30 197
Regels inzake de verstrekking van subsidies door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties (Wet overige BZK-subsidies)

nr. 5
VERSLAG

Vastgesteld 21 september 2005

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van haar bevindingen. Onder het voorbehoud dat de regering de gestelde vragen tijdig zal hebben beantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.

ALGEMEEN

Met belangstelling hebben de leden van de CDA-fractie kennisgenomen van het wetsvoorstel. Zij zijn met de regering van mening dat een wettelijke grondslag voor het verstrekken en ontvangen van subsidie gewaarborgd moet zijn. Zij vragen de regering of met dit wetsvoorstel inderdaad alle overige BZK-subsidies de noodzakelijke wettelijke waarborg zullen hebben. Voorts onderschrijven deze leden het advies van de Raad van State dat de AMvB de meest voor de hand liggende keuze is vanwege de grotere waarborgen voor de subsidieaanvrager. Het wetsvoorstel bevat echter geen heldere beschrijving van de wijze waarop, en de voorwaarden waaronder, in bepaalde gevallen gebruik kan worden gemaakt van een ministeriële regeling. Deze leden vragen de regering deze voorwaarden te preciseren.

De leden van de PvdA-fractie hebben met interesse kennis genomen van het wetsvoorstel overige BZK-subsidies. Zij waarderen dat er een wettelijke leemte wordt gevuld die anders zou verhinderen dat nuttige subsidies worden uitgekeerd. Zij zien weinig politieke haken en ogen in het voorstel deze wetgeving bij de tijd te brengen. Wel leven er bij deze leden enige vragen over enkele onduidelijkheden. Zo ontvangen deze leden graag antwoord van de regering op de vraag of en in welke mate de huidige wetgeving op dit terrein voor problemen heeft gezorgd.

De regering stelt op blz. 2 van de memorie van toelichting dat de administratieve lasten zo laag mogelijk zullen worden gehouden. De leden van de PvdA-fractie willen graag weten wat volgens de regering «zo laag mogelijk» is, en hoe de regering dit voornemen ten uitvoer wil brengen.

Ook het toezicht van de Kamer baart deze leden zorgen. Omdat subsidies niet meer in de begroting worden vermeld, is de Kamer afhankelijk van het subsidieoverzicht Rijksoverheid (SOR). Het laatste SOR is in september 2002 uitgekomen, maar is alleen via internet beschikbaar en omvat 612 pagina's. Uit die laatste versie blijkt dat het gaat om 8 subsidies, die in totaal € 22 mlj. omvatten. Geen daarvan gaat naar de Nederlandse Antillen, zoals wel in de memorie van toelicht is aangegeven. De leden van de PvdA-fractie ontvangen graag een nieuw en actueel overzicht van alle huidige subsidies die het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties verstrekt, met vermelding van de bedragen die met de subsidies zijn gemoeid.

ARTIKELSGEWIJS

Artikel 9

De leden van de CDA-fractie constateren dat de formulering van artikel 9 alle ruimte biedt aan de subsidieverlener om een subsidie aan te passen of te wijzigen in geval van strijdigheid met artikel 87, eerste lid, EG-verdrag. De leden vragen de regering aan te geven hoe de rechtszekerheid van de subsidieontvanger is gewaarborgd. Welke maatregelen kan de regering nemen om te voorkomen dat strijd met artikel 87, eerste lid, EG-verdrag ontstaat, en, wanneer deze zich voordoet, hoe dit kan worden opgelost, zonder dat de schijn wordt gewekt dat het risico van strijdigheid eenzijdig bij de subsidieontvanger wordt neergelegd?

In de memorie van toelichting wordt ook gerefereerd aan andere internationale verdragen, waar een dergelijk probleem zich zou kunnen voordoen. De leden van de CDA-fractie vragen op welke verdragen de regering doelt en hoe de rechtszekerheid voor de ontvanger ook in deze gevallen kan worden gegarandeerd.

Nu in de toelichting bij artikel 9 is vermeld dat dit artikel is ontleend aan de kaderwetten van LNV, SZW en V&W vernemen de leden van de VVD-fractie graag van de regering wat de ervaringen met deze regelingen bij de genoemde departementen zijn. Hoe is in die regelingen de rechtszekerheid van de subsidieontvanger gewaarborgd?

