nr. 4
ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT
Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad van State d.d. 13 juli
2005 en het nader rapport d.d. 15 augustus 2005, aangeboden aan de Koningin
door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het advies van de Raad
van State is cursief afgedrukt.
Bij Kabinetsmissive van 13 juli 2005, no. 05.002634, heeft Uwe Majesteit,
op voordracht van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, bij de
Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet tot wijziging
van de arbeidsongeschiktheidswetten in verband met verlaging van de leeftijdsgrens
voor de eenmalige herbeoordelingen, met memorie van toelichting.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw Kabinet van 13 juli
2005, nr. 05.002634, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies
inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen.
Dit advies, gedateerd 18 juli 2005, no. W12.05.0311/IV, bied ik U hierbij
aan.
Het wetsvoorstel betreft het verlagen van de leeftijdsgrens voor de eenmalige
herbeoordelingen van arbeidsongeschikten van 55 naar 50 jaar.
De Raad van State onderschrijft de strekking van het wetsvoorstel, maar
maakt een opmerking met betrekking tot de inwerkingtreding. Hij is van oordeel
dat in verband daarmee enige aanpassing van het voorstel wenselijk is.
De herbeoordeling van arbeidsongeschikten is gestart op 1 oktober
2004. In paragraaf 4 van de memorie van toelichting wordt gesteld dat
het verlenen van terugwerkende kracht aan het voorstel niet nodig is, omdat
voor de leeftijdsgroep 50- tot en met 55-jarigen de wijziging pas relevant
wordt op een moment dat de wet naar verwachting al tot stand is gekomen en
is gepubliceerd.
Naar het oordeel van de Raad dient aan het voorstel, gelet op het doel
dat ermee wordt beoogd, echter wel terugwerkende kracht te worden verleend.
Op die wijze is buiten elke twijfel op welke personen de voorgestelde aanpassing
per 1 oktober 2004 van toepassing is.
De Raad adviseert het wetsvoorstel overeenkomstig het voorgaande aan te
passen.
Het advies van de Raad van State geeft aanleiding voor de hiernavolgende
opmerking.
De Raad adviseert aan het wetsvoorstel terugwerkende kracht te verlenen
tot en met 1 oktober 2004, zodat buiten twijfel is op welke personen
de voorgestelde aanpassing vanaf die datum van toepassing is.
Conform het advies van de Raad zijn de tekst en toelichting aangepast.
De Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden
aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat met het vorenstaande rekening
zal zijn gehouden.
De waarnemend Vice-President van de Raad van State,
P. van Dijk
Ik moge U hierbij verzoeken het gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde
memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
A. J. de Geus