30 198
Wijziging van de arbeidsongeschiktheidswetten in verband met verlaging van de leeftijdsgrens voor de eenmalige herbeoordelingen

nr. 5
VERSLAG

Vastgesteld 30 september 2005

De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid¹, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen. Onder het voorbehoud dat te hierin gestelde vragen en gemaakte opmerkingen voldoende zullen zijn beantwoord, acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel genoegzaam voorbereid.

Algemeen

De leden van de PvdA-fractie hebben kennis genomen van het wetsvoorstel. Zij stemmen in met de verlaging van de leeftijdsgrens, maar blijven van mening dat de gehele verscherpte eenmalige herbeoordeling overbodig is en mensen onnodig in de problemen brengt. Wel hebben de leden van de PvdA-fractie nog enkele vragen.

De leden van de PvdA-fractie hebben vernomen dat ook uit de leeftijdscohort 50–55 jaar mensen volgens strengere regels worden gekeurd. Kan de regering garanderen dat voor deze groep geen herkeuring volgens het aangepaste schattingsbeluit plaatsvindt? Waren er tussen 1 oktober 2004 en het najaarsakkoord van deze groep al mensen herkeurd? Zo ja, is dit in alle gevallen gecorrigeerd?

De leden van de PvdA-fractie zijn benieuwd hoe het nu precies zit met de leeftijdscohort 50–55 jaar. Eerst was het de bedoeling dat zij wel werden gekeurd, toen weer niet. Hoe wil de regering voor deze groep beleid ontwikkelen? Er zou beleid komen gericht op de meest kansrijke. De leden van de PvdA-fractie vragen wat hier de stand van zaken is. Is de regering bereid voor deze groep bijvoorbeeld een no-riskpolis in voeren? Welke instrumenten is de regering van plan in te gaan zetten die er voor zorgen dat werkgevers eerder bereid zijn mensen met een WAO-uitkering uit de leeftijdscohort 50–55 jaar in dienst te nemen?

De leden van de SP-fractie stellen met tevredenheid vast dat de massale vakbondsacties in oktober 2004 er toe hebben geleid dat de leeftijdsgrens voor de mensen die de herbeoordelingsoperatie moeten ondergaan met vijf jaar wordt verlaagd.

Bij het wetsvoorstel voor de wijziging van de arbeidsongeschiktheidswetten in verband met de herbeoordelingen heeft de regering uiteengezet dat de meest kansrijken op de arbeidsmarkt als eerste herbeoordeeld zouden moeten worden. De afstand tot de arbeidsmarkt, opleiding, aantal jaren uit het arbeidsproces en mate van handicap zijn de belangrijkste factoren die de kans op werk bepalen. Toch is vanwege de «eenvoud van de regeling en van de uitvoering» gekozen voor «alleen het criterium leeftijd».

De leden van de SP-fractie vragen wat de correlatie is tussen de kalenderleeftijd van de herbeoordeelde en zijn/haar nieuwe arbeidsongeschiktheidspercentage? Kan op grond van de resultaten van de herbeoordelingen inzicht worden gegeven in de aantallen herbeoordeelden die werk hebben gevonden en hun leeftijd?

De leden van de SP-fractie vragen of bij het ontbreken van een samenhang tussen leeftijd en kans op de arbeidsmarkt het hanteren van een leeftijdscriterium tot leeftijdsdiscriminatie leidt, omdat het leeftijdcriterium geen objectieve grond is voor hetgeen beoogd te wordt.

Tevens vragen zij of na een jaar herbeoordeling vastgesteld kan worden dat ten eerste het resultaat vooral is dat veel mensen hun uitkering zijn kwijt geraakt en slechts weinigen werk hebben gevonden en ten tweede dat de focus op arbeidsgeschiktheid er toe heeft geleid dat nog steeds veel herbeoordeelde mensen nodeloos langs de kant staan, maar dan zonder of lagere uitkering.

De voorzitter van de commissie,

Smits

De adjunct-griffier van de commissie,

Esmeijer

---

1 Samenstelling: Leden: Noorman-den Uyl (PvdA), Bakker (D66), de Vries (VVD), de Wit (SP), van Gent (GL), Verburg (CDA), Hamer (PvdA), Bussemaker (PvdA), Vendrik (GL), Mosterd (CDA), Smits (PvdA), Voorzitter, Örgü (VVD), Weekers (VVD), Rambocus (CDA), de Ruiter (SP), Ferrier (CDA), Ondervoorzitter, Huizinga-Heringa (CU), Bruls (CDA), Varela (LPF), Eski (CDA), Koomen (CDA), Smeets (PvdA), Douma (PvdA), Stuurman (PvdA), Kraneveldt (LPF), Hirsi Ali (VVD), Van der Sande (VVD).

Plv. leden: Depla (PvdA), Koser Kaya (D66), Blok (VVD), Kant (SP), Halsema (GL), Smilde (CDA), Verbeet (PvdA), Timmer (PvdA), Azough (GL), Omtzigt (CDA), Adelmund (PvdA), Nijs MBA (VVD), Visser (VVD), Algra (CDA), Vacature (algemeen), Vietsch (CDA), Van der Vlies (SGP), Hessels (CDA), Hermans (LPF), Van Oerle-van der Horst (CDA), Van Dijk (CDA), Van Dijken (PvdA), Blom (PvdA), Kalsbeek (PvdA), Van As (LPF), Aptroot (VVD) en Van Egerschot (VVD).