nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de totstandkoming
van de arbeidsvoorwaarden in het voortgezet onderwijs verder te decentraliseren
en daartoe onder meer de Wet op het voortgezet onderwijs te wijzigen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Wet op het voortgezet onderwijs wordt als
volgt gewijzigd:
A
In artikel 1 , onderdeel b van de begripsomschrijving van «personeel»,
wordt «de artikelen 38a tot en met 39a, 40, 40a, 43a, eerste en tweede
lid», vervangen door: de artikelen 38a tot en met 39a, 40a, 43a, eerste
en tweede lid.
B
In het tweede lid van artikel 38a wordt «worden voorschriften gesteld»
vervangen door: kunnen voorschriften worden vastgesteld.
C
Artikel 40 vervalt.
D
Artikel 40a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het opschrift vervalt «bij scholen voor v.w.o., a.v.o. en
v.b.o.».
2. In de tekst wordt «aangelegenheden van algemeen belang voor de
bijzondere rechtstoestand van het personeel van de desbetreffende school»
vervangen door: aangelegenheden van algemeen belang voor de rechtstoestand
van het personeel.
3. De laatste drie volzinnen vervallen.
E
In artikel 40b wordt «de artikelen 38a, 40 en 40a» vervangen
door: de artikelen 38a en 40a.
ARTIKEL II
In artikel 13, tweede lid, van de Wet medezeggenschap
onderwijs 1992 wordt «artikel 40, tweede lid» vervangen
door «artikel 40a» en wordt «artikel 4a, tweede lid»
vervangen door: artikel 4a, tweede en derde lid.
ARTIKEL III
Artikel 4a van de Experimentenwet onderwijs wordt
als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt na «de formatie wordt vastgesteld,»
ingevoegd: niet zijnde een school voor voortgezet onderwijs,.
2. In het tweede lid wordt na «het personeel van een school»
ingevoegd: , niet zijnde een school voor voortgezet onderwijs,.
3. Het derde en vierde lid worden vernummerd tot vierde en vijfde lid.
4. Na het tweede lid wordt ingevoegd een nieuw derde lid, luidend:
3. Over aangelegenheden van algemeen belang voor de rechtstoestand van
het personeel van een school voor voortgezet onderwijs, wordt door of namens
het bevoegd gezag volgens bij algemene maatregel van bestuur te stellen regels
overleg gevoerd met de daarvoor in aanmerking komende personeelsorganisaties.
5. In het vierde lid (nieuw) wordt «bedoeld in het tweede lid»
vervangen door: bedoeld in het tweede en derde lid.
6. In het vijfde lid (nieuw) wordt «bedoeld in het derde lid»
vervangen door «bedoeld in het vierde lid» en wordt «bedoeld
in het tweede lid» vervangen door: bedoeld in het tweede en derde lid.
ARTIKEL IV
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,