevende lid zijn van overeenkomstige
toepassing indien voor het bouwen geen bouwvergunning is vereist.
Toelichting
Artikel 14 van de richtlijn inzake minimumveiligheidseisen voor tunnels
in het trans-Europese wegennet maakt het mogelijk innovatieve veiligheidsvoorzieningen
te installeren en te gebruiken of innovatieve veiligheidsprocedures
te gebruiken die een gelijkwaardig of hoger beschermingsniveau bieden dan
in deze richtlijn voorgeschreven technologieën. Ter implementatie van
deze bepaling bevat artikel 12 van het wetsvoorstel zoals dat oorspronkelijk
bij de Tweede Kamer is ingediend, voorschriften over de procedure die gevolgd
moet worden indien wordt afgeweken van eisen van de richtlijn. Bij uitwerking
van de voorschriften op amvb-niveau is gebleken dat hiervan in de praktijk
alleen sprake zal zijn op het terrein van de bouwregelgeving. Om deze reden
ligt het voor de hand de desbetreffende procedurevoorschriften een plaats
te geven in de bouwregelgeving en niet in de onderhavige wet. Dit is gebeurd
met de eerste nota van wijziging. Met deze tweede nota van wijziging wordt
beter recht gedaan aan het systeem van artikel 7 van de Woningwet.
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
K. M. H. Peijs