30 201
Wijziging van de Warenwet om een tijdelijke mogelijkheid te creëren om private toezichthouders aan te wijzen, alsmede tot intrekking van de Vleeskeuringswet

nr. 6
NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Ontvangen 11 oktober 2005

Met belangstelling heb ik kennisgenomen van de reacties van de CDA-fractie op het wetsvoorstel. In het hiernavolgende zal ik mede namens de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit ingaan op de vragen en opmerkingen van de leden van die fractie.

De leden van de CDA-fractie merken terecht op dat het hier gaat om algemene normen voor voedselveiligheid die betrekking hebben op de hygiëne. De leden vragen naar de impact van de nieuwe regels voor de bestaande wetgeving voor wat betreft de vleeskeuring.

De kamer is bij brief van 22 juni 2005 (Kamerstukken II 2004/05, 29 279/26 991, nr. 26) in kennis gesteld van de gewijzigde verantwoordelijkheidsverdeling tussen VWS en LNV rond de voedselveiligheid. In die brief is uiteengezet dat de thans nog gedeelde verantwoordelijkheid voor de vleeskeuring bij LNV komt te liggen. Die nieuwe verantwoordelijkheidsverdeling zal, gelijk met de inwerkingtreding van de hygiëneverordeningen, met ingang van 1 januari 2006 zijn beslag krijgen. De krachtens de Vleeskeuringswet geregelde materie is grotendeels ondergebracht in bijlage III, secties I tot en met IV van verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PbEU L 139 en L 226) en in artikel 5 van verordening (EG) nr. 854/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke voorschriften voor de organisatie van officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (PbEU L 139 en L 226).

De impact voor de nationale regelgeving met betrekking tot de vleeskeuring is de volgende. Net als andere EG-verordeningen zijn de hier bedoelde verordeningen verbindend in al hun onderdelen en rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat van de Europese Unie. Het is daarom niet noodzakelijk en zelfs niet toegestaan deze verordeningen om te zetten in nationale wetgeving. Daar waar de nationale regelgeving regels stelt met betrekking tot onderwerpen waarin ook de verordeningen voorzien, moet de nationale regelgeving daarop worden aangepast. Wel is het, om overtreding van die voorschriften uit de verordeningen ook na 1 januari 2006 te kunnen blijven bestraffen, noodzakelijk om deze op nationaal niveau aan te wijzen als strafbaar of beboetbaar feit. Dat zal gebeuren in het kader van de landbouwwetgeving. De benodigde aanpassingen zullen met de inwerkingtreding van de verordeningen van kracht worden. Momenteel is de VWA op grond van artikel 31 van de Vleeskeuringswet als toezichthouder aangewezen. Omdat die wet met ingang van 1 januari 2006 komt te vervallen, vervalt ook die aanwijzing. Omdat de vleeskeuring met ingang van 1 januari 2006 een plek zal krijgen in de landbouwwetgeving, zal ook de aanwijzing van de VWA met ingang van die datum in het kader van die wetgeving plaatsvinden. Vooralsnog zal op grond van artikel 19 van de Landbouwwet door middel van een ministeriële regeling uitvoering worden gegeven aan de hygiëneverordeningen voor de vleesregelgeving. Krachtens artikel 48a van de Landbouwwet is reeds voorzien in de aanwijzing van de VWA als toezichthouder voor de bij of krachtens die wet gestelde regels.

De leden van de CDA-fractie vragen zich vervolgens af wat de implementatie van verordening (EG) 852/2004 en 853/2004 voor gevolgen heeft voor het wederverkopen van vlees, en of de nationale en Europese wetgeving wederverkoop van ambachtelijke vleeswaren toestaan.

De Europese en Nederlandse regels bevatten thans geen verbod inzake de wederverkoop (detailhandel) van ambachtelijke vleeswaren. Ook na 1 januari 2006 blijft de verhandeling daarvan toegestaan, onder de door de Europese Unie gestelde voorwaarde dat die vleeswaren veilig zijn en correct geëtiketteerd. Deze regels zijn te vinden in verordening (EG) 852/2004 (vanaf 1 januari 2006) onderscheidenlijk het Warenwetbesluit Etikettering van levensmiddelen. Verordening (EG) 853/2004 is niet van toepassing op de detailhandel, en dus ook niet op het wederverkopen van vlees.

De leden van de CDA-fractie vragen zich af of hun inschatting juist is dat de wetgeving zoals die op dit moment in Nederland geldt, het mogelijk maakt dat een slager aan eindverbruikers levert zonder aan alle eisen qua etikettering te moeten voldoen.

Deze inschatting is juist. De verordeningen (EG) 852/2004 en 853/2004 hebben geen betrekking op de etikettering van levensmiddelen, en dus ook niet op de etikettering van vlees. In dat opzicht verandert er vanaf 1 januari 2006 dus niets. Dat betekent dat de algemene etiketteringsregels van toepassing blijven (richtlijn 2000/13/EG, in Nederland omgezet in het Warenwetbesluit Etikettering van levensmiddelen). Op basis van die regels geldt bij verkoop in winkels van niet-voorverpakte levensmiddelen aan de eindverbruiker, een verlicht etiketteringsregime (aldus de artikelen 25, 26 en 27 van het Warenwetbesluit Etikettering van levensmiddelen). Bij onverpakte levensmiddelen volstaat, precies zoals nu het geval is, een bord of kaart met informatie bij het verkoopschap. De slager die in zijn winkel niet-voorverpakte vleeswaren levert aan eindverbruikers, hoeft dus niet aan etiketteringsregels te voldoen. Wél voorverpakte vleeswaren moeten evenwel van een volledige etikettering zijn voorzien.

De laatste vraag van de leden van de CDA-fractie betreft de wederverkoop van ambachtelijke vleeswaren aan iemand die verder verspreidt. Deze wederverkoop is toegestaan. Aangezien bij deze wederverkoop niet geleverd wordt aan de eindverbruiker, geldt ook hier een verlicht etiketteringsregime (artikel 26 van het Warenwetbesluit Etikettering van levensmiddelen: alleen de aanduiding en de productiepartij moeten worden vermeld op de verpakking, de recipiënt of op de handelsdocumenten). Deze regels gelden in de gehele Europese Unie.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

J. F. Hoogervorst

Naar boven