Voorts vragen deze leden de regering in te gaan op de inhoud van de algemene regeling met betrekking tot de terugvordering van subsidies die in strijd met de bepalingen omtrent staatssteun zijn verleend, waaraan thans wordt gewerkt. Heeft die regeling gevolgen voor het onderhavige wetsvoorstel en vervolgens ook voor de kaderwetten van LNV, SZW en V&W?

Het risico bestaat dat de subsidieverlener de EU-regelgeving dan wel een ander verdrag niet goed toepast. Wat zijn dan de gevolgen voor de verstrekte subsidies? Moet de subsidieont-vanger de subsidie dan ook teruggeven? De leden van de VVD-fractie ontvangen graag een reactie van de regering op deze vragen.

Artikel 11

De leden van de PvdA-fractie stellen vast dat in het wetsvoorstel, artikel 11 lid b, de regering de Nederlandse Antillen én specifiek de daaronder begrepen afzonderlijke eilandgebieden van de Nederlandse Antillen noemt. In lid a, c, d, en e worden de afzonderlijke eilanddelen niet genoemd. Deze leden vragen welke overweging hieraan ten grondslag ligt en of dit niet dient te worden aangepast.

Voorts vermeldt de memorie van toelichting over artikel 11dat de subsidies worden gegeven aan private organisatie in de Antilliaanse rechtssfeer. De aan het woord zijnde leden vragen of de verantwoordingsbepalingen, zoals die in voorliggend wetsvoorstel worden voorgesteldén zoals die voorkomen in de Algemene wet bestuursrecht, in dat geval nog onverkort van toepassing zijn.

Artikel 12

De leden van de fractie van de PvdA vinden de kwaliteit, integriteit, efficiëntie en transparantie van het openbaar bestuur van groot belang. Zij vragen aan wat voor soort activiteiten de regering denkt bij subsidies voor activiteiten die de integriteit van bestuurders en politici moeten waarborgen. Die mogelijkheid biedt dit wetsvoorstel volgens artikel 12, lid a. Ook de memorie van toelichting bevat geen nadere uitwerking wat voor soort activiteiten er wordt bedoeld. De leden van de PvdA fractie vragen de regering een aantal voorbeelden en zij vragen of er op dit moment al sprake is van subsidies die onder deze categorie zijn te scharen.

De voorzitter van de commissie,

Noorman-den Uyl

Adjunct-griffier van de commissie,

Hendrickx


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Kalsbeek (PvdA), Van Heemst (PvdA), Noorman-den Uyl (PvdA), Voorzitter, Vos (GL), Adelmund (PvdA), De Wit (SP), Van Beek (VVD), Ondervoorzitter, Van der Staaij (SGP), Luchtenveld (VVD), Wilders (Groep Wilders), De Pater-van der Meer (CDA), Duyvendak (GL), Spies (CDA), Eerdmans (LPF), Sterk (CDA), Van der Ham (D66), Haverkamp (CDA), Van Fessem (CDA), Smilde (CDA), Straub (PvdA), Nawijn (Groep Nawijn), Boelhouwer (PvdA), Dubbelboer (PvdA), Van Hijum (CDA), Nijs MBA (VVD), Van Schijndel (VVD), Vacature (SP).

Plv. Leden: De Vries (PvdA), Dijsselbloem (PvdA), Fierens (PvdA), Halsema (GL), Vacature (PvdA), Kant (SP), Weekers (VVD), Slob (CU), Hirsi Ali (VVD), Szabó (VVD), Rambocus (CDA), van Gent (GL), Çörüz (CDA), Van As (LPF), Van Haersma Buma (CDA), Koser Kaya (D66), Bruls (CDA), van Bochove (CDA), Algra (CDA), Hamer (PvdA), Varela (LPF), Leerdam, MFA (PvdA), Wolfsen (PvdA), Eski (CDA), Balemans (VVD), Van der Sande (VVD), Vergeer (SP).

Naar boven