Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2004-2005 | 30206 nr. 2;B |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2004-2005 | 30206 nr. 2;B |
Vastgesteld 14 april 2005
Van 12–15 maart 2005 vond in Cairo, Egypte, de eerste plenaire vergadering plaats van de Euro-Mediterrane Parlementaire Assemblee (EMPA)1. De plenaire zitting op maandag 14 en dinsdag 15 maart werd voorafgegaan door bijeenkomsten van de drie commissies (politiek, cultureel en economisch) op zaterdag 12 maart, door de politieke commissie werd nog een extra vergadering ingelast op zondag 13 maart. Het volledige programma van de bijeenkomst in Cairo is bij dit verslag gevoegd. Namens de Staten-Generaal waren de leden Kathleen Ferrier (Tweede Kamer, CDA, lid culturele commissie) en Uri Rosenthal (Eerste Kamer, VVD, lid politieke commissie) aanwezig.
Tijdens het plenaire debat op maandag waren de belangrijkste onderwerpen van discussie de concept resoluties van de drie EMPA commissies. Hoewel uitvoerig besproken op zaterdag en – in het geval van de politieke commissie ook zondag – kwam een aantal controversiële amendementen weer volop ter sprake. Deze betroffen de volgende zaken:
• de oprichting van een Euro-Mediterranean Development Bank om de FEMIP (Facility for Euro-Mediterranean Investment and Partnership) fondsen te beheren waar nu de Europese Investeringsbank (EIB) verantwoordelijk voor is
• de kwestie Cyprus
• de rol van de EU in de mediterrane partnerlanden waar het bijvoorbeeld verkiezingswaarneming betreft
Daarnaast werd er gediscussieerd over de taakverdeling tussen de commissies en de werkwijze van de EMPA in het algemeen.
De oprichting van een Euro-Mediterranean Development Bank
Het voorstel om een Euro-Mediterranean Development Bank op te richten was op twee manieren controversieel. Ten eerste zetten vooral de Europese leden van de Assemblee vraagtekens bij het nut en de efficiëntie van de oprichting van een dergelijk nieuw instituut, dat bovendien weer gehuisvest moet worden en een staf moet krijgen, terwijl de EIB de FEMIP fondsen op zorgvuldige wijze beheert. Daarnaast merkte onder andere de Franse delegatie op dat de politieke commissie, door dit onderwerp in haar resolutie op te nemen, zich op het terrein begaf van de economische commissie en dat op deze manier de politieke commissie dominant dreigde te worden. Uiteindelijk is er in de resolutie van de economische commissie een compromistekst opgenomen waarin opgeroepen wordt tot de instelling van een werkgroep die moet onderzoeken of het nuttig zou zijn om een dergelijke Bank op te richten en zo ja, wat de voorwaarden daartoe zouden moeten zijn.
In de resolutie van de politieke commissie stond een verwijzing naar de deling van het eiland Cyprus en werd een beroep gedaan op de commissie om toezicht te houden op de ontwikkelingen aldaar. Turkije wilde deze tekst verwijderd zien, onder andere op basis van het argument dat deze kwestie overgelaten diende te worden aan de Verenigde Naties. Cyprus stelde dat de tekst in de resolutie in feite al een compromis was, de delegatie had liever stelliger verkondigd zien dat Turkije een illegale bezetter was op het eiland. Uiteindelijk is de tekst blijven staan, een meerderheid van de Assemblee stemde tegen het Turkse amendement.
De rol van de EU in de mediterrane partnerlanden waar het bijvoorbeeld verkiezingswaarneming betreft
In de resolutie van de politieke commissie werd verwezen naar de komende verkiezingen in Libanon en werden de Europese lidstaten opgeroepen om er verkiezingswaarnemers heen te sturen. Dit leidde tot hevige discussie, daar een merendeel van de Arabische landen van mening was dat dit ongeoorloofde inmenging in interne politieke aangelegenheden behelsde. Hierop stelde de Zweedse delegatie dat de Mediterrane partnerlanden evenzeer welkom waren als waarnemers bij hun parlementsverkiezingen in 2006, maar dit hielp weinig. De compromistekst die werd aangenomen luidde dat er wellicht door Libanon verkiezingswaarnemers uitgenodigd zouden worden.
Taakverdeling tussen de commissies en werkwijze EMPA in het algemeen
Zoals eerder gesteld ontstond er enige bezorgdheid over een toenemende ongelijkheid tussen de commissies, nu bleek dat de politieke commissie toch wel veel zaken naar zich toe trok. Verder was er veel commentaar, vooral vanuit de Europese delegaties en met name vanuit de delegatie van het Europees Parlement, op de werkwijze van de Assemblee. Deze werd weinig efficiënt gevonden, zo werd een aantal discussies steeds weer overgedaan en begon de vergadering steevast een uur of meer te laat, onder andere vanwege extra tête-à-têtes van het Bureau die ad hoc werden ingelast. Wellicht dat de wisseling van het voorzitterschap (na de vergadering in Cairo is de hamer overgegaan naar het Europees Parlement) hier verandering in zal brengen. De Nederlandse leden zijn overigens kritisch over de rol van de delegatie van het Europees Parlement. De delegatie is erg omvangrijk en zowel de manier van optreden als de inhoudelijke bijdrage van een aantal leden is niet erg constructief. De delegatie heeft bij de overige leden van de Assemblee nogal eens voor verwarring en irritatie gezorgd.
