nr. 7
NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 15 november 2005
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 12 vervalt.
B
De artikelen 13 en 14 worden vernummerd tot 12 en 13.
C
Na artikel 13 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 14
Artikel 7 van de Woningwet wordt als volgt gewijzigd:
1. Na het vijfde lid worden twee leden ingevoegd, luidende:
6. Indien het experiment, bedoeld in het eerste lid, zal worden uitgevoerd
in een wegtunnel in het trans-Europese wegennet die langer is dan 500 m
en door dat experiment wordt afgeweken van de eisen van richtlijn nr. 2004/54/EG
van het Europees parlement en de Raad van de Europese Unie van 29 april
2004 inzake minimumveiligheidseisen voor tunnels in het trans-Europese wegennet
(PbEU L 167, gerectificeerd PbEu L 201) kan Onze Minister uitsluitend
met dat experiment instemmen indien die afwijking nodig is voor het toepassen
van innovatieve veiligheidsvoorzieningen of innovatieve veiligheidsprocedures,
en:
a. de in artikel 14, eerste tot en met vierde lid, van genoemde richtlijn
voorgeschreven procedure is doorlopen en op grond daarvan van rechtswege toestemming
voor de afwijking is verkregen, of
b. de in artikel 14, eerste tot en met vijfde lid, van die richtlijn
voorgeschreven procedure is doorlopen en op grond daarvan door de Europese
Commissie toestemming voor de afwijking is verleend.
7. Indien voor uitvoering van het experiment toestemming als bedoeld
in het zesde lid is vereist, verzoekt de tunnelbeheerder bij zijn verzoek
als bedoeld in het eerste lid Onze Minister tevens om bij de Europese
Commissie een aanvraag tot afwijking van de desbetreffende eis van de richtlijn
in te dienen.
2. Onder vernummering van het zesde lid tot het achtste lid komt
het achtste lid als volgt te luiden:
8. Het eerste, derde, vierde, zesde en zevende lid zijn van overeenkomstige
toepassing indien voor het bouwen geen bouwvergunning is vereist.
Toelichting
Artikel 14 van richtlijn nr. 2004/54/EG van het Europees parlement en
de Raad van de Europese Unie van 29 april 2004 inzake minimumveiligheidseisen
voor tunnels in het trans-Europese wegennet (PbEU L 167, gerectificeerd
PbEu L 201) maakt het mogelijk innovatieve veiligheidsvoorzieningen te
installeren en te gebruiken of innovatieve veiligheidsprocedures te gebruiken
die een gelijkwaardig of hoger beschermingsniveau bieden dan de in de richtlijn
voorgeschreven actuele technologieën. Ter implementatie van deze bepaling
bevatte artikel 12 van het wetsvoorstel zoals dat oorspronkelijk bij de Tweede
Kamer is ingediend, voorschriften over de procedure die gevolgd dient te worden
indien wordt afgeweken van eisen van de richtlijn. Bij de uitwerking van voorschriften
op amvb-niveau is naar voren gekomen dat de desbetreffende procedure in de
praktijk alleen aan de orde zal zijn op het terrein van de bouwregelgeving.
Het ligt dan ook in de rede de desbetreffende procedurevoorschriften een plaats
te geven in de bouwregelgeving en niet in de onderhavige wet. Met deze Nota
van wijziging wordt dit op wetsniveau bereikt door het oorspronkelijke artikel
12 uit het wetsvoorstel te schrappen (onderdeel A) en de bestaande experimentbepaling
in artikel 7 van de Woningwet aan te passen (onderdeel C). Onderdeel B van
deze Nota van wijziging bevat een daarmee samenhangende technische aanpassing
van het wetsvoorstel (vernummering).
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
K. M. H. Peijs