Verder kwam in vele bijdragen het Arabisch-Israëlische conflict ter sprake. Daarbij liepen de antwoorden op de schuldvraag nogal uiteen, maar over het feit dat het conflict een zeer destabiliserende invloed heeft op de gehele regio was iedereen het eens. Ook waren alle delegaties er van overtuigd dat de onderhandelingen tussen de verschillende partijen door moeten gaan. Voorzitter Egypte benadrukte de constructieve rol die het land speelt in het vredesproces en noemde daarbij als voorbeeld de topontmoeting tussen de Palestijnse president Mahmoud Abbas en de Israëlische premier Sharon in Sharm El Sheikh op 8 februari 2005. Tijdens de bijeenkomst van de EMPA kwamen in Cairo de belangrijkste Palestijnse milities bovendien een tijdelijk staakt-het-vuren (Tahidiyeh) overeen.
In de bijdragen van de gastsprekers werd op maandagochtend voorts gerefereerd aan een drietal andere belangrijke onderwerpen:
• de ontwikkelingen in het kader van het Europees Nabuurschapsbeleid (European Neighbourhood Policy, ENP)
• de oprichting van de Anna Lindh Euro-Mediterranean Foundation for Dialogue between Cultures and Civilizations (ALF)
• de strijd tegen de proliferatie van massavernietigingswapens
De ontwikkelingen in het kader van het Europees Nabuurschapsbeleid (European Neighbourhood Policy, ENP)
Er was bij de Mediterrane partnerlanden enige bezorgdheid te bespeuren over het Europees Nabuurschapsbeleid (ENP), men leek te vrezen dat dit nieuwe Europese programma in de plaats zou komen van het Barcelona-proces. Door iedere spreker werd evenwel benadrukt dat het ENP complementair is aan de samenwerking met de Mediterrane partners en geenszins van groter belang wordt geacht. De doelstellingen van het ENP komen ook voor een groot deel overeen met die van het Barcelona-proces, namelijk om een regio van veiligheid, welvaart en vrijhandel te creëren. Daarbij moet aandacht uitgaan naar zowel democratie en mensenrechten als duurzame ontwikkeling en milieukwesties.
De oprichting van de Anna Lindh Euro-Mediterranean Foundation for Dialogue between Cultures and Civilizations (ALF)
Directeur Schöfthaler gaf een korte uiteenzetting van de doelstellingen van het ALF. Het fonds zet zich in voor dialoog en samenwerking tussen mensen uit verschillende culturen, waarbij onderwijs en respect voor mensenrechten een grote rol spelen. Volgens Schöfthaler «is culturele diversiteit even belangrijk voor de mensheid als biodiversiteit dat is voor de natuur» en wil het ALF mensen stimuleren om zaken van verschillende kanten te bekijken. Het ALF heeft beperkte middelen en moet ook niet gezien worden als financieringsorganisatie, de waarde van het fonds moet vooral liggen in het ondersteunen en stimuleren van verschillende samenwerkingsverbanden.
De strijd tegen de proliferatie van massavernietigingswapens
Door verschillende Arabische sprekers werd gesteld dat de strijd tegen de proliferatie van massavernietigingswapens ook in de Euro-Mediterrane regio een zeer actuele kwestie was. De Israëlische opstelling in deze kwestie werd door hen sterk bekritiseerd
Op dinsdagochtend werden de resoluties van de commissies en de amendementen daarop in stemming gebracht in de plenaire vergadering. Ondanks de nogal chaotische gang van zaken nam de Assemblee uiteindelijk de drie commissieresoluties aan. Bij dit alles zij overigens opgemerkt dat de Voorzitter zich veel vrijheid permitteerde bij het interpreteren van het Reglement van Orde. Zo was om 12:40 (40 minuten na het oorspronkelijk voorziene einde van de vergadering) in ieder geval binnen de Europese tak van de Assemblee het vereiste quorum niet meer aanwezig1. Desalniettemin besloot de Voorzitter dat de stemmingen door konden gaan omdat er aan het begin van de vergadering wel een quorum was geweest. Verder was de stemprocedure niet helemaal doorzichtig; er werd bij handopsteken gestemd en de indruk ontstond af en toe dat niet alleen parlementariërs maar ook stafleden hun handen opstaken. Hoe er onderscheid werd gemaakt tussen de verschillende personen in de zaal bleef onduidelijk. Stemmen per delegatie zou evenwel zeer moeilijk zijn om in te voeren vanwege de uiteenlopende posities binnen de (grote) delegatie van het Europees Parlement.
Wegens het uitlopen van de vergadering is de discussie over de resoluties van de economische en culturele commissie, zowel als het debat over de resolutie van de plenaire assemblee, voortgezet na vertrek van deze delegatie. Bij dit verslag zijn wel de uiteindelijk aangenomen teksten van de resoluties gevoegd.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-30206-2.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.